Antwoorden op vragen over vrije vestiging van huisarts
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP)
over de vrije vestiging van huisarts E. te D. en de tegenwerking door collega's
(Ingezonden 23 december 2009).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van Gerven over de vrije vestiging
van huisarts E. te D. en de tegenwerking door collega's.
1
Wat is uw oordeel over het feit dat de door de gemeente Schinnen gesteunde vrije
vestiging van huisarts E. te D. al sinds de vestiging in 2006 wordt tegengewerkt
door collega's in de omgeving die gemiddeld een praktijkomvang hebben van
meer dan 3000 patiënten?
1
Huisartsen hebben de vrijheid om zich te vestigen op de locaties waar zij dit
wenselijk vinden. Tegenwerking van collega's is in algemene zin niet gepast.
2
Vindt u het terecht dat de Huisartsen Dienst Westelijke Mijnstreek weigert haar op
te nemen in de dienstenstructuur waardoor de bizarre situatie is ontstaan dat zij
gedwongen wordt op andere huisartsenposten dienst te doen om haar registratie
te behouden terwijl haar patiënten wel gebruik kunnen maken van de Huisartsen
Dienst Westelijke Mijnstreek?
2
Navraag leert dat dit een strikt privaatrechterlijke aangelegenheid is waarover ik
geen oordeel kan en wil uitspreken. Het is aan partijen zelf om dit op te lossen.
3
Mag een huisartsendienstenstructuur deelname van een huisarts die aan alle eisen
van vakbekwaamheid voldoet aan deze dienstenstructuur weigeren vanwege
individuele belangen van artsen? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, wilt u zich
dan inspannen dat mevrouw E. in de dienstenstructuur wordt opgenomen?
3
Het is ongewenst dat individuele belangen van de huisartsen de toegankelijkheid
tot acute zorg voor patiënten in de avonduren in de weg staan. Wanneer de
toegankelijkheid van zorg op een adequate manier is ingevuld, hoeft de overheid
geen blauwdruk te geven hoe deze zorg georganiseerd is. In het geval de
toegankelijkheid en kwaliteit in het geding komen, kan de Inspectie van de
Gezondheidszorg ingrijpen.
4
Hoe beoordeelt u de rol van zorgverzekeraar CZ die wel een contract met
mevrouw E. heeft afgesloten, maar zich niet sterk heeft gemaakt bij de Huisartsen
Dienst Westelijke Mijnstreek om in het belang van de patiënten tot normalisering
van de verhoudingen tussen collega's te komen?
4
Naar ik heb begrepen uit de contacten met de verzekeraar CZ, heeft deze
zorgverzekeraar wel degelijk getracht de verhoudingen te normaliseren.
5
Dient de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en/of de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa) hier nog een rol te spelen aangezien huisartsen kennelijk
zoveel macht bezitten dat zij een in hun ogen niet gewenste vrije vestiging
kunnen blokkeren?
5
De NMa en de NZa houden toezicht op mededingingsrechtelijke aspecten. Het
toezicht zorgt ervoor dat er eerlijke competitie is tussen zorgaanbieders of
zorgverzekeraars.
De NMa en de NZa kunnen optreden als zij daartoe aanleiding zien. Een mogelijk
benadeelde partij kan een klacht indienen bij de NMa en/of NZa indien een
vermoeden bestaat van machtsposities, misbruik van machtsposities of
kartelvorming tussen in dit geval - de zittende huisartsen.
In die gevallen waarin sprake is van een machtspositie heeft de NZa de
bevoegdheid om de betreffende marktpartij vóóraf verplichtingen op te leggen om
belemmeringen voor de ontwikkeling van daadwerkelijke concurrentie weg te
nemen. Wanneer er sprake is van misbruik van machtsposities of kartelvorming
tussen de zittende huisartsen kan de NMa ingrijpen.
Navraag heeft geleerd dat de betrokken huisarts in een eerder conflict (met de
dominante zorgverzekeraar) de toezichthouders op de hoogte heeft gebracht van
de situatie te D.. De toezichthouders hebben tot op heden geen aanleiding gezien
om in te grijpen. De NZa en de NMa waren niet op de hoogte van een conflict
omtrent de dienstenstructuur.
6
Komen conflicten met betrekking tot vrije vestiging van huisartsen ook elders in
het land voor? Zo ja, hoe vaak? Welke rol spelen de NMa, NZa en/of de Inspectie
voor de Gezondheidszorg daarin?
6
Zie antwoord op vraag 3 (IGZ) en vraag 5 (NZa en NMa).
Van de organisatie Vereniging Huisartsenposten Nederland heb ik overigens
begrepen dat het vaker is voor gekomen dat artsen in een regio niet tot
overeenstemming komen over de invulling van de huisartsendienstenstructuur. In
vrijwel alle gevallen zijn de conflicten in der minne geschikt.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport