Algemene Inspectiedienst (AID)

Dieren van Utrechtse veehouder in bewaring genomen

19 maart 2010

De Algemene Inspectiedienst (AID) van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft donderdag 18 maart bij een veehouder in de gemeente Lopik 37 dieren in bewaring genomen. Bij een controle van het bedrijf werd geconstateerd dat de dieren waren vermagerd, er onvoldoende veevoer en drinkwater was en dat ze geen droge ligplaats hadden. Ook werd op het bedrijf twee kadavers van runderen aangetroffen. Tegen de veehouder is proces-verbaal opgemaakt voor het onthouden van de nodige verzorging en het niet ter destructie aanbieden van de kadavers.

Aanleiding voor de controle was dat de veehouder onder aandacht staat van de AID, omdat in het verleden al vaker overtredingen op het gebied van dierenwelzijn zijn geconstateerd. Een ingeschakelde dierenarts constateerde dat negentien runderen, negen schapen en negen lammeren niet de nodige verzorging kregen. Omdat er geen vooruitzicht was op een verbetering van de situatie, zijn deze dieren in opdracht van Dienst Regelingen overgebracht naar een opvangadres waar ze de nodige verzorging krijgen. Een rund moest worden geëuthanaseerd op het bedrijf.

De AID heeft onverminderd aandacht voor het welzijn van dieren op primaire bedrijven. Bij vermoedens van dierenverwaarlozing kan men melding doen bij de dienst.