Rechtbank Breda


Rechtbank veroordeelt 18-jarig meisje voor kinderdoodslag

Breda, 23 maart 2010 - De rechtbank in Breda heeft een 18-jarig meisje uit Roosendaal veroordeeld voor kinderdoodslag op haar pasgeboren baby. De rechtbank legt aan het meisje de zogenoemde PIJ-maatregel op (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen).

Het meisje raakte eind 2008 onverwacht zwanger van haar vriend. Omdat zij bang was voor de reacties van haar omgeving, heeft ze niemand over de zwangerschap verteld en deed ze alsof er niets aan de hand was. Uiteindelijk is het meisje in juli 2009 bevallen van een zoon. Vlak na de bevalling heeft zij de baby gedood. Ze was op dat moment 17 jaar.

De rechtbank acht kinderdoodslag bewezen. Uit de feiten en omstandigheden rond de bevalling is volgens de rechtbank gebleken dat het meisje niet zodanig in de war was dat zij geen enkel inzicht meer had in de draagwijdte van haar handelen. Met de raadsman en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat bij het meisje geen sprake is geweest van een vooropgezet plan om de baby na de bevalling te doden. Daarom acht de rechtbank kindermoord niet bewezen.

De rechtbank acht het meisje verminderd tot sterk verminderd toerekeningsvatbaar. Zij neemt hiermee de conclusie van een psychiater en een psycholoog over, dat het meisje lijdt aan een depressieve stoornis en een gebrekkige sociaal-emotionele ontwikkeling. De depressie was niet zichtbaar voor haar omgeving. Zij heeft die heel sterk onderdrukt door zich zoveel mogelijk ânormaalâ te gedragen.

De deskundigen hebben in eerste instantie geadviseerd om aan het meisje een voorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen met als bijzondere voorwaarde gedwongen klinische behandeling. Geen enkele klinische GGZ-instelling bleek echter bereid het meisje op te nemen. Gelet op de ernst van het feit en de problematiek van het meisje ziet de rechtbank daarom geen andere mogelijkheid dan de PIJ-maatregel onvoorwaardelijk op te leggen, via plaatsing in de justitiële jeugdinrichting De Hunnerberg in Nijmegen.

In het Nederlandse wetboek van strafrecht zijn kindermoord en kinderdoodslag apart opgenomen. Deze artikelen gaan over het doden van een kind bij of kort na de geboorte door een moeder, uit vrees voor ontdekking van de bevalling. Bij deze speciale strafrechtelijke bepalingen horen lagere maximumstraffen dan bij moord en doodslag. De PIJ-maatregel, ook wel âjeugd-tbsâ genoemd, kan maximaal 4 jaar duren.

LJ Nummer

BL8559
Zie het origineel

Bron: Rechtbank Breda
Datum actualiteit: 23 maart 2010