Samenvatting uitspraak over verzoek Chipshol tot houden voorlopig
getuigenverhoor
Den Haag, 19 maart 2010 - De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het
hof Den Haag en verwijst de zaak naar het hof Amsterdam dat opnieuw op
het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor zal moeten oordelen.
Achtergrond
Chipshol heeft bij de rechtbank Haarlem een schadevergoedingsprocedure
tegen Luchthaven Schiphol N.V. (de Luchthaven) aanhangig gemaakt. Bij
vonnis van 12 januari 2005, gewezen door mrs. A.C. Monster, J.C.M.
Swinkels en W. Veldhuijzen van Zanten, heeft de rechtbank beslist dat
de Luchthaven de door Chipshol tengevolge van het bouwverbod geleden
schade moet vergoeden en dat de rechtbank behoefte had aan deskundige
voorlichting over de omvang van de schade. Drie deskundigen hebben
vervolgens onderzoek verricht en daarover gerapporteerd.
Chipshol heeft daarnaast bij de rechtbank Haarlem een procedure
aangespannen tegen Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). In die
procedure heeft op 18 september 2006 ten overstaan van mr. Monster een
comparitie van partijen plaatsgevonden. Ook in deze procedure is een
deskundigenonderzoek gelast.
In de zaak tegen de Luchthaven vonden op 15 januari 2007 de
slotpleidooien plaats. Kort voor dit pleidooi bleek Chipshol dat de
voltallige meervoudige kamer was vervangen door drie nieuwe rechters.
Ook in de procedure tegen LVLN zijn de drie rechters die de zaak
behandelden door andere rechters vervangen.
Chipshol heeft tegen deze vervanging tevergeefs geprotesteerd bij de
president van de rechtbank Haarlem.
Chipshol heeft de rechtbank Den Haag verzocht een voorlopig
getuigenverhoor te houden in verband met een mogelijke procedure die
zij tegen de Staat zou willen aanspannen.
Chipshol wenst door het horen van getuigen opheldering omtrent de
vervanging van de rechters die belast waren met de behandeling van de
zaken tegen de Luchthaven en tegen LVNL. Zij vermoedt, mede gelet op
de tegenwerking die zij naar haar stelling van andere
(semi)overheidsorganen heeft ondervonden, dat de vervanging te maken
heeft met de wijze waarop de vervangen rechters de zaken behandelden.
Volgens Chipshol is sprake geweest van onrechtmatige beïnvloeding van
de procedure door het gerechtsbestuur van de rechtbank Haarlem
(waarvoor de Staat aansprakelijk zou zijn).
De rechtbank Den Haag heeft op 16 juli 2007 (LJN BA9669) het verzoek
afgewezen.
In hoger beroep heeft het hof Den Haag op 8 mei 2008 (LJN BD2212) het
verzoek ook afgewezen. Volgens het hof is de eventuele vordering van
Chipshol tegen de Staat tot schadevergoeding niet toewijsbaar en heeft
Chipshol daarom geen belang bij het verzoek om getuigen te horen.
De procedure bij de Hoge Raad
Chipshol heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het
hof Den Haag. De advocaat in cassatie van Chipshol is mr. B.T.M. van
der Wiel en de advocaat in cassatie van de Staat is mr. G.J.H.
Houtzagers, beiden advocaat in Den Haag.
Op 18 december 2009 heeft de advocaat-generaal bij de Hoge Raad mr.
E.M. Wesseling-van Gent in haar conclusie de Hoge Raad geadviseerd de
uitspraak van het hof te vernietigen.
De uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof Den Haag. De door
Chipshol gestelde gang van zaken zou, als deze zou komen vast te
staan, een ernstige schending betekenen van het recht van Chipshol op
een eerlijk proces. In een procedure tegen de Staat zou Chipshol in
elk geval, als genoegdoening voor deze schending, een verklaring voor
recht kunnen vorderen dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld. Het
hof heeft dan ook ten onrechte het verzoek afgewezen met het argument
dat de eventueel in te stellen vordering niet toewijsbaar is en dat
Chipshol om die reden geen belang bij haar verzoek heeft.
De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het hof Amsterdam, dat
opnieuw over het verzoek moet oordelen.
Nadere informatie
In een procedure tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor
wordt niet getoetst of de in te stellen vordering toewijsbaar is. Een
voorlopig getuigenverhoor strekt ertoe de verzoeker de gelegenheid te
bieden opheldering te verkrijgen omtrent de feiten die voor het
eventueel aan te spannen geding van belang zijn. Dat voorlopig
getuigenverhoor moet hem in staat stellen zijn positie beter te
beoordelen. Over de precieze aard van de in te stellen vordering of de
omvang van de geleden schade behoeft de verzoeker zich niet uit te
laten.
In de hierboven genoemde schadevergoedingsprocedure van Chipshol tegen
de Luchthaven heeft de rechtbank Haarlem een eindvonnis gewezen
waartegen beide partijen cassatieberoep hebben ingesteld.
De Hoge Raad heeft in die zaak beslist op 19 februari 2010, LJN
BK4476.
Den Haag, 19 maart 2010
mw. mr. E. Hartogs, griffier
Tel 070 â 3611236
LJ Nummers
BK8146
BA9669
BD2212
BK4476
Zie het origineel
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 19 maart 2010 Naar boven
Gerechtelijke organisatie