| |
|Datum 22 maart 2010 | | | |Onderzoek mannenopvang | |Behoefte aan opvang mannelijke slachtoffers huiselijk geweld | |Ruim 300 mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld klopten tussen | |juli 2008 en september 2009 voor hulp aan bij de mannenopvang in | |Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. | |Van de 90 opgevangen mannen was ruim de helft slachtoffer van | |huiselijk geweld. De overige mannen waren slachtoffer van | |eergerelateerd geweld of mensenhandel. Dit blijkt uit het onderzoek | |'Als de nood aan de man is', dat is uitgevoerd in opdracht van de vier| |grote steden. | | | |In juli 2008 is in de vier grote steden - in samenwerking met het | |ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) - een proef | |gestart met veertig opvangplekken voor mannelijke slachtoffers van | |huiselijk geweld. Dat was nodig, omdat er nauwelijks veilige opvang en| |begeleiding was voor mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld. Ook| |was onduidelijk welke hulp deze groep nodig heeft. De opvangplaatsen | |in de vier grote steden worden gebruikt voor mannen uit heel | |Nederland. | | | |Erkenning en hulpvraag | |Veel mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld ervaren stuiten op | |onbegrip. Voor hen is de erkenning van hun problemen erg belangrijk. | |Welke hulp en ondersteuning slachtoffers daarnaast nodig hebben, | |verschilt per persoon. Vaak hebben de mannen behoefte aan hulp bij het| |regelen van praktische zaken, zoals het vinden van een nieuw | |onderkomen en het op orde brengen van de financiën. Slachtoffers van | |eergerelateerd geweld moeten in de eerste plaats een geheim en veilig | |adres hebben en in een later stadium mogelijk bemiddeling bij de | |problemen met hun familie. Bijna alle slachtoffers hebben na een | |periode van hulp en opvang (alternatieve) huisvesting nodig. | | | |Vervolg | |De proef loopt nog tot eind 2010. Later dit jaar neemt VWS een | |beslissing over de structurele voortzetting en financiering vanaf | |2011. | |