Erasmus Universiteit Rotterdam

Promotie Mw. drs. M.J. Busstra

Titel proefschrift
The Implications of the Racial Equality Directive for Minority Protection within the European Union

---

Promotors:
Prof.dr. K.A.M. Henrard
Prof.mr. R. de Lange

---

Datum
19 maart 2010 13:30

---

Locatie:
Woudestein, senaatszaal

---

Faculteit
Faculteit der Rechtsgeleerdheid (FR)

Rassenrichtlijn EU moet helderder worden

Rechter moet vaker duidelijkheid scheppen

De Europese Rassenrichtlijn bevat een aantal krachtige instrumenten om minderheden te beschermen op de belangrijkste terreinen van het maatschappelijk leven, zoals de arbeidsmarkt, onderwijs en de sociale sector. M. Busstra toont in haar proefschrift The implications of the racial Equlity directive for minority people within the European Union aan dat er een behoorlijke grote rol is weggelegd voor de rechter om de richtlijn tot zijn recht te laten komen. Busstra promoveert vrijdag 19 maart 2010 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Met de aanname van de richtlijn tegen rassendiscriminatie in 2000 zette de EU een duidelijke stap in de richting van een op fundamentele rechten gebaseerde Unie. De richtlijn bevat een aantal krachtige instrumenten om minderheden te beschermen op de belangrijkste terreinen van het maatschappelijk leven, zoals de arbeidsmarkt, onderwijs en de sociale sector.

Het biedt niet alleen een effectief raamwerk voor bescherming tegen rassendiscriminatie, maar geeft lidstaten ook verschillende mogelijkheden om minderheden te helpen volledig deel te nemen aan de maatschappij en daarbij hun eigen identiteit te handhaven.

Het Europese Hof van Justitie heeft nog nauwelijks de kans gehad om zich uit te spreken over de rassenrichtlijn: tot nu toe is er slechts
1 arrest gewezen. De rechtspraak van dit Hof over andere discriminatie bepalingen laat echter zien dat de manier waarop het met belangrijke kwesties omgaat nog veel te wensen overlaat. Het proefschrift doet voorstellen voor het Hof om de concepten van de richtlijn helderder en beter toepasbaar in de praktijk te maken, en om de reikwijdte van de richtlijn zo groot mogelijk te laten zijn.

Het proefschrift gaat ook in op de manier waarop vier lidstaten van de EU, Nederland, Belgie, Hongarije en Estland, de richtlijn in hun nationale stelsels hebben toegepast. Hierbij werd duidelijk dat elk land een eigen kleur heeft gegeven aan de richtlijn.

De landen die al ervaring hadden met gelijke behandelingsrecht (Nederland) en/of minderhedenbescherming (Hongarije) relatief vaak hebben gekozen voor oplossingen die sterke bescherming inhouden voor minderheden. De Nederlandse en Hongaarse stelsels leggen bijvoorbeeld werkgevers, schoolbesturen, dienstverleners de verplichting op om hun werknemers/studenten/klanten te beschermen tegen discriminatie.

Ook verbieden beide landen discriminatie op grond van nationaliteit, terwijl de rassenrichtlijn dit niet vereist. België en Estland, de twee landen met gevoelige minderheden problematiek zijn over het algemeen terughoudender. Met name Estland heeft voor een heel minimale uitwerking van de richtlijn gekozen, wat niet verwonder! lijk is, aangezien de publieke opinie in Estland niet heel positief aankijkt tegen maatregelen om mensen tegen discriminatie te beschermen. Het proefschrift doet per land aanbevelingen om de effectiviteit van de nationale stelsels te verbeteren.