Datum 23 maart 2010 Uw brief
2010Z04447
Kamervragen over orthodontisten die meer verdienen dan het norminkomen
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Van Gerven en
Leijten (SP) over orthodontisten die meer verdienen dan het norminkomen
(2010Z04447).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Van Gerven en Leijten over
orthodontisten die meer verdienen dan het norminkomen.
(2010Z04447)
1
Is het bericht waar dat orthodontisten veel meer verdienen dan het gemiddeld
norminkomen?
2
Wat is uw oordeel over dit nieuws dat de inkomens van orthodontisten kan
oplopen tot 250.000 tot 600.000 euro per jaar terwijl het norminkomen 140.000
euro per jaar bedraagt?
1 en 2
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voert op dit moment een kostenonderzoek
uit naar de onderbouwing van de orthodontistentarieven. Met eerder onderzoek
concludeerde de NZa dat de omzetten die orthodontisten behaalden gemiddeld
hoger waren dan waar de tariefberekening van uitging. Dat was de aanleiding om
de tarieven voor orthodontisten in de periode van 2007-2010 met 21% te
verlagen. Eerder waren de tarieven al met 8% verlaagd. Omdat de rechter van
het College van Beroep voor het bedrijfsleven het besluit tot de tariefverlaging van
21% heeft vernietigd, is deze met ingang van 1 juli 2009 deels teruggedraaid en
is de NZa gestart met een kostenonderzoek om de tarieven opnieuw te kunnen
onderbouwen.
3
Hoe gaat u voorkomen dat orthodontisten binnenlopen, doordat zij in hun praktijk
in plaats van de gebruikelijke drie stoelen werken met wel tien tot twaalf stoelen,
hetgeen ten koste gaat van de kwaliteit van de geboden zorg? Dient niet een
norm te worden gesteld aan het aantal stoelen per praktijk om kwaliteit te kunnen
garanderen?
3
In de tariefberekening wordt uitgegaan van een gemiddelde orthodontistenpraktijk
(3-5 stoelen). Het aantal stoelen is op zichzelf niet bepalend voor de geleverde
kwaliteit. Echter, ik ben wel van mening dat de norm van het aantal stoelen
leidraad geeft voor de praktijkomvang van een orthodontist. Ik verwacht dat bij
deze praktijken sprake is van taakherschikking.
Ik heb van de inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) echter geen signalen dat
de kwaliteit van orthodontie in het geding is. Zodra dit wel aan de orde is, zal ik u
daar nader over informeren.
Uiteindelijk ziet de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) immers toe op het
kwaliteitsbeleid.
4
Zijn de BV-constructies die orthodontisten toepassen waarbij aan de orthodontist
als grootaandeelhouder jaarlijks een dividend wordt uitgekeerd van gemiddeld
200.000 euro in uw ogen maatschappelijk aanvaardbaar? Zo ja, waarom? Zo nee,
welke stappen bent u bereid te nemen om aan dergelijke constructies een einde te
maken?
4
Het inkomen van de orthodontist kent in principe twee verschijningsvormen:
- Loon
o In loondienstverband bij een werkgever (eventueel als waarnemer);
o In loondienst als directeur groot aandeelhouder van een eigen
BV (fiscaal verplicht)
- Winst uit onderneming
Combinaties in bovengenoemde komen ook veel voor. Een orthodontist met een
eigen BV geeft zichzelf fiscaal loon, maar de BV kan ook nog winst hebben
gemaakt waar hij of zij als aandeelhouder de beschikking over heeft.
- Over loon wordt loonbelasting betaald (maximumtarief 52%)
- Over winst uit een BV wordt eerst 25% vennootschapsbelasting
betaald; en als de netto winst aan de aandeelhouder wordt
uitgekeerd nog eens 25% inkomstenbelasting. Samen dus 50%.
De vorm van het inkomen (loon of winst) is voor de fiscus geen relevant verschil.
Het uitkeren van winst uit de BV heet dividend, maar kan dus qua timing los staan
van het jaar waarin het (als winst) verdiend is.
Winst van een BV wordt of toegevoegd aan de algemene reserve van de BV (en
dus nog niet aan de aandeelhouder uitgekeerd) of als dividend uitgekeerd aan de
aandeelhouder(s). Het uitgekeerde bedrag kan gebaseerd zijn op winst die in vele
jaren is opgebouwd. Zo kan een gemiddeld dividendbedrag van 200.000 euro het
resultaat zijn van vele jaren winstopbouw.
Orthodontisten zijn in veel gevallen naast zorgaanbieder ook ondernemer.
Orthodontisten die een BV hebben moeten zich aan de fiscale regels houden. Ik
zie derhalve geen aanleiding om stappen te ondernemen om "BV-constructies" te
beëindigen.
5
Is het mogelijk geld terug te vorderen van orthodontisten die veel te veel
verdienen als het gaat om verzekerde zorg in het basispakket? Zo nee, waarom
niet?
5
Orthodontie is voor het grootste deel niet in het basispakket opgenomen.
Orthodontie wordt uitsluitend vanuit de Zorgverzekeringswet vergoed, indien
sprake is van zogenaamde `bijzondere tandheelkunde'. In de praktijk gaat het dan
meestal om complexe orthodontie bij gelaats- en kaakafwijkingen. Deze
behandelingen vormen slechts een zeer klein deel van de reguliere, alledaagse,
orthodontie. Vanwege de kleinschalige omvang van orthodontie in de bijzondere
tandheelkunde, draagt dit niet of nauwelijks bij tot het opgebouwde vermogen van
orthodontisten.
Terugvordering is derhalve niet aan de orde.
6
Vindt u niet dat bv-constructies met als doel er financieel beter van te worden
verboden dienen te worden als het gaat om hulpverleners als orthodontisten en
andere specialisten? Zo nee, waarom niet?
6
Zie het antwoord bij vraag 4.
7
Bent u bereid onderzoek te doen naar financiële constructies van specialisten en
met regelgeving te komen die dergelijke constructies onmogelijk maakt? Zo nee,
waarom niet?
7
Orthodontisten zijn naast zorgaanbieder ook ondernemer. Dit ondernemerschap
biedt een stimulans aan een doelmatige praktijkvoering, klantgericht gedrag en
het leveren van kwalitatieve zorg. Op zichzelf is er niets tegen `financiële
constructies', zolang deze niet strijdig zijn met fiscale wet- en regelgeving.
8
Is het waar dat voormalig orthodontisten die zich om financiële redenen uit het
register hebben laten schrijven toch deze titel bij hun werkzaamheden blijven
voeren? 2) Wat vindt u hiervan?
8
Het voeren van de titel orthodontist, zonder te zijn ingeschreven in het
specialistenregister zoals bedoeld in art. 14 van de Wet op de Beroepen in de
Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) is strafbaar.
9
Is dit bekend bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) of de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa)? Is het waar dat de IGZ en/of NZa deze zaken niet zelf
aanpakt of heeft aangekaart bij het OM omdat zij andere prioriteiten hebben? Zo
ja, acht u dit juist? Is hier niet sprake van illegaal gedrag waartegen moet worden
opgetreden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe kan daartegen worden opgetreden?
9
Uitschrijving uit het BIG register van orthodontisten is bekend bij de IGZ. De
belangrijkste taak van de Inspectie is toezicht houden op de kwaliteit en de
toegankelijkheid van zorg met als belangrijke factor daarbij de patiëntveiligheid.
Wanneer de patiëntveiligheid of de kwaliteit van zorg in het geding is, treedt de
Inspectie op. Wanneer het titelmisbruik zonder zorginhoudelijke aspecten betreft
treedt de Inspectie niet zelf op, maar doet aangifte bij het Openbaar Ministerie.
Gezien de schaal waarop hier mogelijk sprake is van misbruik van de titel
"orthodontist" en gezien de negatieve invloed die dit kan hebben op het
vertrouwen van de patiënt in de gezondheidszorg zal de Inspectie nader
onderzoek doen en afhankelijk van de bevindingen optreden.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport