Vereniging Natuurmonumenten


Schotse hooglanders Veluwezoom redden zich goed

Gepost op 23 maart 2010

Oproep Tweede Kamer om kudde bij te voeren

Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft vanmiddag een motie aangenomen (van CDA, VVD, PVV en Christen Unie) waarin wordt opgeroepen om de kudde Schotse hooglanders op Veluwezoom bij te voeren.

Natuurmonumenten begrijpt de bezorgdheid van de kamerleden in kwestie, maar bijvoeren van de hooglanders op Veluwezoom is op dit moment niet nodig. De lente is duidelijk aangebroken. De kudde maakt het goed, er is alweer jong gras beschikbaar en er zijn zelfs al kalfjes geboren. Het aanspreken van hun vetreserve gaat bij de hooglanders inmiddels weer over in het opbouwen van vet. De vooruitzichten voor de grasgroei en de temperatuur zijn gunstig en ruim boven de normale situatie om deze tijd van het jaar in het 5.000 hectare grote natuurgebied. De sterfte van deze winter bedraagt 14 van de 140 dieren (10%). Dat is lager dan verwacht. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat er nog grote sterfte zal optreden. Natuurmonumenten betreurt het feit dat de motie is aangenomen, maar respecteert de wens van een parlementaire meerderheid die zich heeft uitgesproken om nu bij te voeren. Er zal dan ook op korte termijn met minister Verburg overleg plaatsvinden over de ontstane situatie. Onder meer De Partij voor de Dieren en de Dierenbescherming zijn het met Natuurmonumenten eens dat bijvoeren in de huidige situatie niet zinvol is en zelfs averechts kan werken.

Zorg voor welzijn hooglanders

Natuurmonumenten ziet scherp toe op het welzijn van de hooglanders op Veluwezoom. Samen met een dierenarts wordt de conditie van de runderen regelmatig gecontroleerd. In een winter met veel vorst en sneeuw worden er extra controles uitgevoerd. Bij aanhoudende vorst worden poelen opengehakt om de watervoorziening te garanderen. Dieren die het einde van de winter niet zouden halen worden afgeschoten, zodat ze niet in een uitzichtloze situatie terechtkomen. Natuurmonumenten heeft ook een speciaal protocol opgesteld om de hooglanders op Veluwezoom bij te voeren als het voortbestaan van de kudde in gevaar komt. Dat is op dit moment echter niet het geval.

Bijvoeren alleen wanneer echt nodig

Natuurmonumenten is altijd al bereid geweest om de kudde in uitzonderlijke omstandigheden bij te voeren, maar vindt dat je dat alleen moet doen als het echt nodig is. Zonder meer bijvoeren zodra het koud wordt, maar terwijl het niet echt nodig is, werkt namelijk averechts. Je creëert onrust in de kudde, want er zal concurrentie ontstaan om het voer. Dat kan tot onnodige onderlinge gevechten en verwondingen leiden. Dit soort onrust is ongewenst in een kudde waarin op dit moment kalveren worden geboren. En de concurrentieslag om het voer wordt gewonnen door de sterkste dieren. De hulp komt dus bij de verkeerde terecht. De dieren gaan ook gewend raken aan het voeren, waardoor ze blijven hangen rond de voerplekken en niet meer zelfstandig op zoek gaan naar voedsel. Doordat ze gewend raken aan mensen kunnen ze opdringerig worden als ze bezoekers zien, met als gevolg dat ze uit de kudde moeten worden gehaald om te worden afgemaakt. Het grootste bezwaar tegen bijvoeren is dat de populatie daardoor ongewenst snel gaat groeien. Daar heeft Natuurmonumenten op Veluwezoom al eerder mee te maken gehad. Van 1996 tot 2002 zijn de dieren goedbedoeld bijgevoerd in de winter. Het gevolg was dat de kudde in 2002 was gegroeid tot maar liefst 225 dieren. En dat oversteeg de draagkracht van het gebied. In dat jaar zijn om die reden 144 hooglanders gevangen en verplaatst naar andere gebieden. In een dergelijke situatie wil Natuurmonumenten niet nogmaals terechtkomen. Toen de minister in 2002 bij uitzondering toestemming gaf voor het verplaatsen van deze ongeoormerkte dieren, heeft hij dan ook als voorwaarde gesteld dat we zouden stoppen met bijvoeren in de winter. De enige reden om daarvan af te wijken is als er massale sterft dreigt, waardoor het voortbestaan van de kudde in gevaar komt. Inmiddels is het gras overigens alweer aan het groeien op Veluwezoom. En de kwaliteit van dat jonge gras (veel eiwitten) is veel beter dan die van schraal hooi, waarmee de kamerleden willen dat er wordt bijgevoerd.

Breed maatschappelijk draagvlak

Het beleid van Natuurmonumenten om de hooglanders op Veluwezoom niet bij te voeren tenzij om massale sterfte te voorkomen, kan op breed maatschappelijk draagvlak rekenen. Het heeft de instemming van het ministerie van LNV en onder meer De Partij voor de Dieren en de Dierenbescherming. Vanzelfsprekend is het ook goedgekeurd door de Verenigingsraad, waarin de 830.000 leden van Natuurmonumenten zijn vertegenwoordigd.

Geen oernatuur

Natuurmonumenten streeft op Veluwezoom niet naar het creëren van oernatuur. Veluwezoom is echter wel uniek: het is het enige gebied van Natuurmonumenten met grazers waar natuurlijke processen zich spontaan kunnen voltrekken. De doelstelling van Natuurmonumenten op Veluwezoom is niet om een bepaald soort natuur te laten ontstaan, maar om de natuur zelf te laten bepalen hoe het gebied eruit komt te zien. Daar ligt dus geen menselijk streefbeeld aan ten grondslag. Begrazing met runderen is een essentieel onderdeel van de natuurlijke processen in een gebied als Veluwezoom. Door hun wijze van grazen hebben de runderen een positief effect op de diversiteit aan planten en dieren in het uitgestrekte gebied. Er is al in 1982 gekozen voor het uizetten van Schotse hooglanders op Veluwezoom, omdat dit sterke ras winterhard is en ook bij het kalveren geen hulp nodig heeft.