Ministerraad
Voortzetting Nederlandse missie in Bosnië-Herzegovina
Persbericht | 19-03-2010
De ministerraad heeft op voorstel van minister Verhagen van
Buitenlandse Zaken en minister Van Middelkoop van Defensie besloten de
Nederlandse militaire bijdrage van 85 militairen aan de EU-missie in
Bosnië-Herzegovina voort te zetten tot 1 maart 2011.
De Europese Unie leidt sinds december 2004 de militaire operatie
Althea in Bosnië-Herzegovina. De operatie wordt uitgevoerd door de
troepenmacht EUFOR. Deze missie houdt toezicht op het staakt-het-vuren
en de ontwapening van de voormalige Bosnische strijdkrachten en is
verantwoordelijk voor een veilige omgeving waarin de internationale
gemeenschap haar werk kan doen. Verder ondersteunt EUFOR het
Joegoslavië Tribunaal en de Hoge Vertegenwoordiger van de
internationale gemeenschap in Bosnië-Herzegovina.
Vanaf juni 2010 legt de missie zich ook toe op capaciteitsopbouw en
training. De training moet de Bosnische strijdkrachten in staat
stellen zelf de veiligheid en stabiliteit van Bosnië-Herzegovina te
garanderen. Ongeveer 10 van de 85 Nederlandse militairen worden
ingezet voor trainingstaken.
Nederland heeft in EU-verband steeds benadrukt dat de EU een
verantwoordelijkheid heeft voor de garantie van de stabiliteit in
Bosnië-Herzegovina en daarmee de regio. De EU kan zich in de
Westelijke Balkan en Bosnië-Herzegovina niet veroorloven dat
hernieuwde spanningen aanleiding zijn voor instabiliteit.
Militaire aanwezigheid is noodzakelijk, zeker zolang de Hoge
Vertegenwoordiger ondersteuning nodig heeft en de situatie in
Bosnië-Herzegovina fragiel is. Die is veel stabieler dan vijftien jaar
geleden, maar politieke spanningen blijven het land in zijn greep
houden. De verhouding tussen de drie grote bevolkingsgroepen wordt
gekenmerkt door nationalistische en etnische retoriek en de spanningen
zullen in de aanloop naar de verkiezingen in oktober vermoedelijk
verder toenemen.
Vooralsnog heeft het gespannen politieke klimaat niet geleid tot een
verslechterde veiligheidssituatie, maar evenmin is sprake van
vooruitgang. De EU vindt dat in de aanloop naar de verkiezingen geen
risico's moeten worden genomen. Naar verwachting is eind dit jaar
duidelijk of en in welke vorm EUFOR in het land moet blijven.
In totaal nemen twintig EU-lidstaten en vijf niet EU-landen deel aan
de missie.