Ministerraad
Kabinet: maximum aan buitengerechtelijke incassokosten
Persbericht | 26-03-2010
Het kabinet wil onredelijk hoge, buitengerechtelijke incassokosten aan
banden leggen. De vergoeding voor incassokosten wordt straks berekend
als percentage van het bedrag dat de schuldenaar aan de schuldeiser is
verschuldigd, met een minimumbedrag van 40 euro. Zo mag bijvoorbeeld
niet meer dan 150 euro aan incassokosten worden gevraagd, als een
rekening van 1.000 euro niet is betaald. De ministerraad heeft daar op
voorstel van minister Hirsch Ballin van Justitie mee ingestemd.
De schuldeiser is verplicht eerst een aanmaning te sturen voordat hij
de incassokosten in rekening kan brengen. Op die manier krijgt de
schuldenaar veertien dagen de gelegenheid om alsnog de vordering te
voldoen. De regeling geldt voor vorderingen tot 25.000 euro die vaak
voorkomen bij transacties met consumenten en kleine bedrijven. Deze
grens sluit aan bij een wetsvoorstel dat bij de Tweede Kamer is
ingediend waarin onder meer wordt voorgesteld de competentiegrens van
de kantonrechter tot 25.000 euro te verhogen.
Het kabinet wil vooral consumenten en kleine bedrijven, zoals
eenmanszaken, beter beschermen tegen te hoge incassokosten. De norm
voor vergoeding van incassokosten die nu in de wet is opgenomen, geeft
vaak onvoldoende houvast om vast te stellen welk bedrag precies is
verschuldigd. Hierdoor wordt in de praktijk met enige regelmaat te
veel in rekening gebracht. Door nadere invulling van de norm kan
onzekerheid worden weggenomen. Voor de schuldenaar en de schuldeiser
wordt het duidelijker welke incassokosten gevraagd mogen worden.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel en het
ontwerpbesluit voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst
van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden
openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.