Rechtbank Roermond


Rechtbank Roermond verklaart uitlevering aan Turkije ontoelaatbaar

Roermond, 26 maart 2010 - De rechtbank Roermond heeft vandaag de uitlevering van de 48-jarige H.A. aan Turkije ontoelaatbaar verklaard en de gevangenhouding van de man met ingang van vandaag opgeheven.

Turkije had om uitlevering van H.A. verzocht omdat hij ervan wordt verdacht zich schuldig te hebben gemaakt aan deelname aan de Koerdische afscheidingsbeweging PKK. De rechtbank Roermond acht het uitleveringsverzoek van Turkije ontoelaatbaar op grond van het zogeheten ne bis in idem-beginsel (= niet twee keer hetzelfde) en voltooide schending van het bepaalde in art. 3 EVRM en art. 3 VN-Folteringsverdrag.

Onder het ne bis in idem-beginsel naar Nederlands recht wordt, kort samengevat, verstaan dat niemand voor een tweede keer mag worden berecht of gestraft voor een strafbaar feit waarvoor hij reeds overeenkomstig de wet en het procesrecht van elk land bij einduitspraak is veroordeeld of waarvan hij is vrijgesproken. Naar het oordeel van de rechtbank Roermond maakt de uitleg en interpretatie, die de Turkse autoriteiten hebben gegeven van het ne bis in idem-beginsel, het beginsel volstrekt illusoir,waardoor een nieuwe vervolging in Turkije voor hetzelfde misdrijf of onderliggende feiten weer mogelijk wordt gemaakt. Volgens de rechtbank houdt de uitleg van Turkije feitelijk niet meer in dan dat reeds in het buitenland ondergane detentie in mindering zal worden gebracht bij een nieuwe veroordeling terzake hetzelfde misdrijf, waarvoor hij eerder in het buitenland veroordeeld is geweest.

Volgens de rechtbank is verder komen vast te staan dat H.A. is gemarteld, nadat hij door de Turkse autoriteiten was gearresteerd op verdenking van lidmaatschap van een onwettige terroristische organisatie (PKK) en omdat hij hand- en spandiensten zou hebben verleend aan leden van een gewapende bende. De martelingen hebben plaatsgevonden in verband met het feitencomplex waarvoor de uitlevering is verzocht. Dat betekent, aldus de rechtbank, dat sprake is van een voltooide schending van het bepaalde in artikel 3 EVRM en artikel 3 VN-Folteringsverdrag en dat de verzochte uitlevering niet voor inwilliging vatbaar is en dus ontoelaatbaar moet worden geacht.

LJ Nummer

BL9029
Zie het origineel

Bron: Rechtbank Roermond Datum actualiteit: 26 maart 2010 Naar boven