Oplossing voor kostenvraagstuk beleggingspensioen

23/03/2010 17:37

Verbond Van Verzekeraars

Er is een goede oplossing bereikt voor het kostenvraagstuk dat zich voordoet in een beperkt deel van de pensioencontracten met beleggingsmogelijkheid, de zogeheten beschikbare premieregelingen (BPR). Dat zegt algemeen directeur Richard Weurding van het Verbond van Verzekeraars, nu in overleg met werkgevers- en werknemers-vertegenwoordigers van de Stichting van de Arbeid (StAR) en de ombudsman een toetsnorm is vastgesteld voor bestaande beleggingspensioenen. Het Verbond van Verzekeraars adviseert zijn leden kosteninhoudingen in het verleden te toetsen aan deze norm en waar nodig het pensioenresultaat van deelnemers te verbeteren.

Algemeen directeur Richard Weurding van het Verbond van Verzekeraars kondigde vorig jaar aan, dat de sector het initiatief zou nemen tot het doorvoeren van verbeteringen bij beleggings-pensioenen. Eén van de concrete resultaten tot nu toe betreft het vanaf 2010 jaarlijks verstrekken van een gedetailleerd overzicht van kosten, risicopremies en beleggingsresultaat aan alle deelnemers. Voor de toekomst is daarmee transparantie gegarandeerd. Met het vaststellen van een kostennorm voor het verleden wordt volgens Weurding een belangrijke tweede stap gezet. "Dat is goed nieuws voor de betrokken deelnemers in deze regelingen, die nu tegen betere voorwaarden pensioen kunnen opbouwen."

Het Verbond heeft bij de ontwikkeling van de toetsnorm, die de kosten voor bestaande contracten maximeert op 1,5 procent van het belegd vermogen en 9,5 procent van de premie, overleg gevoerd met de Stichting van de Arbeid en met de ombudsman en rekening gehouden met zijn inzichten. Op verzoek van StAR en Verbond heeft de ombudsman het proces begeleid en het eindresultaat beoordeeld. De ombudsman beoordeelt de norm als adequaat en stelt vast dat toepassing van de norm leidt tot een evenredige verdeling van kosten over de verschillende categorieën deelnemers. De regeling biedt, aldus de ombudsman, een bij deze contracten 'passende hoogte en methodiek voor kosteninhouding'. De partijen in de StAR zijn van oordeel dat de toetsnorm op een 'zorgvuldige en transparante wijze' tot stand is gekomen en verwachten dat verzekeraars hiermee komen tot adequate compensatie.

Met inbegrip van inactieven (zogeheten slapers), aanvullende contracten, waardeoverdrachten en gepensioneerden zijn er tot dusverre in totaal 1,5 miljoen BPR-contracten gesloten voor naar schatting 750.000 werknemers. Van dit aantal contracten komt circa vijftien procent voor correctie in aanmerking. Met deze herberekening wordt voor de deelnemers circa zeshonderd miljoen euro aan extra pensioen opgebouwd. De contante waarde ligt in de orde van grootte van tweehonderd miljoen euro. Alle categorieën deelnemers kunnen voor compensatie in aanmerking komen. De toetsnorm geldt uitdrukkelijk niet voor nieuwe contracten, aangezien daar volledige kostentransparantie is geregeld. Maatschappijen die de norm toepassen, worden geacht de betrokken deelnemers actief te benaderen. Het Verbond van Verzekeraars verwacht dat zijn leden hun beleggingspensioenen zullen toetsen aan de norm.

Beleggingspensioenen wonnen sinds de jaren negentig aan populariteit, omdat de premie voor de werkgevers vaststaat en deelnemers zelf beleggingskeuzes kunnen maken. Het beeld kantelde echter onder invloed van beurscrashes, waardoor ook de relatieve druk van uitvoeringskosten toenam. De toetsnorm voor kosteninhoudingen in het verleden hangt samen met het feit dat een redelijke pensioenopbouw soms wordt belemmerd door hoge kosteninhoudingen. Bovendien was in het verleden voor de deelnemers niet altijd duidelijk welk deel van de premie werd besteed aan pensioenopbouw en welk deel aan advies-, beleggings- en uitvoeringskosten. De verwachtingen die deelnemers over hun pensioenregeling hebben, kunnen daardoor afwijken van de uitkomsten.

Weurding: "Het is belangrijk dat een verzekering beantwoordt aan de verwachtingen van de klant. Dat is essentieel bij het herstel van vertrouwen waar de sector met kracht aan werkt volgens het verbeterprogramma VerzekeraarsVernieuwen. Bovendien staat het pensioenstelsel in Nederland vanwege de vergrijzing onder druk. Het is onze overtuiging dat dit type producten een aanvullende oplossing kan bieden voor pensioenopbouw in de toekomst. Maar dan is het wel belangrijk dat deze regelingen helemaal up-to-date zijn."

Het wegnemen van knelpunten in het verleden gaat volgens Weurding hand in hand met het doorvoeren van verdere verbeteringen voor de toekomst. Zo zal het Verbond van Verzekeraars nog overleg voeren met werkgevers en werknemers in de Stichting van de Arbeid over andere aspecten van beleggingspensioenen zoals over het inzicht in de relatie tussen de beschikbaar gestelde premie en de pensioenopbouw, verbeterde voorlichting over risico's en rendementen aan deelnemers en de relatie tussen maatwerk en uitvoeringskosten.

Op verzoek van de ombudsman is de toetsnorm door een extern accountantsbureau doorgerekend, waarbij is bevestigd dat de kostenmaximering in lijn ligt met de compensatie-regelingen die eerder met consumentenstichtingen zijn overeengekomen voor individuele beleggingspolissen.





http://www.verzekeraars.nl