ChristenUnie


Bijdrage Esmé Wiegman algemeen overleg Europese Raad

Bijdrage Esmé Wiegman algemeen overleg Europese Raad

woensdag 24 maart 2010 10:00

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. De Spaanse minister van Buitenlandse Zaken stelt dat de vergadering van de Europese Raad, die morgen plaatsvindt, belangrijk is voor de toekomst van de Europese Unie en de euro. Ik kan natuurlijk niet anders dan deze uitspraak onderschrijven.

De situatie in Griekenland houdt ons bezig, omdat die direct met onze euro te maken heeft. Dat is dus een belangrijk onderwerp tijdens de komende vergadering. De andere onderwerpen zijn eveneens belangrijk, te weten de Europa 2020-strategie en de follow up van de conferentie in Kopenhagen.

Het is van belang dat er nu wel over het klimaat wordt gesproken in plaats van dat dit, evenals de vorige keer, ondersneeuwt onder alle zorgen en gesprekken over de euro.

Ik ga eerst in op de Europa 2020-strategie. Wij hebben al vaak met elkaar van gedachten gewisseld over de doelstellingen van de nieuwe Lissabonstrategie. Voor ons is de kern duurzame groei en concurrentiekracht, met oog voor externe effecten. Dat is weliswaar in de stukken terug te vinden, maar ik verzoek de minister-president toch om nader in te gaan op de uitwerking hiervan in de strategie zelf. Hoe ambitieus is de strategie op dit punt ten opzichte van de huidige?

Wij kunnen ons vinden in de kritische houding ten opzichte van de armoededoelstelling. Dat behoort inderdaad geen doelstelling te zijn van deze Lissabonstrategie, anders dan dat armoedebestrijding een logisch uitvloeisel is van het hanteren van de strategie.

Terecht is er aandacht voor toezicht op de uitvoering van de strategie. Ik ben benieuwd naar de uitwerking van het aangescherpte governancebeleid en naar het verschil ten opzichte van de huidige situatie. Wat zijn aangescherpte waarschuwingen? Welke extra handvatten krijgt de Commissie om verscherpt toezicht te kunnen uitoefenen? De kern van de Lissabonstrategie is immers dat er richtsnoeren zijn en dat onderling toezicht wordt uitgeoefend. "Goed voorbeeld doet goed volgen". Graag vraag ik aandacht voor de uitvoering. De verantwoordelijkheden van de EU en die van de lidstaten moeten in balans zijn. Wat de uitvoering betreft, ligt naar mijn idee met name de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van de lidstaten. Die moeten ze kunnen waarmaken met betrokkenheid van de decentrale overheden.

Ik kom op de situatie in Griekenland en leg graag de link met de positie van de euro. Daardoor wordt duidelijk dat de EU onvoldoende instrumenten en bevoegdheden heeft om in te grijpen in een dergelijke crisissituatie. De opmerkingen over de governance zijn dus ook van toepassing op het Stabiliteits- en Groeipact. In de geannoteerde agenda wordt de aangescherpte governance voor de Lissabonstrategie gekoppeld aan de economische governance. Voor de lange termijn is inderdaad noodzakelijk dat de doelstellingen in het Stabiliteits- en Groeipact beter afdwingbaar zijn. Wat is de opvatting van de minister-president daarover? Hoe wordt aan de economische governance invulling gegeven, rekeninghoudend met de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden van de nationale lidstaten? Het lijkt ons wenselijk dat er een gezamenlijke exitstrategie komt om te kunnen voldoen aan de eisen van het Stabiliteits- en Groeipact. Wordt daaraan gewerkt, of is het nog steeds een kwestie van ieder voor zich? Voor de korte termijn is noodzakelijk dat Griekenland er bovenop komt. Het begrotingstekort moet dus worden teruggebracht. De Grieken zijn daarmee bezig, maar zij zijn er nog niet. Het lijkt ons nu het meest logisch om het spoor van het IMF te volgen. Wij zijn er geen voorstander van om een nieuw instituut op te tuigen. Er moet gebruik worden gemaakt van de beschikbare expertise. Graag willen wij de garantie dat hulpvragen van een euroland aan het IMF niet betekent dat laatstgenoemde een vinger in de pap heeft als het gaat om het beleid van de gehele eurozone en de andere eurolanden. Het is terecht dat er een parlementair voorbehoud wordt gemaakt. Volgende week moet dat duidelijk in het verslag staan.

Ik ga in op de klimaatverandering. Op 9 februari jl. heeft de Kamer een uitgebreid verslag ontvangen van de klimaatconferentie. Europa wist in de onderhandelingen in de eindfase geen stempel te drukken. Oud-minister Cramer zei dat de Europese lidstaten niet met één gezicht naar buiten treden. Zij legde ook de vinger bij het gebrekkige proces van internationale klimaatonderhandelingen. In de laatste regels van het verslag lezen wij het volgende: "We zullen met de EU meer dan voorheen moeten inspelen op de belangen van andere landen om tot resultaat te komen. Het versterken van bestaande coalities en het vormen van nieuwe, kan hierbij een belangrijke rol spelen."

De ChristenUnie-fractie dringt erop aan dat dit aan de orde wordt gesteld in de komende vergadering van de Europese Raad. De inhoudelijke doelstellingen van Europa zijn belangrijk. Daarover zullen wij zeker nader spreken, onder andere naar aanleiding van de recente brief die de Kamer heeft ontvangen. Het proces is nu echter het meest belangrijk.

Esmé Wiegman