Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht
PB10-022
25 maart 2010

Minder banenverlies

· In vierde kwartaal 147 duizend banen minder dan een jaar eerder · Slechts beperkte daling ten opzichte van derde kwartaal · Veel minder banen in marktsector, forse groei in de niet-commerciële dienstverlening
· Loonkostenstijging 1,9 procent · Feitelijke loonstijging kleiner dan de CAO-loonstijging In het vierde kwartaal van 2009 waren er 147 duizend banen van werknemers minder dan in het vierde kwartaal van 2008. Dit is een daling van 1,8 procent. Vergeleken met het derde kwartaal waren er, rekening houdend met seizoensinvloeden, 16 duizend banen minder. Deze daling is aanzienlijk kleiner dan in de voorgaande drie kwartalen. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. Veruit de grootste daling van het aantal banen trad op in de zakelijke dienstverlening waar het aantal banen met ruim 100 duizend afnam in een jaar tijd. De daling bestaat voor het overgrote deel uit uitzendbanen via uitzendbureaus. Deze branche met zijn flexibele arbeidscontracten ving het afgelopen jaar de grootste klap op van het banenverlies. Ook in de industrie, bouw, handel, horeca en transport loopt het banenverlies steeds verder op. Het verlies aan banen in het bedrijfsleven wordt overigens beperkt door de deeltijd-WW. De 40 duizend werknemers die onder de deeltijd-WW regeling vallen tellen voor hun volledige baan mee als werknemer. In de niet-commerciële dienstverlening (overheid, onderwijs, zorg, cultuur) echter houdt de sterke groei van het aantal banen aan, met 69 duizend ten opzichte van het vierde kwartaal van 2008. Het grootste deel van deze groei zit in de zorg, met een plus van 47 duizend vergeleken met een jaar eerder. In vergelijking met het derde kwartaal daalde het aantal banen, na seizoencorrectie, met 0,2 procent. Deze afname is veel kleiner dan in de drie voorgaande kwartalen. Ook hier geldt dat de marktsector krimpt. De ln.... collectieve sector daarentegen groeit sterker dan in voorgaande kwartalen. Het banenverlies in het vierde kwartaal treedt op bij een bescheiden herstel van de economie.
sbc.... De lonen van werknemers per arbeidsjaar waren in het vierde kwartaal 1,8 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2008. Deze stijging is gelijk aan die in het derde kwartaal. De loonstijging van 1,8 procent blijft achter bij de CAO-loonstijging van 2,4 procent. Teruggang van variabele beloningselementen zoals bonussen, provisies en overwerkvergoedingen w speelt hierbij een rol. De loonkosten per arbeidsjaar waarin ook de w werkgeverspremies zijn opgenomen stegen met 1,9 procent een fractie sneller dan de lonen. De werkgeverspremies voor pensioenen gingen omhoog, die w voor werkloosheid en de zorgverzekering omlaag. CBS Persbericht PB10-022 pagina 1 van 6




Banen van werknemers

x1000
8100

8000
7900
7800
7700
7600
7500
7400
7300
III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Oorspronkelijk gecorrigeerd Bron: CBS
Technische toelichting
Achtergrondinformatie over de ramingen
Net als bij de economische groei worden ook van banen en lonen meerdere ramingen samengesteld en gepubliceerd over een kwartaal. De eerste raming of flash-raming van de banenontwikkeling wordt uiterlijk 45 dagen na afloop van een kwartaal gepubliceerd in het persbericht economische groei. De cijfers van de eerste raming kunnen wijzigen op grond van nieuwe statistische broninformatie die nadien beschikbaar komt. In de tweede raming die uiterlijk 90 dagen na afloop van een kwartaal wordt gepubliceerd, is deze nieuwe en meer uitgebreide statistische informatie verwerkt. Op dat moment komen bovendien meer detailgegevens beschikbaar en informatie over de ontwikkeling van de loonkosten. Bij de afsluiting van het vierde kwartaal komt tevens de eerste raming van het jaar gereed en worden de eerste drie kwartalen opnieuw vastgesteld.
De kwartaalgegevens worden eenmaal per jaar in juni geijkt aan de jaarcijfers van de Nationale rekeningen die volgens een vaste cyclus van drie opeenvolgende ramingen (voorlopige raming, nader voorlopige raming en definitieve raming) worden herzien. Ook hier is sprake van steeds betere en meer gedetailleerde statistische informatie op basis waarvan de ramingen kunnen worden verrijkt. Deze herijkte gegevens worden gepubliceerd bij het beschikbaar komen van de gegevens over banen en lonen over het eerste kwartaal.
CBS Persbericht PB10-022 pagina 2 van 6




De banen van werknemers die vóór 2009 werkzaam waren bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) werden geboekt bij de bedrijfstak zakelijke dienstverlening. Na de fusie van het CWI per 1 januari 2009 met het Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen (UWV) worden zij geboekt bij de bedrijfstak openbaar bestuur. De overboeking betreft 4 duizend banen. Voor deze overboeking zijn de tijdreeksen niet gecorrigeerd. Bronnen en definities
De gegevens in dit persbericht zijn ontleend aan de Arbeidsrekeningen die deel uitmaken van de Nationale rekeningen. Bij het samenstellen van de Arbeidsrekeningen worden diverse bronnen met arbeidsgegevens geïntegreerd tot een samenhangend stelsel.
De gegevens in dit persbericht hebben uitsluitend betrekking op banen van werknemers. Zelfstandigen blijven dus buiten beschouwing. Het aantal banen van werknemers in de Arbeidsrekeningen is het gemiddelde aantal banen in een kwartaal of in een jaar. Voor de banen worden ook seizoengecorrigeerde kwartaalcijfers gepubliceerd. Hierdoor is vergelijking van kwartaal op kwartaal mogelijk. Omslagen in de ontwikkeling worden bij seizoengecorrigeerde cijfers eerder zichtbaar. De seizoengecorrigeerde cijfers van voorgaande kwartalen kunnen bij toevoeging van een nieuw kwartaal fractioneel zijn veranderd door herberekening van het seizoenpatroon.
Een arbeidsjaar wordt berekend door alle (deeltijd)banen om te rekenen naar voltijdbanen. Twee halve banen leveren samen dus één arbeidsjaar op. Arbeidsjaar en voltijdbaan worden hier gebruikt als synoniemen. De gegevens over loonkosten in dit persbericht zijn gebaseerd op de beloning van werknemers volgens de Nationale rekeningen. De beloning omvat twee hoofdcomponenten: lonen enerzijds en sociale premies die de werkgever betaalt anderzijds. De post lonen omvat naast het bruto loon in geld ook loon in natura en onkostenvergoedingen in verband met de dienstbetrekking (zoals kosten woon-werkverkeer). De sociale lasten omvatten de werkgeversbijdragen voor onder meer werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, zorgverzekering en pensioen. Een bijzondere vorm van loonkosten zijn de betalingen aan werknemers voor niet-gewerkte uren in verband met ziekte en/of weerverlet. Deze betalingen worden op grond van de richtlijnen van het Europese systeem van rekeningen tot de sociale lasten gerekend.
Op grond van dezelfde richtlijnen zijn loonkostensubsidies en afdrachtverminderingen niet in mindering gebracht op de beloning van werknemers volgens de Nationale Rekeningen. Voorbeelden zijn de werktijdverkortingsregeling en de regeling deeltijd-WW van het ministerie van SZW.
Extra werkgeversbijdragen aan pensioenen die verband houden met de sterk gedaalde dekkingsgraad van ondernemingspensioenfondsen, worden niet tot de beloning van werknemers gerekend, maar als kapitaaloverdracht van de betreffende onderneming aan haar (ondernemings-)pensioenfonds. Extra werkgeverslasten aan pensioenen voor bedrijven die onder een bedrijfstakpensioenregeling vallen, worden echter wel tot de beloning van werknemers gerekend.
CBS Persbericht PB10-022 pagina 3 van 6




Tabel 1. Banen van werknemers naar bedrijfstak
2008 2009 2008 2009 IV I II III IV 1000 banen Landbouw en visserij 129 127 128 114 126 141 127 Industrie 1) 950 924 952 943 930 918 906 Bouwnijverheid 395 388 395 391 392 388 382 Handel 1 323 1 318 1 332 1 320 1 322 1 317 1 314 Horeca 298 293 297 282 299 301 289 Vervoer en communicatie 467 455 467 460 457 453 448 Financiële instellingen 284 279 283 280 282 278 275 Zakelijke dienstverlening 1 578 1 503 1 587 1 518 1 500 1 507 1 485 Openbaar bestuur 512 523 511 520 524 520 527 Gesubsidieerd onderwijs 463 467 467 467 472 456 472 Gezondheids- en welzijnszorg 1 224 1 259 1 232 1 236 1 260 1 258 1 279 Cultuur en overige dienstverlening 351 354 357 352 358 349 358 Totaal # # 7 973 7 889 8 008 7 884 7 922 7 888 7 861 %-verandering t.o.v. dezelfde periode van het voorgaande jaar Landbouw en visserij -2,4 -1,5 1,6 -3,5 -1,7 0,0 -1,2 Industrie 1) 1,1 -2,7 1,1 -0,2 -2,0 -3,6 -4,8 Bouwnijverheid 0,7 -1,7 0,6 0,3 -1,1 -2,5 -3,4 Handel 2,4 -0,4 1,9 1,1 -0,1 -1,2 -1,4 Horeca 2,2 -1,6 1,9 -0,8 -1,2 -1,8 -2,5 Vervoer en communicatie 1,2 -2,6 1,0 -0,7 -2,3 -3,2 -4,0 Financiële instellingen -0,7 -1,7 -1,3 -0,7 -1,7 -1,9 -2,7 Zakelijke dienstverlening 2,9 -4,8 1,1 -1,0 -5,2 -6,3 -6,4 Openbaar bestuur -0,4 2,1 -0,2 1,2 1,8 2,2 3,2 Gesubsidieerd onderwijs 2,3 0,8 1,8 0,5 1,2 0,6 0,9 Gezondheids- en welzijnszorg 1,6 2,8 1,7 1,7 3,1 2,7 3,8 Cultuur en overige dienstverlening 2,7 0,8 2,4 1,8 1,2 0,1 0,2 Totaal # # 1,7 -1,1 1,3 0,3 -0,9 -1,7 -1,8 1) Inclusief de bedrijfstakken delfstoffenwinning en energie- en waterleidingsbedrijven. 2) #) Deze cijfers zijn bijgesteld, achtergrondinformatie staat in de technische toelichting. Bron: CBS
CBS Persbericht PB10-022 pagina 4 van 6




Tabel 2. Banen van werknemers naar economische activiteit, seizoengecorrigeerd 2008 2009 2008 2009 IV# I# II# III# IV

1000 banen Landbouw en visserij 129 127 130 126 127 127 128 Industrie 1) 950 924 951 943 930 918 905 Bouwnijverheid 395 388 396 394 391 386 382 Handel, horeca, vervoer, communicatie 2 088 2 066 2 098 2 082 2 070 2 059 2 051 Financiële- en zakelijke dienstverlening 1 862 1 782 1 857 1 832 1 784 1 766 1 746 Niet commerciële dienstverlening 2 550 2 602 2 564 2 577 2 598 2 603 2 630 # # Totaal 7 973 7 889 7 995 7 954 7 900 7 859 7 843 %-verandering t.o.v. voorgaande periode Landbouw en visserij -2,4 -1,5 2,3 -2,6 0,5 0,0 0,9 Industrie 1) 1,1 -2,7 -0,1 -0,9 -1,4 -1,3 -1,5 Bouwnijverheid 0,7 -1,7 -0,1 -0,4 -0,9 -1,1 -1,0 Handel, horeca, vervoer, communicatie 2,1 -1,1 0,2 -0,8 -0,5 -0,6 -0,4 Financiële- en zakelijke dienstverlening 2,3 -4,3 -0,6 -1,4 -2,6 -1,0 -1,1 Niet commerciële dienstverlening 1,5 2,0 0,5 0,5 0,8 0,2 1,1 Totaal # # 1,7 -1,1 0,1 -0,5 -0,7 -0,5 -0,2 1) Inclusief de bedrijfstakken delfstoffenwinning en energie- en waterleidingsbedrijven. #) Deze cijfers zijn bijgesteld, achtergrondinformatie staat in de technische toelichting. Bron: CBS
Tabel 3. Arbeidsvolume van werknemers naar economische activiteit 2008 2009 2008 2009 IV I# II# III# IV %-verandering t.o.v. dezelfde periode van het voorgaande jaar Landbouw en visserij -1,7 -1,3 2,4 -3,2 -1,5 0,1 -0,9 Industrie 1) 0,8 -2,7 0,9 -0,2 -2,1 -3,6 -4,9 Bouwnijverheid 0,5 -1,7 0,5 0,2 -1,1 -2,5 -3,4 Handel, horeca, vervoer, communicatie 1,6 -1,2 1,1 0,4 -0,9 -1,9 -2,4 Financiële- en zakelijke dienstverlening 2,5 -3,6 1,1 -0,2 -3,8 -4,9 -5,2 Niet commerciële dienstverlening 1,1 1,9 1,4 1,3 2,1 1,8 2,6 # # Totaal 1,4 -1,0 1,1 0,4 -0,8 -1,7 -1,9 1) Inclusief de bedrijfstakken delfstoffenwinning en energie- en waterleidingsbedrijven. #) Deze cijfers zijn bijgesteld, achtergrondinformatie staat in de technische toelichting. Bron: CBS
CBS Persbericht PB10-022 pagina 5 van 6




Tabel 4. Lonen en salarissen per arbeidsjaar naar economische activiteit 2008 2009 2008 2009 IV I# II# III# IV %-verandering t.o.v. dezelfde periode van het voorgaande jaar Landbouw en visserij 7,4 3,2 2,6 8,3 4,8 1,5 -0,9 Industrie 1) 3,2 1,7 1,0 0,3 1,9 2,8 1,5 Bouwnijverheid 4,6 3,6 3,1 4,2 3,9 2,7 3,6 Handel, horeca, vervoer, communicatie 3,5 1,6 3,0 2,7 2,6 0,6 0,2 Financiële- en zakelijke dienstverlening 2,7 1,5 -0,4 -0,4 3,7 1,6 0,9 Niet commerciële dienstverlening 3,9 3,2 5,4 3,4 2,9 2,6 3,6 Totaal 3,5 2,1 2,5 1,8 2,8 1,8 1,8 1) Inclusief de bedrijfstakken delfstoffenwinning en energie- en waterleidingsbedrijven. #) Deze cijfers zijn bijgesteld, achtergrondinformatie staat in de technische toelichting. Bron: CBS
Tabel 5. Loonkosten per arbeidsjaar naar economische activiteit 2008 2009 2008 2009 IV I# II# III# IV %-verandering t.o.v. dezelfde periode van het voorgaande jaar Landbouw en visserij 7,9 3,3 3,3 8,2 5,2 1,6 -0,9 Industrie 1) 3,6 1,7 1,4 0,3 1,8 2,8 1,6 Bouwnijverheid 5,0 3,6 3,4 4,2 3,8 2,6 3,6 Handel, horeca, vervoer, communicatie 3,7 1,4 3,2 2,6 2,4 0,4 0,1 Financiële- en zakelijke dienstverlening 2,7 1,5 -0,4 -0,5 3,5 1,6 1,0 Niet commerciële dienstverlening 4,3 3,2 5,9 3,4 3,0 2,6 3,5 Totaal 3,8 2,1 2,8 1,8 2,8 1,8 1,9 1) Inclusief de bedrijfstakken delfstoffenwinning en energie- en waterleidingsbedrijven. #) Deze cijfers zijn bijgesteld, achtergrondinformatie staat in de technische toelichting. Bron: CBS
CBS Persbericht PB10-022 pagina 6 van 6






---- --