Erasmus Universiteit Rotterdam

Oratie Prof.dr. H.J.M. Nellen

Titel oratie
Op zoek naar een vreedzame wereldorde: Hugo de Groot (1583-1645) over natuurlijke godsdienst, natuurrecht en rechtvaardige oorlog
---

Leerstoel:
Bijz. Hoogl. ideeëngeschiedenis van de vroegmoderne tijd vanw. de St. Dr. C. Louise Thijssen-Schout

Datum
26 maart 2010 16:00

---

Locatie:
Woudestein, aula

---

Faculteit
Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen (FHKW)

Staatsman Hugo de Groot (1583-1645) nog steeds van grote invloed op ons rationele denken

Descartes is beroemd geworden als een baanbrekende denker die met zijn rationalistische leer een aanzet tot de doorbraak van de Verlichting heeft gegeven. Minder bekend is het feit dat de Nederlandse rechtsgeleerde en staatsman Hugo de Groot (1583-1645) even vóór Descartes een vergelijkbare rol heeft gespeeld. Dat stelt dr. H.J.M. Nellen in zijn oratie `Hugo de Groot (1583-1645) over natuurlijke godsdienst en rechtvaardige oorlog', die hij op vrijdag 26 maart 2010 uitspreekt. Hij aanvaardt hiermee het ambt van bijzonder hoogleraar Ideeëngeschiedenis van de vroegmoderne tijd in haar sociale context vanwege de Dr. C. Louise Thijssen-Schoute Stichting. Dr. Thijssen-Schoute (1904-1961) deed baanbrekend onderzoek naar de ideeëngeschiedenis in de Republiek, onder meer naar de receptie van de Franse filosoof Rene Descartes.

Om de invloed van Hugo de Groot aan te tonen richt Nellen zich in zijn oratie op de De Groots bijdrage tot de ontwikkeling van het idee van godsdienstige verdraagzaamheid. De Groot is in dit opzicht van fundamenteel belang geweest, want in de - door bloedige godsdienstoorlogen geteisterde - zeventiende eeuw hield hij zich intensief bezig met de vraag of wapengeweld omwille van het geloof gerechtvaardigd was. Hij maakte een onderscheid tussen een gering aantal wezenlijke, van nature gegeven geloofsartikelen die voor iedereen aanvaardbaar waren (bijvoorbeeld het bestaan van een Opperwezen), en de vele secundaire dogma's waarover de discussie vrij moest zijn omdat zij niet rationeel bewijsbaar waren (bijvoorbeeld het leerstuk van de Drie-eenheid).

Belangrijke consequentie was dat Hugo de Groot tot de conclusie kwam dat over de tweede categorie wel discussie, maar geen oorlog mocht worden gevoerd. Hij ontwikkelde zo het idee dat tolerantie onvermijdelijk was. De dogmatische finesses waarover de christelijke theologen elkaar in de haren vlogen, waren immers niet zó zeker dat de overheid die aan haar burgers mocht opleggen. Het Nieuwe Testament bevatte een waarheidsgetrouw verslag van Christus' openbare leven, maar het bleef een historisch feitenrelaas dat de zeventiende-eeuwer alleen via getuigen had bereikt. Volstrekte zekerheid was er niet, zoals ook kinderen nooit volstrekte zekerheid over de identiteit van hun ouders konden verkrijgen.

Op deze manier, door middel van een gematigd sceptische aanpak, heeft De Groot een wezenlijke bijdrage geleverd tot het proces van secularisatie, de terugdringing van de godsdienstbeleving naar de particuliere, persoonlijke sfeer van de gelovige. Het overvloedig overgeleverde bronnenmateriaal (brieven, dagboeken, wetenschappelijke werken) maakt het mogelijk deze essentiële episode in de ontwikkeling van de vroegmoderne ideeëngeschiedenis op de voet te volgen.

Naast zijn bijzonder hoogleraarschap werkt Henk Nellen als senior onderzoeker bij het Huygens Instituut (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen), waar hij onderzoek doet naar Bijbelkritiek en secularisatie in de vroegmoderne tijd.

De oratie van prof.dr. Henk Nellen vindt op 26 maart 2010 om 16.00 uur plaats in de Aula van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Iedereen is van harte welkom.