kamervragen van het lid Sterk over het bericht dat Frankrijk het
Franse staatsburgerschap heeft ontzegd aan een man die zijn vrouw
dwong tot het dragen van een boerka
Kamerbrief inzake kamervragen van het lid Sterk over het bericht dat
Frankrijk het Franse staatsburgerschap heeft ontzegd aan een man die zijn
vrouw dwong tot het dragen van een boerka
Kamerbrief | 24 maart 2010
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Justitie, de
antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Sterk
(CDA) aan de ministers van Justitie en Buitenlandse Zaken over het
bericht dat Frankrijk het Franse staatsburgerschap heeft ontzegd aan
een man die zijn vrouw dwong tot het dragen van een boerka. Deze
vragen werden ingezonden op 5 februari 2010 met kenmerk 2010
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de heer Hirsch Ballin, minster van Justitie, op vragen van het
lid Sterk (CDA) aan de ministers van Justitie en Buitenlandse Zaken
over het bericht dat Frankrijk het Franse staatsburgerschap heeft
ontzegd aan een man die zijn vrouw dwong tot het dragen van een
boerka.
Vraag 1 en 4
Is het waar dat Frankrijk het Franse staatsburgerschap heeft ontzegd
aan een man die zijn vrouw dwong tot het dragen van een boerka? 1)
Is het waar dat Frankrijk eerder het toekennen van de Franse
nationaliteit heeft geweigerd op grond van een 'radicale geloofsuiting
die niet overeenstemt met de kernwaarden van de Franse samenleving'?
3)
Antwoord 1 en 4
Op voorstel van de Franse minister van Immigratie en met instemming
van de Franse Raad van State heeft de Franse regering onlangs besloten
de Franse nationaliteit niet te verlenen aan een Marokkaanse man die
zijn (Franse) vrouw verplicht een boerka te dragen. Volgens de Franse
regering verhindert deze opvatting inburgering in de Franse
samenleving en is deze niet in overeenstemming met de waarden van de
Franse republiek, vooral waar het de gelijkheid tussen man en vrouw
betreft. In 2008 stemde de Franse regering op dezelfde grond in met
een naturalisatieweigering van een volledig gesluierde vrouw.
Vraag 2
Zo ja, is dit gebeurd op een rechtsgrond die voldoet aan de bepalingen
van het Europees verdrag inzake nationaliteit?
Antwoord
Het verlenen van de nationaliteit is een bevoegdheid die is
voorbehouden aan het land in kwestie. Het land kan zelf regels en
voorwaarden opstellen, mits die in overeenstemming zijn met
internationale verdragen. Regels en voorwaarden verschillen dan ook
per land. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat de
voorwaarden die Frankrijk stelt in strijd zijn met bepalingen van het
Europees Verdrag inzake Nationaliteit.
Vraag 3
Waarom heeft Frankrijk het Europees verdrag inzake nationaliteit nog
niet geratificeerd? 2)
Antwoord
Voor zover mij bekend heeft Frankrijk zijn positie in dit verband nog
niet bepaald. De beslissing om al dan niet te ratificeren is uiteraard
aan Frankrijk.
Vraag 5
Ziet u in het Franse voorbeeld aanleiding de Nederlandse
nationaliteitswetgeving aan te passen?
Antwoord
Neen. De Rijkswet op het Nederlanderschap bevat een norm die
vergelijkbaar is met de Franse norm. Artikel 8, aanhef en eerste lid
onder d, bepaalt, kort gezegd, dat voor verlening van het
Nederlanderschap door naturalisatie slechts in aanmerking komt de
verzoeker die in de Nederlandse samenleving als ingeburgerd kan worden
beschouwd op grond van het feit dat hij beschikt over kennis van de
Nederlandse taal, alsmede van de Nederlandse staatsinrichting en
maatschappij en hij zich ook overigens in de Nederlandse samenleving
heeft doen opnemen. De Handleiding bij de Rijkswet op het
Nederlanderschap zegt daarover, dat inburgering in algemene zin een
zekere aanvaarding van de Nederlandse samenleving veronderstelt. Op
deze grond wordt onder meer de naturalisatie geweigerd aan iemand die
polygaam gehuwd is. Indien duidelijk blijkt dat verzoeker zich buiten
de vereisten om opzettelijk afzijdig houdt van - of afzet tegen -
alles wat Nederlands is of op Nederland betrekking heeft, of
bijvoorbeeld weigert zijn kinderen naar school te laten gaan of zich
gedraagt tegen de waarden van de rechtstaat, zal hij niet kunnen
worden beschouwd als te zijn opgenomen in de Nederlandse samenleving
en zal zijn verzoek om naturalisatie worden afgewezen.
De in Nederland geldende principes van gelijkwaardigheid tussen man en
vrouw, alsmede van scheiding van kerk en staat vormen onderdeel van
het inburgeringstraject. Bovendien dient tijdens de
naturalisatieceremonie de verklaring van verbondenheid te worden
afgelegd, waarbij wordt beloofd dat men respect heeft voor de
Nederlandse rechtsorde en vrijheden en dat men de plichten zal
vervullen die bij het Nederlanderschap horen.
1) De Telegraaf, 3 februari 2010: "Frankrijk weert man met
boerka-vrouw"
2) In de nota naar aanleiding van het verslag bij wetsvoorstel 31 813
(R1873), nr. 6 , is aangegeven dat Frankrijk het Europese
Nationaliteitsverdrag wel heeft ondertekend, maar niet geratificeerd
3) de Volkskrant, 2 februari 2010
Ministerie van Buitenlandse Zaken