Gerechtelijke organisatie

Beschikking Hoge Raad over afgifte gegevens van openbaar vervoer bewijzen aan OM

Den Haag, 23 maart 2010 - De rechtbank Rotterdam oordeelde in 2007 dat fotoâs op openbaar vervoer bewijzen privacygevoelig kunnen zijn. Daarom mogen zij niet door de officier van justitie, zonder schriftelijke machtiging van een rechter-commissaris, worden gevorderd. De Hoge Raad laat dit oordeel in stand.

Achtergrond
De officier van justitie had van Trans Link Systems BV een lijst gevorderd met daarop de barcodes van de gebruikers van het tourniquet systeem op de metrostations Maashaven en Heemraadlaan in Rotterdam, in de nacht van 6 maart 2007 te 22.00 uur tot 7 maart 2007 te 00.00 uur, omgezet in naam, adres, postcode, woonplaats en eventuele foto's van de betreffende kaarthouders.
Na een aanvankelijke weigering heeft de betrokken onderneming alsnog onder protest de gegevens, waaronder fotoâs van personen, uitgeleverd. Het protest hield in dat de gevraagde gegevens privacygevoelig zijn en daarom niet zonder voorafgaande schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris gevorderd hadden mogen worden. Vervolgens heeft zij bij de rechtbank een klaagschrift strekkende tot de teruggave van de gegevens ingediend. De rechtbank heeft het beklag gegrond verklaard en de teruggave gelast.

Het cassatieberoep bij de Hoge Raad
Het openbaar ministerie is tegen de beslissing van de rechtbank bij de Hoge Raad in beroep gekomen. In dat beroep is aangevoerd dat het het openbaar ministerie niet is te doen om het verkrijgen van privacygevoelige gegevens, maar alleen om gegevens omtrent reisbewegingen.
De advocaat van de betrokken onderneming, mr. H.H. de Vries in Amsterdam, heeft het cassatieberoep tegengesproken. Op 8 december 2009 heeft advocaat-generaal mr. A.J.M. Machielse in zijn conclusie de Hoge Raad geadviseerd de uitspraak van de rechtbank in stand te laten.

De uitspraak van de Hoge Raad
In dit geval is door het openbaar ministerie de afgifte gevorderd van gegevens waaronder fotoâs van personen. Met verwijzing naar de Wet bescherming persoonsgegevens is de Hoge Raad van oordeel dat gegevens die het ras van een persoon betreffen, of waaruit informatie over diens ras kan worden afgeleid, als âgevoeligeâ informatie moet worden aangemerkt. In zoân geval eist de wet een schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris voordat de afgifte van die gegevens kan worden gevorderd. Uit de foto van een persoon kan informatie over diens ras worden afgeleid. Daarom had het openbaar ministerie die fotoâs niet zonder machtiging van de rechter-commissaris mogen vorderen, ook al was het niet de bedoeling privacygevoelige gegevens te verkrijgen. De rechtbank heeft dan ook terecht de teruggave gelast aan de betrokken onderneming van de gevorderde fotoâs. De Hoge Raad verwerpt daarmee het cassatieberoep van het OM.

Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 23 maart 2010. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.

Den Haag, 23 maart 2010,
mw. mr. E. Hartogs, griffier,
tel 070-3611236

LJ Nummer

BK6331
Zie het origineel

Bron: Hoge Raad der Nederlanden Datum actualiteit: 23 maart 2010 Naar boven