Ingezonden persbericht



---


PERSBERICHT

Utrecht, 19 maart 2010

Welzijn helpt ex-AWBZ cliënten

Een wijkhuiskamer, lunchbijeenkomsten, uitbreiding van buurthulp: in gemeenten waar samengewerkt wordt met welzijnsorganisaties, worden oplossingen bedacht voor de groep cliënten die geen begeleiding meer krijgt uit de AWBZ. Deze cliënten melden zich als gevolg van de Pakketmaatregelen bij gemeenten en welzijnsorganisaties. Welzijnsorganisaties moeten een flink beroep doen op mantelzorgers en vrijwilligers om de gestegen vraag aan te kunnen. Ook ouderenadviseurs en maatschappelijk werkers worden meer ingezet. In bijna de helft van de ondervraagde gemeenten gebeurt nog niets. Dat blijkt uit de quickscan AWBZ die MOgroep W&MD gehouden heeft onder leden.

Resultaten Quickscan AWBZ pakketmaatregel: de gevolgen zichtbaar. Half februari 2010 heeft MOgroep W&MD een vervolgquickscan uitgevoerd naar de effecten van de pakketmaatregel AWBZ. Dit vervolg op de eerste quickscan (mei 2009) bevestigt verwachtingen en knelpunten van toen. Deze tweede scan geeft tevens een beeld van de oplossingen voor zover die door lokale aanbieders (welzijnsorganisaties) en gemeenten al of niet in gang zijn gezet. Een representatief panel van 44 leden heeft de vragen beantwoord. (zie kader)

Gestegen vraag naar begeleiding
Ruim 80% van de respondenten constateert een gestegen vraag van cliënten die geen ondersteunende en activerende begeleiding meer krijgen uit de AWBZ. Bijna alle respondenten (95%) hebben inmiddels contact met cliënten die geen indicatie meer krijgen. In absolute aantallen geeft de helft van de organisaties aan dat het daarbij gaat om tien of minder mensen, een kwart heeft er tien tot 20 cliënten bij gekregen en bijna 20% heeft te maken met een toename van vragen van 20 tot 50 nieuwe cliënten. Dat is toch 'een zaal vol erbij'.

Gevolgen voor organisaties en vrijwilligers
Welzijnsorganisatie geven aan dat het aantal geïsoleerde ouderen zienderogen toeneemt. Nieuw aanbod voor opvang en begeleiding aan deze groep moet onder tijdsdruk ontwikkeld worden. Het vergt veel van organisaties. Alleen al aan uren overleg met gemeenten. Vaak zijn er te weinig professionals en/of vrijwilligers en ontbreken faciliteiten. De hulpvraag stijgt het sterkst bij ouderenadviseurs (+ 56%) en vrijwilligers-ondersteuners en mantelzorgers (+ 62%). Ook maatschappelijk werkers (+ 23%) en vrijwilligers voor huisbezoeken (+ 35%) zien een gestegen hulpvraag.

Samen met de gemeente werkt het snelst
In gemeenten waar plannen zijn voor compensatie voor deze groep cliënten, blijkt bijna altijd de lokale welzijnorganisatie betrokken. Er is dan ook extra financiering beschikbaar, en de plannen zijn vastgelegd in een bestedingsvoorstel. 44% van de welzijnorganisaties heeft zelf deze plannen ingediend bij hun respectievelijke gemeenten. In 40% van de gemeenten is er nog geen concrete actie ondernomen. Cliënten die daar wonen worden dus niet geholpen of gecompenseerd voor het verlies van hun AWBZ-indicatie.

Wat kunnen welzijnsorganisaties bieden
Een fors deel (60%) van de welzijnsorganisaties is in staat om de gestegen vraag in te passen in reguliere activiteiten. Ruim 40% heeft voor deze nieuwe groep ook vernieuwende activiteiten ontwikkeld en biedt die aan. Bijna de helft van de organisaties beraadt zich nog hoe om te gaan met deze stijgende vraag van kwetsbare burgers. Bij het zoeken naar oplossingen wordt regelmatig aangegeven dat samen met andere aanbieders/ vrijwilligers en gemeenten gezocht wordt naar vernieuwend aanbod. 63% van de welzijnsorganisaties werkt samen met andere organisaties om initiatieven te realiseren. Samenwerking wordt gezocht met zorginstellingen, thuiszorg, MEE, GGZ, opbouwwerk, woningcorporatie, vrijwilligersorganisaties, wijkcentra/ buurthuizen. Ruim de helft van de W&MD-organisaties is de initiatiefnemer van samenwerking.

Wie betaalt dat?
Extra aanbod is mogelijk als gemeenten dat beschikbaar stellen (38%). Dat houdt dus niet over. Welzijnsorganisaties zoeken ook zelf naar oplossingen. Bijvoorbeeld uit eigen bijdrage van burgers/ cliënten (18%) en uit eigen reguliere middelen (40%). Ruim 30 % is er nog niet uit hoe te financieren. Een kleine 20% geeft aan dat nieuw aanbod niet op gang komt omdat financiering onduidelijk is.

|Deze scan is afgenomen half februari 2010, en is het vervolg op de    |
|eerste AWBZ-scan uit mei 2009. Toen verwachtten welzijnsorganisaties  |
|een toestroom van cliënten en hadden gemeenten nog nauwelijks zicht op|
|aantallen en vragen van nieuwe groepen kwetsbare burgers. Van een     |
|representatief ledenpanel (n=50) van MOgroep W&MD hebben 44           |
|organisaties de scan ingevuld. Met deze scan wil MOgroep W&MD samen   |
|met leden een beeld krijgen van de gevolgen van de pakketmaatregel    |
|AWBZ. Door deze bezuinigingsmaatregel (800 miljoen) krijgt een groep  |
|burgers geen indicatie meer voor Ondersteunende Begeleiding en        |
|Activerende Begeleiding van het CIZ. De gemeenten moeten volgens de   |
|Wmo eventuele vervangende vraag van deze burgers overnemen. Gemeenten |
|krijgen nauwelijks extra middelen ter compensatie van deze maatregel. |
|                                                                      |



Ingezonden persbericht