Promotie Dr. H. van den Bouwhuijsen
Titel proefschrift
In de Schaduw van God
---
Promotors:
Prof.dr. J. de Mul
---
Co-promotors:
Dr. F.A. Muller
Datum
18 maart 2010 15:30
---
Locatie:
Woudestein, senaatszaal
---
Faculteit
Faculteit der Wijsbegeerte (FW)
Westerse christelijke cultuur staat ontwikkeling menswetenschappen in de weg
Gebrek aan feiten en claim op universele waarheid maken menswetenschappen
niet succesrijk
In tegenstelling tot de natuurwetenschappen, hebben de wetenschappen
van `de mens' zich niet succesrijk kunnen ontwikkelen. Binnen de
menswetenschappen zijn geen algemeen aanvaarde theorieën ontstaan met
een verklarend, probleemoplossend of voorspellend vermogen,
vergelijkbaar met die in de natuurwetenschappen. De oorzaak daarvan
ligt in onze westerse christelijke cultuur. Dit stelt Harry van den
Bouwhuijsen in zijn proefschrift `In de schaduw van God', waarop hij
op donderdag 18 maart 2010 promoveert aan de Erasmus Universiteit
Rotterdam.
Onze ideeën over hoe de mens in elkaar zit zijn al lang geleden
gevormd, nog vóór (mens)wetenschappen bestonden. Volgens Van den
Bouwhuijsen zijn deze ideeën gebaseerd op christelijke denkbeelden,
waaronder dat van `de mens als schepsel Gods'. Vanaf de Verlichting
hebben deze denkbeelden geleidelijk hun religieuze gedaante verloren,
maar de veronderstellingen die er aan ten grondslag liggen zijn niet
verdwenen. Sterker nog, in de westerse christelijke cultuur worden ze
nu als feiten over `de mens' gepresenteerd.
Daarbij komt dat de westerse christelijke cultuur haar `feiten' graag
voor universele waarheden houdt. De denkbeelden die in de westerse
christelijke cultuur over `de mens' bestaan, worden voorgesteld als
feiten die betrekking hebben op álle mensen. `De mens' is een individu
met een vrije wil, beschikkend over een `innerlijk zelf' dat de bron
is van zijn handelen, en begiftigd met het vermogen om met zijn rede
orde uit chaos te scheppen. Van den Bouwhuijsen betoogt dat deze
`feiten' de basis zijn gaan vormen van een `menswetenschap' die de
mens eigenschappen toedicht die deze niet bezit.
Van den Bouwhuijsen concludeert dat er van een succesrijke wetenschap
van de mens geen sprake kan zijn, zo lang zij een `feiten-armoedige'
mono-culturele onderneming blijft, omdat een dergelijke onderneming
een onvoldoende basis levert voor het formuleren van vruchtbare
theorieën over de mens. Dit probleem kan pas worden opgelost als de
menswetenschappen hun feitelijke basis uitbreiden met mensbeelden uit
niet-christelijke culturen.
---
Dr. Harry van den Bouwhuijsen promoveert bij prof.dr. Jos de Mul,
hoogleraar wijsgerige antropologie aan de Erasmus Universiteit. Hij
promoveerde in 1996 voor de eerste maal aan de Universiteit Utrecht,
op het proefschrift `Play-Fellows of God'. Hij was verbonden aan de
Vakgroep Culturele Antropologie van de Universiteit Utrecht en aan de
Vakgroep Vergelijkende Cultuurwetenschappen van de Universiteit Gent.
Hij is nu werkzaam als docent filosofie en Theory of Knowledge aan de
Wolfert Scholengroep te Rotterdam. Van den Bouwhuijsen publiceerde
twee boeken voor het Europese Platform voor het Nederlandse Onderwijs
voor het vak Global Studies, bestemd voor de middenklassen van het
tweetalig VWO. Verder publiceerde hij over Surinaamse geschiedenis, de
geschiedenis van het terrorisme, wetenschapssociologie en
cultuurtheorie.
Erasmus Universiteit Rotterdam