Radboud Universiteit Nijmegen
Ruzie ecologen opgelost door onderzoek in veen
Datum bericht: 18 maart 2010
Ecologen twisten al lang over welke theorie het overleven van soorten
verklaart: de metapopulatie theorie of de nichetheorie. Het
gevarieerde Korenburgerveen bij Winterswijk bleek een ideaal terrein
om de twee strijdende theorieën in de ecologie te toetsen. En wat
blijkt: beide zijn waar, maar gelden wel voor verschillende soorten,
concluderen ecologen van de Radboud Universiteit Nijmegen in hun
recente publicatie in het Journal of Animal Ecology.
Voorstanders van de nichetheorie wijzen op het belang van geschikt
leefgebied, terwijl voorstanders van de metapopulatie theorie de
verspreiding en reproductie van de soort centraal stellen.
Habitatspecialisten â soorten die specifieke eisen aan hun
leefomgeving stellen â bleken sterker afhankelijk te zijn van lokaal
geschikt habitat dan van regionale verspreiding. De metapopulatie
theorie biedt geen goede verklaring voor de overleving van deze
kritische soorten. Generalisten â soorten die op veel plekken
voorkomen â pasten risicospreiding toe, ze waren in meer wateren
aanwezig waren, maar wel in lagere aantallen.
Ecoloog Wilco Verberk construeerde een model met informatie over het
dieet, de voortplanting, het verspreidingsvermogen en de
habitatspecialisatie en kan daarmee tot 80 procent van de verschillen
in dichtheden verklaren vanuit verschillen in overlevingsstrategie,
veel meer dan de gebruikelijke 20-30 procent. Zijn resultaten
onderstrepen het belang van de bescherming en ontwikkeling van
natuurkwaliteit, waarin programmaâs als Natura 2000 en de Europese
Kaderrichtlijn Water voorzien. Alleen natuurgebieden aan elkaar
koppelen is niet voldoende om specialistische soorten voor uitsterven
te behoeden.
Korenburgerveen
Verberk en collegaâs inventariseerden 44.000 waterdieren in het
Korenburgerveen bij Winterswijk en vonden daar 234 soorten.
âWe keken o.a. naar libellen, waterkevers, waterwantsen, muggen,
wormen en bloedzuigers.Generalisten bleken in grote aantallen op veel
plekken aanwezig. Habitatspecialisten kwamen op enkele plekken in zeer
grote aantallen voor. Hiermee is het bestaan van specialisten beter te
verklaren; voordien was de opvatting dat specialisten dubbel kwetsbaar
waren doordat ze én op weinig plekken én in lage aantallen
voorkwamen.
Omdat het Achterhoekse veengebied zeer divers is, was dit een
geschikte locatie om de metapopulatietheorie te vergelijken met de
nichetheorie. Het is handig om met waterfauna te werken. De poeltjes
zijn op te vatten als omgekeerde eilanden, dus je kunt dan precies
uitrekenen hoe groot het oppervlakte is waar de dieren kunnen
voorkomen. Omdat er in dit onderzoek ook nog eens veel verschillende
soorten zijn bekeken is de geldigheid van de conclusies groot; de kans
dat de verschillen zijn toe te schrijven aan eigenschappen van één
soort, of één familie is klein.
Beschermen heeft zin
Wilco Verberk noemt de ontdekking goed nieuws: âDat de plaatselijke
populaties zo groot zijn maakt de kans dat de soorten kunnen overleven
groter. Het is dus wel degelijk de moeite waard om ook kleine
bijzondere ecosystemen te beschermen.â
Overigens hebben de inspanningen die nodig zijn om de gewenste
kwaliteit te bereiken zoals het ontwikkelen van bufferzones of herstel
van grondwaterkwaliteit een uitstralingseffect naar de omgeving,
waardoor er ook weer extra mogelijkheden zijn voor generalisten in de
directe omgeving.
Explaining abundance-occupancy relationships in specialists and
generalists: a case study on aquatic macroinvertebrates in standing
waters.
Wilco C.E.P. Verberk, Gerard van der Velde & Hans Esselink. Journal of
Animal Ecology (2010): doi: 10.1111/j.1365-2656.2010.01660.x.
Dit onderzoek werd gefinancierd door het ministerie van LNV en maakt
deel uit van het programma van het Institute for Water and Wetland
Research van de Radboud Universiteit Nijmegen.
Â
Â
Â