beantwoording vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Voordewind
(CU) en Haverkamp (CDA) over Russische godsdienstwetgeving
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Van der Staaij (SGP),
Voordewind (CU) en Haverkamp (CDA) over Russische godsdienstwetgeving
Kamerbrief | 26 maart 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Van der Staaij (SGP), Voordewind (CU) en
Haverkamp (CDA) over Russische godsdienstwetgeving. Deze vragen werden
ingezonden op 8 maart 2010 met kenmerk 2010Z04144.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Voordewind (CU) en Haverkamp
(CDA) over Russische godsdienstwetgeving.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over nieuwe Russische
godsdienstwetgeving, waarmee de vrijheid van godsdienst in de praktijk
serieus zou worden beperkt? 1) Kunt u nader duiden wat deze wetgeving
omvat en wat de (procedurele) stand van zaken is?
Vraag 2
Hoe beoordeelt u deze beoogde wetgeving en de achterliggende gronden?
Vraag 3
Welke trend doet zich in Rusland thans voor ten aanzien van de
vrijheid voor religieuze minderheden? Tonen de Russische autoriteiten
zich gevoelig voor internationale kritiek op dit punt?
Vraag 4
Kunt u aangeven welke gevolgen de nu voorliggende godsdienstwetgeving
zal kunnen hebben voor religieuze minderheden als het gaat om het
houden van godsdienstuitoefening, evangelisatieactiviteiten,
verspreiden van religieuze lectuur, onderwijs, hulpverlening en andere
activiteiten met een godsdienstig karakter?
Vraag 6
Bent u bereid om bij de Russische autoriteiten stevig protest aan te
tekenen - ook in internationaal verband - tegen het aanvaarden van
deze godsdienstwetgeving? Op welke wijze en wanneer?
Antwoord
Het Russische Ministerie van Justitie werkt aan aanpassing van de wet
op godsdienstvrijheid. Voorstellen voor aanpassingen zijn thans
onderwerp van gesprek met belangengroepen. Er is nog geen officieel
wetsontwerp dat aan het Russische parlement is voorgelegd. Zolang niet
duidelijk is welke wijzigingen zullen worden voorgesteld
respectievelijk doorgevoerd in de thans geldende wetgeving, acht ik
het niet opportuun hierover uitspraken te doen.
Vraag 5
In hoeverre heeft de positie van godsdienstige minderheden in Rusland
de aandacht van de EU? Kan deze aandacht verder geïntensiveerd worden?
Wilt u dit in Europees verband bevorderen, in het bijzonder als het
gaat om de genoemde nieuwe godsdienstwetgeving?
Antwoord
Nederland hecht veel waarde aan vrijheid van godsdienst en
levensovertuiging en heeft dit onderwerp als één van de prioriteiten
opgenomen in de mensenrechtenstrategie. Nederland bespreekt zowel in
bilateraal als in multilateraal verband mensenrechtenonderwerpen met
de Russische Federatie. Een belangrijk forum is de halfjaarlijkse
mensenrechtendialoog tussen de Europese Unie en de Russische
Federatie, waarbij de mensenrechtensituatie in de Russische Federatie
centraal staat.
Het afgelopen jaar is er geen aanleiding geweest om het onderwerp
godsdienstvrijheid te bespreken. Nederland en de EU houden evenwel
nauw contact met NGO's in Rusland over de mensenrechtensituatie. Mocht
mede naar aanleiding van deze contacten het beeld naar voren komen dat
het wenselijk is dat tijdens de mensenrechtendialoog tussen de EU en
Rusland godsdienstvrijheid aan de orde te stellen, dan zal Nederland
zich daarvoor inzetten.
1) Friedensstimme, 12 februari 2010
http://www.friedensstimme.nl/index.php?paginaID=28
Ministerie van Buitenlandse Zaken