Rechtbank Amsterdam
Voorzieningenrechter verbiedt publicatie van twee raps en een
videoclip van ter beschikking gestelde Awa
Amsterdam, 25 maart 2010 - Awa verblijft op grond van een veroordeling
wegens een ernstig misdrijf tegen eiseres in dit kort geding gericht
in een TBS-kliniek. De Staat en de twee TBS-klinieken waar Awa thans
verblijft en eerder heeft verbleven hebben zich gevoegd aan de zijde
van eiseres.
Awa heeft twee raps gemaakt en zijn medewerking verleend aan een
videoclip bij één van deze raps. De eerste rap dateert uit 2004 en de
tweede is van recente datum. Eiseres vordert onder meer een
publicatieverbod, omdat zij niet met Awa wil worden geconfronteerd en
met rust gelaten wil worden. Zij stelt dat de publicatie onrechtmatig
jegens haar is.
Voor de vraag of de publicatie van de raps en de videoclip
onrechtmatig is, dienen de belangen van partijen tegen elkaar te
worden afgewogen. Het belang van Awa bij de tweede rap en de videoclip
is om ruchtbaarheid te geven aan door hem gestelde misstanden rond
zijn behandeling in de TBS-kliniek. Door de uitgangspunten van de
Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden is zijn vrijheid
van meningsuiting beperkt, zowel ter bescherming van zijn eigen
belangen bij een goede verpleging als ter bescherming van de belangen
van de maatschappij en het slachtoffer in het bijzonder bij beperking
van het contact van Awa met de maatschappij. Dat deze uitgangspunten
zijn ingeperkt doordat Awa van de kliniek toestemming heeft gekregen
om met een journalist contact te hebben, is onvoldoende aannemelijk
geworden. De TBS-klinieken hebben gemotiveerd bestreden dat zij de
voor publicatie van het resultaat van deze contacten vereiste
toestemming hebben gegeven. Het belang van het slachtoffer is om met
rust gelaten te worden en niet met Awa te worden geconfronteerd zoals
als Awa ter beschikking is gesteld. Dit belang is zwaarwegend, gelet
op de ernst van het misdrijf dat Awa tegen haar heeft begaan. Het
belang van de Staat en de TBS-klinieken is hiervoor al genoemd: in
deze zaak gaat het vooral om het belang dat Awa, zolang hij ter
beschikking is gesteld, niet deelneemt aan het maatschappelijke
verkeer zonder instemming van de TBS-klinieken.
Een weging van de wederzijdse belangen valt in het voordeel van het
slachtoffer, de Staat en de TBS-klinieken uit. Bij dat oordeel wordt
betrokken dat voor Awa andere mogelijkheden bestaan om zijn grieven
over de behandeling of het gebrek daaraan onder de aandacht te
brengen. Dit geldt te meer nu veel media aandacht rond deze kwestie op
gang is gekomen. Gegeven deze belangenafweging mogen de andere
gedaagden niet profiteren van het onrechtmatig handelen van Awa. Waar
zijn belang onvoldoende zwaar weegt, kunnen de belangen van deze
overige gedaagden al helemaal niet voldoende gewicht in de schaal
leggen. Voor hen valt geen ander relevant belang te ontdekken dan een
commercieel belang.
Gedaagden zijn van plan de tweede rap 24 maart via I-tunes te
publiceren. Door deze publicatie, die met veel media aandacht gepaard
gaat, dreigt ook de eerdere rap van Awa actueel te worden. De
videoclip is gereed en dreigt te worden uitgezonden. Er bestaat dan
ook voldoende grond voor toewijzing van het gevorderde
publicatieverbod van de twee raps en de videoclip zolang Awa ter
beschikking is gesteld.
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum actualiteit: 25 maart 2010 Naar boven