ChristenUnie
Vrolijke Irving na zure regen
maandag 22 maart 2010 13:53 "Owen Meany was een
raar, klein, slim mannetje met een hoge, schrille stem. Om dat ventje
draait het in de roman 'Bidden wij voor Owen Meany' van John Irving."
Gert-Jan Segers, directeur van het WI, legt in het Reformatorisch
Dagblad in het kader van de Boekenweek iets bloot van zijn passie voor
schrijven. Segers schreef zelf twee romans.
Toen ik het kloeke boek las, was voor mij de ontdekking vooral hoe
mooi verhalen kunnen zijn als ze goed worden verteld. Mijn
leescarrière op de middelbare school was er een zoals van velen in
Nederland: 't Hart, Bordewijk, Hermans, dat soort werk. Het enige dat
ik me van mijn boekenlijst herinner, is dat altijd alles bij iedereen
mislukte en dat fietsers altijd tegenwind hadden. Het was de zure
regen der Nederlandse letteren.
Toen las ik opeens die opgewekte, vrolijk makende pil van John Irving.
Zodra ik het boek -vaak in de trein- weer opensloeg, zweefde ik als
vanzelf naar de wereld die Irving met zijn taal had geschapen.
Ook al begint het boek met de ontboezeming dat de ik-figuur, John,
dankzij Owen Meany christen is geworden, het is geen stichtelijk
werkje. Oppassende ouders van leesgrage kinderen zijn gewaarschuwd.
Maar het grote thema van het boek heeft zeker een religieuze dimensie.
Meany is namelijk te weten gekomen wanneer en waarom hij zal sterven.
Hij zal Vietnamese kinderen redden en daarbij het leven laten.
Ook de lezer komt dat al in een vroeg stadium te weten. Toch blijf je
gretig doorlezen omdat je nog geen flauw benul hebt van hoe de
apotheose zich zal voltrekken. Gek genoeg is de `wetenschap' dat hij
vroegtijdig zal sterven voor Meany geen last. Integendeel. Het laatste
van zijn leven motiveert hem in het voorlaatste. Dat christelijke
motief geeft te denken over je eigen leven.
Maar waar ik stiekem echt naar verlangde toen ik het boek uit had, was
om ooit zelf zo'n verhaal te kunnen schrijven. Eentje dat oppassende
ouders met een gerust hart kunnen geven en dat leesgrage kinderen
simpelweg doet vergeten dat het verhaal verplichte kost voor hun
boekenlijst is.
Dit is het laatste deel van een serie waarin schrijvers op een
persoonlijke manier reflecteren op het Boekenweekthema.