beantwoording vragen van de leden Voordewind, Van der Staaij en Çorüz
over het rapport 'Understanding Untouchability' in India
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Voordewind, Van der
Staaij en Çorüz over het rapport 'Understanding Untouchability' in India
Kamerbrief | 18 maart 2010
Graag bied ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, de
antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden
Voordewind, Van der Staaij en Çorüz over het rapport 'Understanding
Untouchability' in India. Deze vragen werden ingezonden op 8 februari
2010 met kenmerk 2010Z02426.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de Minister van Economische Zaken, op vragen van de leden
Voordewind (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Çorüz (CDA) over
het rapport 'Understanding Untouchability' in India.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het onlangs gepubliceerde rapport
`Understanding Untouchability' van de Indiase NGO 1) Navsarjan en het
Amerikaanse Robert F. Kennedy Centre for Justice and Human Rights?
Vraag 2
Bent u van mening dat - gelet op dit rapport, maar ook gelet op vele
andere Indiase rapporten alsmede conclusies en aanbevelingen van VN
verdragsorganisaties - onaanraakbaarheid en kastendiscriminatie een
enorm mensenrechtenprobleem is dat hoge prioriteit verdient in het
Nederlandse buitenlandbeleid?
Antwoord
Ja, ik heb kennis genomen van dit rapport. In het Nederlandse
buitenlands beleid op het gebied van mensenrechten wordt ingezet op
het tegengaan van verschillende vormen van discriminatie, waaronder
ook discriminatie op basis van werk en afkomst.
Vraag 3
Op welke wijze stelt u `kastendiscriminatie' binnen de Europese Unie
aan de orde of op welke wijze bent u van plan dat te doen, onder meer
vanuit de invalshoek van Europese ontwikkelingssamenwerking, de
politieke dialoog met India en andere `caste-affected countries' (met
name Nepal, Bangladesh, Pakistan en Sri Lanka), de discussie over
maatschappelijk verantwoord ondernemen en de handelsbetrekkingen?
Antwoord
De Europese Unie bespreekt mensenrechten, waaronder de problematiek
van discriminatie op basis van werk en afkomst met India, tijdens de
jaarlijkse mensenrechtendialoog. Ook in de verschillende
EU-Raadswerkgroepen, zoals die voor mensenrechten (COHOM), staat deze
vorm van discriminatie steeds prominenter op de agenda. Bezien wordt
op welke wijze de EU haar beleid op dit punt verder inhoud kan geven.
Nederland zal zich blijven inzetten dit onderwerp op de EU agenda te
houden.
Vraag 4
Bent u bereid het initiatief te nemen tot een gezamenlijke brief van
de Europese regeringsleiders aan de Indiase premier Manmohan Singh die
onaanraakbaarheid `niet alleen een vorm van sociale discriminatie'
maar ook `een smet op de menselijkheid' heeft genoemd om hem aan te
moedigen en waar mogelijk te ondersteunen bij de bestrijding daarvan?
Antwoord
In mijn antwoord op vraag 3 ben ik ingegaan op de inzet van de EU
richting India op het gebied van kastendiscriminatie. In bilaterale
contacten met India zal Nederland ook aandacht blijven vragen voor
discriminatie op basis van werk en afkomst. Nederland moedigt voorts
het bespreekbaar maken van het onderwerp aan, alsmede directe steun
aan ngo's die zich bezighouden met dit thema. Zo steunt Nederland
verschillende ngo's die zich inzetten voor de verbetering van de
situatie van de laagste kasten.
Vraag 5
Bent u bereid in India en andere `caste-affected countries' onderzoek
te laten verrichten naar het vóórkomen en bestrijden van
onaanraakbaarheidpraktijken en kastendiscriminatie in door Nederland
ondersteunde ontwikkelingsprogramma's van de EU, de Wereldbank en van
de VN-organisaties?
Antwoord
Er is reeds veel onderzoek gedaan naar het kastensysteem door de
Wereldbank, de Verenigde Naties en verschillende niet-gouvernementele
organisaties. Ik geef daarom prioriteit aan projecten en maatregelen
die bijdragen aan het tegengaan van het kastensysteem, want hoewel op
papier de rechten van Dalits gewaarborgd lijken, ontbreekt het veelal
aan uitvoering op lokaal niveau. Daarbij teken ik aan dat het
eeuwenoude kastensysteem zich niet gemakkelijk laat doorbreken, en dat
uitvoering van nationale wetgeving vaak stuit op diepgewortelde
sociale structuren.
Vraag 6
Wilt u zich ervoor inspannen dat het rapport `Understanding
Untouchability' samen met andere conclusies en aanbevelingen met
betrekking tot India van onder meer UN CERD 2) wordt geagendeerd
tijdens het mensenrechtenoverleg tussen India en de EU dat eind maart
2010 plaatsvindt?
Antwoord
Ja.
Vraag 7
Bent u bereid het onderwerp onaanraakbaarheid, de schendingen van de
mensenrechten die daarmee samenhangen en afspraken over bestrijding
daarvan, middels uw inzet via de EU tot onderwerp te maken in het
kader van de onderhandelingen over het EU-India vrijhandelsverdrag?
Antwoord
Op voorstel van de Europese Commissie besloot de EU in 2007 tot het
aangaan van onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord met India.
Mede op Nederlands aandringen werd daarbij afgesproken dat de
Commissie ook zal nagaan of India een veelomvattend Partnerschaps-en
Samenwerkingsovereenkomst (PSO) met de EU wil afsluiten. Dit met het
oog op het belang om ook in de Europese relatie met India een
duidelijke plaats te verzekeren voor politieke thema's als
mensenrechten 1 , non-proliferatie, de strijd tegen terreur, en de
erkenning van het Internationaal Strafhof. Zoals ook gemeld in mijn
brief van 8 juni 2009 in antwoord op de motie Van Dam (uw kenmerk 31
985 nr 1), is tot nu toe de Indiase reactie afwijzend, en lijkt het
erop dat India slechts een vrijhandelsakkoord met de EU zal willen
sluiten. De Europese Commissie zal hierover rapporteren aan de Raad.
De Nederlandse inzet blijft erop gericht de politieke clausules,
inclusief de mensenrechtenclausule, juridisch te verankeren in de
relatie tussen de EU en India.
Vraag 8
Bent u bereid het onderwerp onaanraakbaarheid, waaronder ook de
bijzonder slechte positie van Dalit vrouwen, tijdens de komende VN
Mensenrechtenraad prominent in uw speech aan de orde te stellen?
Antwoord
In mijn speech tijdens deze zitting van de VN-Mensenrechtenraad (MRR)
heb ik uitdrukkelijk aandacht gevraagd voor discriminatie op basis van
werk en afkomst en en marge van de MRR heb ik over dit thema gesproken
met de VN Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens Pillay. Ook
vroeg Nederland op nationale titel in de MRR 11 reeds aandacht voor de
situatie van groepen die gediscrimineerd worden op basis van werk en
afkomst met specifieke aandacht voor vrouwen. Tijdens de zitting van
MRR 12 vroeg de EU op initiatief van Nederland in haar verklaring
aandacht voor hun situatie. Nederland zal deze vorm van discriminatie
onder de aandacht blijven brengen in het kader van de MRR.
Vraag 9
Wilt u er zorg voor dragen dat de Nederlandse ambassades in de
`caste-affected countries' regelmatig rapporteren over het onderwerp
en kunt u daarvan de Kamer regelmatig op de hoogte houden?
Antwoord
In de jaarlijkse mensenrechtenrapportage aan uw Kamer, die u spoedig
zal toekomen, zal het onderwerp aan bod komen en wordt een duidelijk
beeld geschetst van de inzet van Nederlandse ambassades op het gebied
van mensenrechten.
Vraag 10
Bent u bereid de door het International Dalit Solidarity Network
ontwikkelde `Ambedkar Principles (Principles and Guidelines to address
Caste Discrimination in the Private Sector)' onder de aandacht van in
India actieve bedrijven te brengen, waaraan uw ministeries diensten
verlenen en/of welke meegaan tijdens handelsmissies naar India?
Antwoord
De `Ambedkar Principles' en de `Caste Discrimination Check' zijn
beschikbaar via de site van de EVD. De Nederlandse ambassade in India
besteedt systematisch aandacht aan MVO en mensenrechten richting
Nederlandse bedrijven die in India actief zijn en neemt deel aan een
pilot beleidsintensivering op dit terrein. De `Ambedkar principles'
zullen actief onder de aandacht worden gebracht van de deelnemers aan
de economische missie naar India begin april tijdens de voorbereidende
bijeenkomst via een presentatie door de Landelijke India Werkgroep.
Ook wordt de brochure `MVO & Dalits' van het Dalit Netwerk Nederland
aan de deelnemers uitgedeeld, evenals andere MVO publicaties, zoals de
MVO toolkit India, de SER-Verklaring voor internationaal MVO en de
OESO Richtlijnen. In India zal tijdens de kick-off briefing een
Nederlands bedrijf vertellen over duurzaam ondernemen.
Vraag 11
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het begin van de
komende sessie van de VN Mensenrechtenraad?
Antwoord
De VN-Mensenrechtenraad is deze week begonnnen.
1) NGO: non- gouvernementele organisatie
2) CERD: c ommittee on the elimination of racial discrimination
1 Het Samenwerkingsakkoord EU-India uit 1994 kent wel een als
essentieel bestempelde mensenrechtenclausule.
Ministerie van Buitenlandse Zaken