Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Minister Verburg: betere balans tussen dierenwelzijn, milieu en economie

Persbericht | 23-03-2010

Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) neemt meer tijd om in de varkenshouderij een evenwichtige balans te krijgen tussen dierenwelzijn, milieu en economie. De lange termijndoelen voor een duurzame varkenshouderij blijven hierbij voorop staan.

Aanleiding is het rapport 'Gevolgen van bestaande regelgeving voor de Nederlandse Varkenshouderij' dat het LEI in opdracht van minister Verburg heeft gemaakt. Veel varkensbedrijven komen volgens het LEI in ernstige financiële problemen bij het onverkort doorvoeren van de wettelijke ammoniak- en welzijnsmaatregelen per 2013.

LEI-onderzoek

Minister Verburg heeft naar aanleiding van de motie Atsma het LEI gevraagd onderzoek uit te voeren naar de economische gevolgen van de ammoniak- en welzijnsmaatregelen om in 2013 te voldoen aan de eisen uit het 'Besluit ammoniak huisvesting veehouderij' en het 'Varkensbesluit'. De gevolgen van de geplande maatregelen zijn aanzienlijk volgens het LEI. De financiële ruimte op veel varkensbedrijven is te klein voor de noodzakelijk investeringen in de wettelijke ammoniak- en welzijnsmaatregelen. Ongeveer 35% van de bedrijven (in totaal ongeveer 2750 bedrijven) heeft een goede financiële positie en voldoende mogelijkheden om te investeren in de ammoniak- en welzijnsmaatregelen. Ongeveer 15% van de bedrijven zal om financiële redenen moeten stoppen. De overige bedrijven zullen in ernstige financiële problemen komen. Het LEI concludeert dat bij een gelijktijdige invoering van de per 2013 vastgelegde wettelijke ammoniak- en welzijnsmaatregelen de nationale varkensstapel mogelijk met enkele tientallen procenten zal krimpen op de korte termijn. Een dergelijke krimp heeft naast de primaire varkenshouderij ook gevolgen voor de toeleverende en verwerkende industrie en verwante bedrijvigheid.

Duurzame varkenshouderij

De minister heeft in haar Toekomstvisie duurzame veehouderij geschreven dat de varkenshouderij zich in 2023 moet hebben ontwikkeld tot een duurzaam producerende keten met een breed draagvlak in de samenleving. De Nederlandse varkenshouderij heeft op de Europese en internationale markt een sterke positie. Op het punt van dierenwelzijn zit de sector in de Europese kopgroep. Sinds 1998 ligt de norm voor leefoppervlakte voor vleesvarkens bijvoorbeeld ruim 20% boven de Europese norm. De ammoniak- en welzijnsmaatregelen per 2013 dreigen echter ten koste te gaan van het toekomstperspectief van veel varkensbedrijven. Om het proces van herstructurering en renderende verduurzaming geleidelijker te laten lopen, stelt minister Verburg de volgende welzijnsmaatregelen voor de varkenshouderij voor.

Groepshuisvesting

De Europese eis dat per 2013 dragende zeugen in groepen gehouden moeten worden blijft van kracht.

Spleetbreedte roostervloeren

Minister Verburg gaat bij de Europese Commissie na of de Deense interpretatie van de eisen voor spleetbreedte van roostvloeren in vleesvarkensstallen correct is. Afhankelijk hiervan bekijkt zij wat de mogelijkheden zijn voor de Nederlandse situatie. In Denemarken hebben vleesvarkensstallen net als in Nederland halfroostervloeren (40% van de vloer is dicht). Denemarken hanteert de interpretatie dat de Europese eis van 18 millimeter spleetbreedte alleen geldt voor volledig roostervloeren. Deense vleesvarkensbedrijven mogen bij halfroostervloeren roosters met een spleetbreedte van 20 millimeter blijven gebruiken. Sinds 2003 wordt in Nederland bij verbouw en nieuwbouw van vleesvarkensstallen de Europese eis van 18 millimeter gehanteerd. Bij een geplande omvangrijke verbouw of nieuwbouw is deze eis goed in te passen en brengt het minder extra kosten met zich mee dan wanneer de ver- of nieuwbouw alleen vanuit het oogpunt van de roosters moet plaatsvinden. Op dit moment staan er in Nederland nog veel vleesvarkensstallen waarvoor geen verbouw of nieuwbouw is gepland. Het alleen om de spleetbreedte vervangen van de roosters in bestaande stallen gaat gepaard met het afbreken van de hokinrichting en soms zelfs de hele stal omdat de roostervloer deel uitmaakt van het fundament. Dit betekent een aanzienlijke kapitaalvernietiging.

Leefoppervlakte

Minister Verburg laat de verhoging van de normen voor leefoppervlakte tot 0,4 vierkante meter per big en 1 vierkante meter per vleesvarken die op 2013 zou ingaan vervallen. Zij wil een besluit hierover koppelen aan de resultaten van de evaluatie en herziening van de Europese Varkensrichtlijn die is voorzien vanaf 2012. De huidige Europese normen voor leefoppervlakte bedragen 0,3 vierkante meter per big en 0,65 vierkante meter per vleesvarken van 85 tot 110 kg. Door een eenzijdige nationale verhoging van de norm voor leefoppervlakte zou het verschil tussen de Nederlandse eis en de Europese Varkensrichtlijn nog groter worden. Dit heeft grote gevolgen voor de kostprijs en concurrentiepositie van de Nederlandse varkenshouderij. De minister wil verbetering van het welzijn via aanscherping van de wettelijke eisen in de eerste plaats via het Europese spoor realiseren, in samenwerking met Europese lidstaten die er hetzelfde over denken. Verburg zal bij de Europese Commissie pleiten voor een versnelde herziening van de Varkensrichtlijn. Haar inzet hierbij is 0,4 vierkante meter voor biggen en 1 vierkante meter voor vleesvarkens.

Andere maatregelen

Als compenserende maatregel voor het laten vervallen van de leefoppervlaktenorm van 1 vierkante meter per vleesvarken, wil minister Verburg de norm voor leefoppervlakte voor alle vleesvarkens per 2013 vastleggen op 0,8 vierkante meter per dier. Dan geldt deze norm ook voor vleesvarkens die worden gehouden in stallen van voor 1998. Nederland blijft hierdoor in de Europese kopgroep. Daarnaast wil minister Verburg meer duidelijkheid over hokverrijking (varkensspeeltjes ter afleiding). Betere hokverrijking vraagt een minder grote investering en leidt tot welzijnswinst op korte termijn. Ook laat Verburg onderzoeken of het mogelijk is om varkenshouders vanaf 1 januari 2011 alleen subsidie te geven voor extra maatregelen op het gebied van dierenwelzijn als zij minimaal 0,4 vierkante meter voor biggen en 1 vierkante meter voor vleesvarkens aan leefoppervlakte hanteren. Zij onderzoekt verder of er in de bestaande stimuleringsinstrumenten andere maatregelen kunnen worden opgenomen waarmee varkenshouders gestimuleerd worden om meer aan dierenwelzijn te doen. De minister ondersteunt met het Convenant marktontwikkeling duurzame dierlijke producten initiatieven om marktconcepten te ontwikkelen waarbij varkens qua welzijn een streepje voor hebben. De Hoeve Milieukeur en het initiatief van Albert Heijn, VION en Dierenbescherming met het tussensegment varkensvlees zijn al goede voorbeelden van marktgerichte initiatieven.