Nederlandse deelname aan internationale
verkiezingswaarnemingwaarneming
Kamerbrief inzake Nederlandse deelname aan internationale
verkiezingswaarnemingwaarneming
Kamerbrief | 26 maart 2010
Sinds 1992 draagt Nederland bij aan internationale
verkiezingswaarneming middels de uitzending van Nederlandse
waarnemers. In vrijwel alle gevallen gebeurt dit in het kader van
waarnemingsmissies van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking
in Europa (OVSE) en de Europese Unie (EU). De afgelopen jaren is het
aantal Nederlandse waarnemers sterk gedaald. In 2006 en 2007 werden
144 respectievelijk 104 Nederlanders uitgezonden. In 2008 daalde het
aantal naar 82 en in 2009 werden nog slechts 28 Nederlandse waarnemers
uitgezonden. Dit is een zorgelijke trend. Uit nader onderzoek naar de
redenen voor deze daling bleek het volgende.
De daling van het aantal Nederlandse waarnemers aan OVSE-missies kan
grotendeels worden verklaard doordat de Westelijke Balkan niet langer
als prioriteit voor verkiezingswaarneming geldt. De focus is
verschoven naar Oost-Europa en de voormalige Sovjet-republieken. Omdat
de kosten voor deze missies gemiddeld gezien hoger liggen en Nederland
de waarnemers in OVSE-verband zelf financiert, is er voor minder
waarnemers ruimte op de begroting.
Ingrijpender is de daling van het aantal Nederlandse waarnemers dat in
EU-verband wordt uitgezonden. Nederland speelt op dit gebied
nauwelijks nog een rol van betekenis. In 2009 namen slechts 11
Nederlandse waarnemers deel aan EU-verkiezingswaarnemingsmissies. In
vergelijking tot andere lidstaten bezet Nederland hiermee de 23^e
plaats (zie bijlage).
De zeer beperkte deelname van Nederlandse waarnemers aan de EU-missies
komt voort uit een voorwaarde die gesteld wordt in de Notitie inzake
deelname van leden van de Eerste en Tweede Kamer aan
verkiezingswaarnemingsmissies van 1 februari 2005 (TK buza 050045):
verkiezingswaarneming wordt ingezet in die landen waarmee Nederland
een speciale relatie heeft vanuit politiek oogpunt of vanuit het
oogpunt van ontwikkelingssamenwerking. In de praktijk betekent dit dat
Nederland alleen deelneemt aan internationale waarnemingsmissies als
het landen betreft die voor Nederland prioritair zijn. Het is om
verscheidene redenen wenselijk om deze voorwaarde te schrappen:
* Andere lidstaten van de EU kennen een dergelijke beperking niet en
doen wel grootschalig mee. Nederland kan hierin niet achter
blijven. Aangezien verkiezingswaarneming bij uitstek een
internationale aangelegenheid is, is het belangrijk dat Nederland
hierin een substantiële rol speelt zodat recht kan worden gedaan
aan het Nederlandse democratiseringsbeleid en de rol van Nederland
in het EU-debat inzake democratisering. Daarbij zal voorrang
worden gegeven aan voor Nederland prioritaire landen, zonder dat
nog langer andere landen worden uitgesloten.
* Als gevolg van het sterk verminderde aantal Nederlandse waarnemers
dreigt een tekort aan potentiële langetermijnwaarnemers (LTO's).
Om in aanmerking te komen voor uitzending als LTO is het
noodzakelijk om tenminste tweemaal kortetermijnwaarnemer (STO) te
zijn geweest. Ook zullen door gebrek aan ervaring steeds minder
Nederlanders in aanmerking komen voor het core team. Dit team
bestaat uit een groep onafhankelijke specialisten die de
belangrijkste analytische en logistieke kaders van de missie
verzorgen.
* Verkiezingswaarnemers worden gefinancierd uit het European
Instrument for Human Rights and Democracy (EIDHR). De Nederlandse
bijdrage aan EIDHR bestaat uit een vast bedrag, dus het kost
Nederland geen extra geld om aan meer missies deel te nemen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Ministerie van Buitenlandse Zaken