ChristenUnie
Dieren Oostvaardersplassen bijgevoerd
Dieren Oostvaardersplassen bijgevoerd
woensdag 24 maart 2010 13:10 De ChristenUnie is akkoord gegaan met het
bijvoeren van de dieren in de Oostvaardersplassen. Ernst Cramer geeft
tekst en uitleg: ,,Nu de grens van 30% sterfte is gepasseerd,
vervallen de argumenten om niet bij te voeren. Voor sommige dieren is
het al te laat, maar niets doen past niet in ons beeld van goed
rentmeesterschap."
Afgelopen weken is er heel veel discussie geweest over het bijvoeren
van de dieren in de Oostvaardersplassen. Na de beelden op TV en de
discussie in de Kamer roerden ook de deskundigen zich. Vooral op het
punt dat nu gaan bijvoeren de beesten toch niet meer helpt; het jonge
gras is al aan het groeien. Hoe zit het nu precies?
Experiment
In de Oostvaardersplassen wordt uitgegaan van een volledig natuurlijke
ontwikkeling. Om dit goed in de gaten te houden kijkt een groep
internationale wetenschappers mee met de uitvoering van het beleid.
Grote grazers moeten het gebied open houden en verbossing voorkomen.
Daarvoor zijn herten, runderen en koninkpaarden in het gebied
gebracht. In pakweg twintig jaar tijd is de totale omvang van de
kuddes toegenomen tot circa 4.000 dieren. Runderen en herten knagen de
jonge opslag van bomen weg, en houden daarmee het gebied open.
Afhankelijk van de omvang van de kudde, in relatie tot de omvang van
het gebied, ontstaat er een evenwicht in open plekken en meer verboste
gebieden.
Hoe zou het moeten werken
Vanaf het begin is uitgegaan van zo min mogelijk ingrijpen van de
mens. Er is een restrictie verbonden aan het doodgaan van de dieren in
het gebied: een dier dat het duidelijk niet meer zal redden wordt
afgeschoten. Mits het er niet teveel zijn, mag dat dier in het gebied
blijven liggen; één van de omstandigheden waarom de zeearend is gaan
broeden in de Oostvaardersplassen. Natuurlijk is er van te voren
nagedacht over de beschikbare hoeveelheid voedsel en de groei van de
kuddes. Het idee is dat zo'n groot gebied zonder ingrijpen van de mens
zichzelf zou moeten kunnen reguleren. Het systeem werkt dan als volgt:
o Een kudde groeit 'vanzelf'
o Het al dan niet aanwezig zijn van voldoende voedsel heeft invloed op
het reproductie gedrag van de dieren. Veel voedsel betekent veel
nakomelingen, minder voedsel betekent minder nakomelingen.
o De groei van de kudde wordt dus door de natuur zelf beperkt door
minder nakomelingen.
Bij de vaststelling van het beleid is er vanuit gegaan dat tot 30%
sterfte als acceptabel moet worden gezien. Maar in het begin waren de
kuddes nog redelijk overzichtelijk. In het kader van het experiment
hebben wij dat geaccepteerd als uitgangspunt. Sterfte kan echter op
verschillende manieren optreden, waarvan de belangrijkste zijn:
massale ziekte of honger. De tweede levert de grootste discussie op:
het betreft een heleboel dieren, zeker bij de huidige omvang van de
kuddes...
Het lijkt niet te werken
Een beperkt voedselaanbod moet leiden tot minder vruchtbaarheid en dus
minder reproductie. Maar dat blijkt niet waar te zijn. Ondanks het
tekort aan voedsel in de winter gaat de voortplanting door, de kuddes
hebben inmiddels zo'n omvang bereikt dat de sterfte in een jaar
tenminste wordt opgevangen door nieuwe aanwas. En zo dijen de kuddes
langzamerhand toch steeds uit. De vraag dringt zich op of het beleid
niet gewoon faalt. De kuddes hebben te maken met sterfte, maar het
aantal nakomelingen compenseert dat meer dan voldoende. En dus wordt
het aantal dieren dat echt crepeert steeds groter. Er ontstaat dus
geen 'natuurlijke correctie' waarbij de omvang van de kudde weer past
bij het voedselaanbod. De reductie geschiedt door uitsterven en niet
door geboortebeperking. En dat was niet waar het beleid vanuit ging.
Waarom dan nu bijvoeren?
De ChristenUnie is erop gewezen dat bijvoeren geen zin heeft en dat
het zelfs slecht is voor de beesten. De stofwisseling van de dieren
staat nu op winterstand en kan niet zomaar ander voer verdragen. Maar
vanaf het begin is duidelijk dat het experiment zelf ingrijpt wanneer
het sterftepercentage boven de 30% uitkomt. Dan moet er wel bijgevoerd
gaan worden, en gelden al die argumenten die nu gebruikt worden om
tegen bijvoeren te zijn ineens niet meer. Iedere grens is arbitrair,
maar bijna 1.000 dieren een hongersdood laten sterven past volgens de
ChristenUnie niet bij het beeld van zorgvuldig beheer. Het uitrijden
van hooi zou de kuddes verstoren. Vast niet meer dan de wagens die nu
daags de dode dieren komen ophalen. En wat van de concurrentie om het
voer? Die is er nu ook al met de vele duizenden ganzen in het gebied,
die ook dat jonge gras graag eten.