Eerste Kamer handhaaft verzet tegen uniforme uitvoering Wabo
24 maart 2010
Een ruime meerderheid in de Eerste kamer is tegen het van bovenaf
opleggen van een uniforme uitvoering van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (31.953). De bezwaren van met name CDA, PvdA en VVD
richten zich op het bij wet regelen van regionale uitvoeringsdiensten
waarin gemeenten moeten samenwerken. De Eerste Kamer stemde tijdens
een debat op dinsdag 23 maart overigens in met invoeringswet van de
Wabo. Alleen de SP-fractie stemde tegen. Volgens woordvoerder Smaling
zijn ook via andere wetten de resultaten te bereiken als met de Wabo
worden beoogd.
Demissionair minister Huizinga-Heringa van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ontraadde dinsdag een motie
waarin het bezwaar tegen de regionale uitvoeringsdiensten is verwoord.
De minister wil de mogelijkheid voor een wettelijke borging van de
regionale centra overlaten aan het volgende kabinet, maar de senaat
steunde unaniem een motie die uitspreekt dat de vormgeving en
realisatie van de Regionale uitvoeringsstructuur (Rudâs) sowieso niet
bij wet dient te worden opgelegd.
Een meerderheid van de Eerste Kamer vindt dat gemeenten en provincies
de ruimte en gelegenheid moet worden gelaten om zelf uitvoering te
geven aan hun verantwoordelijkheden voor de invoering van de Wabo. In
een brief pdf icoon van 16 maart aan de Eerste Kamer heeft de minister
van VROM gewezen op âbottom-up processenâ waarin provincies en
gemeenten samenwerken aan de vorming van gemeenschappelijke
uitvoeringsorganisaties.
Op 31 maart en 1 april wordt deze vrijwillige samenwerking besproken
tijdens een werkconferentie van het Interprovinciaal Overleg (IPO) en
de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Het leek de minister gepast
om aan het nieuwe kabinet over te laten om in overleg met het IPO en
de VNG te beoordelen of en op welke wijze de (toekomstige)
instandhouding van de met de bottom up processen bereikte resultaten
uiteindelijk het beste kunnen worden geborgd. âHet is dus aan het
nieuwe kabinet om te oordelen of het geen borging, wettelijke borging
of een andere wijze van borging verkiestâ, stelt minister Huizinga in
haar brief van 16 maart.
De Eerste Kamer laat door het aannemen van de motie, ingediend door
VVD-senator Huijbregts-Schiedon, geen ruimte voor een volgend kabinet
om hierover opnieuw te onderhandelen met gemeenten. Ook liet de Eerste
Kamer merken dat invoering van de Wabo niet per se hoeft per 1 juli
2010, zoals de minister nog verwacht te kunnen realiseren. Maar na
aandrang uit de senaat onderschreef de minister het adagium
âZorgvuldigheid gaat voor snelheidâ. Het gaat daarbij vooral om de
vraag of de digitalisering van de benodigde gegevens voor het uitgeven
van de nieuwe omgevingsvergunning op tijd rond komt. Een aantal
gemeenten, waaronder Rotterdam, heeft per brief gewaarschuwd tegen te
snelle invoering van de Wabo.
---
Eerste Kamer der Staten Generaal