Provincie Flevoland


* N23

Flevoland gaat door met opgraving

Publicatiedatum: 24 maart 2010

Ondanks problemen met het drooghouden van de opgravingsput bij Swifterbant, heeft de provincie Flevoland besloten de opgraving door te zetten. De oplossing bestaat uit het inspuiten van waterglas in de bodem. Dit vormt een ondoordringbare laag in de ondergrond, waarna de opgravingsput leeggepompt kan worden en de opgraving kan worden uitgevoerd.

Door de aanleg van de autosnelweg de N23 (van Alkmaar naar Zwolle) is de provincie Flevoland wettelijk verplicht een tweede opgraving in de omgeving van Swifterbant uit te voeren. De eerste leverde interessant materiaal van ongeveer 7000 jaar oud. Bij deze tweede vindplaats gaat het om zeer goed bewaard gebleven nederzettingsresten uit het Mesolithicum en/of Vroeg Neolithicum (tussen ca. 7500-4200 v. Chr.). De resten liggen op een diepte van tussen 2,5 en 4,5 meter beneden het maaiveld. De informatiewaarde van de vindplaats is enorm. Op nationaal niveau is het de eerste aangetoonde vindplaats uit het
Midden-Mesolithicum die intact bewaard is gebleven. In aansluiting op de kennis over de Swifterbantcultuur, zet deze opgraving Flevoland opnieuw op de kaart als de schatkamer van Nederland.

Damwanden

De vindplaats is afgezet met damwanden. Enkele weken geleden werd duidelijk dat de put niet drooggelegd kon worden; door de specifieke grondstructuur stroomde bij het leegpompen de put meteen weer vol. GS hebben besloten de opgraving door te laten gaan en te kiezen voor het inspuiten van de bodem met waterglas. Waterglas vormt een ondoordringbare laag, waardoor na het wegpompen van het water, de opgraving kan beginnen. Waterglas bestaat uit natuurlijke producten en lost op na verloop van tijd.

Deadline

De oorspronkelijke deadline voor de opgraving van 1 augustus is in overleg met de aannemer van de N23 verplaatst naar 1 november 2010. De planning is nu dat de opgraving zal plaatsvinden tussen 1 mei en 1 november 2010. `Zoiets unieks krijgen we nooit weer,' aldus gedeputeerde Ren van Diessen.