Openbaar Ministerie

Sepot in zaak overleden patiënte kliniek Berg en Bosch

26 maart 2010 - Arrondissementsparket Utrecht

Het Openbaar Ministerie Utrecht heeft na uitgebreid onderzoek besloten de zaak te seponeren waarbij een toen 58-jarige vrouw kwam te overlijden na behandeling in een kliniek voor alternatieve geneeskunde in Berg en Bosch.

De 58-jarige vrouw uit Amsterdam leed aan borstkanker en was onder behandeling bij een ziekenhuis in Amsterdam. In de periode van 4 tot en met 7 oktober 2007 liet zij zich behandelen met natriumbicarbonaat in de Kliniek voor Preventieve Geneeskunde Berg en Bosch. Op 8 oktober 2007 overleed zij. Omdat er een verband werd vermoed met de behandeling in de kliniek in Berg en Bosch is onderzoek gedaan en sectie verricht. Uit dit onderzoek komt naar voren dat natriumbicarbonaat is toegediend maar dat dit niet de (directe) doodsoorzaak is. De patholoog geeft als doodsoorzaak een hartinfarct en vermeldt dat een verstoorde kaliumhuishouding hierbij een rol kan hebben gespeeld. Een behandeling met natriumbicarbonaat kan een tekort aan kalium veroorzaken. Wanneer dit gebeurt, is het gebruikelijk kaliumtabletten voor te schrijven. Dit kan bij een te hoge dosering of door andere oorzaken weer leiden tot een te hoog kaliumniveau, hetgeen hartritmestoornissen kan veroorzaken die de dood ten gevolg kunnen hebben.

Het onderzoek laat wat het kaliumgehalte betreft tegenstrijdige resultaten zien. Een geconsulteerde deskundige stelt afwijkingen vast die verklaard kunnen worden door een verhoogd kaliumgehalte. Uit het sectierapport komt echter geen verhoogd kaliumgehalte kort voor het overlijden naar voren. Verder is niet onomstotelijk vast te stellen dat een afwijkend kaliumniveau de dood heeft veroorzaakt. Zodoende komt het OM niet toe aan de vraag of er sprake is van een verhoogd kaliumniveau als gevolg van het voorschrijven van kaliumtabletten en zo ja, wie verantwoordelijk kan worden gehouden voor het toedienen van de kaliumtabletten. Het onderzoek kan geen duidelijkheid verschaffen over het antwoord op deze vraag.

Al met al levert het onderzoek naar het oordeel van het OM Utrecht geen wettig en overtuigend bewijs op dat er een verband bestaat tussen de behandeling in de Kliniek voor Preventieve Geneeskunde en het overlijden van de vrouw en heeft het OM Utrecht besloten de zaak te seponeren. De direct betrokkenen zijn eerder deze week geïnformeerd over deze beslissing.