http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_Data/docs/pressdata/nl/ec/113610.pdf
EUROPESE RAAD
25/26 MAART 2010
CONCLUSIES
Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies van de Europese Raad (25/26 maart 2010).
De Europese Raad heeft zich beraden op de nieuwe strategie van de Europese Unie voor banen en
groei. Hij heeft overeenstemming bereikt over de belangrijkste elementen van deze strategie, zoals
de kerndoelen die de uitvoering zullen leiden en afspraken voor een beter toezicht. De staatshoofden
en regeringsleiders hebben tevens van gedachten gewisseld over het concurrentievermogen,
één van de cruciale aspecten van Europa's groeivooruitzichten, en hebben de stand van
de voorbereidingen voor de volgende G20-top besproken. Met betrekking tot klimaatverandering is
de Europese Raad het erover eens dat thans een nieuwe dynamiek in het onderhandelingsproces
moet worden gebracht en heeft hij een stappenplan uitgezet.
I. EUROPA 2020: NIEUWE EUROPESE STRATEGIE VOOR BANEN EN GROEI
1. De afgelopen twee jaar zijn we geconfronteerd met de ernstigste economische crisis die de
wereld sedert de jaren 30 gekend heeft. Deze crisis heeft veel van wat er sinds 2000 bereikt
was, tenietgedaan. We hebben nu te maken met buitensporige schulden, trage structurele groei
en hoge werkloosheid. De economische situatie vertoont verbetering, maar het herstel is nog
steeds broos.
2. Voorwaarden voor groei en werkgelegenheid zijn dat de macro-economische stabiliteit wordt
hersteld en dat de overheidsfinanciën weer op een houdbare koers worden gebracht. Zoals
overeengekomen in december 2009, is het in dat verband van belang dat de uitzonderlijke
steunmaatregelen die zijn getroffen om de crisis te bestrijden, worden losgelaten zodra het
herstel een feit is.
3. Structurele hervormingen zijn van wezenlijk belang voor een krachtig en duurzaam herstel en
om de houdbaarheid van onze sociale modellen te vrijwaren. Banen en maatschappelijk
welzijn staan op het spel. Als we niet handelen, raakt Europa achterop. Het is de taak van de
Europese Raad om aan te geven hoe we verder moeten gaan.
4. De EU heeft behoefte aan een nieuwe strategie die op basis van een intensievere coördinatie
van het economisch beleid voor meer groei en banen moet zorgen. In aansluiting op de
mededeling van de Commissie getiteld "EUROPA 2020 - Een strategie voor slimme,
duurzame en inclusieve groei", en de besprekingen in de Raad, heeft de Europese Raad
overeenstemming bereikt over onderstaande elementen van deze nieuwe strategie, die in juni
formeel zal worden vastgesteld.
5. Onze inspanningen moeten er specifieker op gericht zijn het concurrentievermogen, de
productiviteit, het groeipotentieel en de economische convergentie van Europa een impuls te
geven:
a) De nieuwe strategie is toegespitst op de kerngebieden waar actie nodig is: kennis en
innovatie, een duurzamere economie, een hoge werkgelegenheid en sociale insluiting.
b) De Europese Raad is het eens geworden over de volgende kerndoelen, zijnde gedeelde
leidende doelstellingen voor het handelen van de lidstaten en van de Unie:
- ernaar streven de arbeidsparticipatiegraad voor vrouwen en mannen in de
leeftijdsgroep van 20-64 jaar op 75% te brengen, onder meer door middel van
een grotere participatie van jongeren, ouderen en laaggeschoolden en een
betere integratie van legale migranten;
- de voorwaarden voor onderzoek en ontwikkeling verbeteren, meer bepaald
met het doel de gecombineerde publieke en private investeringsgraad in deze
sector op 3% van het bbp te brengen; de Commissie zal een indicator
ontwikkelen die de O&O- en de innovatie-intensiteit weergeeft;
- de uitstoot van broeikasgassen met 20% verminderen ten opzichte van 1990;
het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in het finale energieverbruik
opvoeren tot 20%; en de energie-efficiëntie met 20% verbeteren;
de EU zal een besluit nemen om nog voor 2020 tot een verlaging te komen
met 30% in vergelijking met de niveaus van 1999 als voorwaardelijk aanbod
met het oog op een wereldwijde en alomvattende overeenkomst voor na 2012,
op voorwaarde dat de andere ontwikkelde landen zich verbinden tot
vergelijkbare emissiereducties en dat ontwikkelingslanden een adequate
bijdrage leveren overeenkomstig hun verantwoordelijkheden en respectieve
vermogens;
- onderwijsniveaus verhogen, in het bijzonder door ernaar te streven het
schooluitvalpercentage terug te dringen en het aandeel van de bevolking dat
tertiair of gelijkwaardig onderwijs heeft voltooid op te trekken; de Europese
Raad zal, op basis van een voorstel van de Commissie, deze doelen in
juni 2010 cijfermatig vastleggen;
- het bevorderen van sociale insluiting, met name door armoedereductie.
Hiervoor moet nog worden voortgewerkt aan passende indicatoren. De
Europese Raad zal in zijn bijeenkomst in juni 2010 op dit punt terugkomen.
Deze doelen bestrijken de belangrijkste gebieden die spoedeisende inspanningen vergen. Ze
hangen onderling samen en versterken elkaar. Ze zullen een hulpmiddel zijn om te meten
hoever het uitvoeren van de strategie gevorderd is. Sommige van deze doelen zijn vervat in
EU-wetgeving, andere hebben geen regulerende strekking en houden geen lastenverdeling in;
zij staan voor een gemeenschappelijk oogmerk dat met een combinatie van actie op nationaal
niveau en op EU-niveau moet worden nagestreefd.
c) In het licht van de kerndoelen stellen de lidstaten hun nationale doelen vast, met
inachtneming van hun uiteenlopende uitgangsposities en nationale omstandigheden. Zij
zullen dat doen volgens hun nationale besluitvormingsprocedures, in dialoog met de
Commissie, om de consistentie met de EU-kerndoelen te controleren. De resultaten van
deze dialoog worden nog voor juni 2010 door de Raad besproken.
d) Met de nieuwe strategie zullen de belangrijkste knelpunten worden aangepakt die de
groei op nationaal niveau en op het niveau van de EU belemmeren, met inbegrip van de
knelpunten in verband met de werking van de interne markt en met infrastructuur.
e) De lidstaten zullen nationale hervormingsprogramma's opstellen met een uitvoerige
beschrijving van de acties die zij zullen ondernemen om de nieuwe strategie uit te
voeren, met bijzondere nadruk op inspanningen die erop gericht zijn de nationale doelen
te halen en op maatregelen die de belemmeringen voor de groei op nationaal niveau
zullen wegnemen.
f) De Commissie zal de acties die zij voorstelt op EU-niveau te ondernemen, met name
middels de vlaggenschipinitiatieven, verder uitwerken en aan de Raad voorleggen.
g) De strategie zal door al het gemeenschappelijk beleid, met inbegrip van het gemeenschappelijk
landbouwbeleid en het cohesiebeleid, moeten worden geschraagd. Een
duurzame, productieve en concurrerende landbouwsector zal een belangrijke bijdrage
leveren aan de nieuwe strategie, waarbij aandacht moet worden geschonken aan het
groei- en werkgelegenheidspotentieel van plattelandsgebieden, en tegelijkertijd eerlijke
concurrentie moet worden gegarandeerd. De Europese Raad acht bevordering van
economische, sociale en territoriale samenhang en ontwikkeling van infrastructuur van
het grootste belang voor het welslagen van de nieuwe strategie.
h) De strategie zal een krachtige externe dimensie hebben, die ervoor moet zorgen dat de
instrumenten en beleidsmaatregelen van de Unie worden ingezet om onze belangen en
onze posities in de wereld te bevorderen door wereldwijd in open en eerlijke markten te
participeren.
6. Efficiënte monitoringmechanismen zijn bepalend voor een geslaagde uitvoering van de
strategie:
a) De Europese Raad zal eenmaal per jaar, op basis van de monitoring door de Commissie
en het werk in de Raad, een algehele evaluatie maken van de op uniaal en op nationaal
niveau geboekte vorderingen met het uitvoeren van de strategie. De ontwikkeling van
de productiviteit is een essentiële graadmeter voor vooruitgang. De macro-economische
ontwikkelingen, de structurele ontwikkelingen en de ontwikkeling van de concurrentieposities
zullen tegelijkertijd worden bezien, waarbij ook de algehele financiële stabiliteit
zal worden beoordeeld, op basis van de inbreng van het Europees Comité voor
systeemrisico's.
b) De Europese Raad zal op gezette tijden een debat wijden aan de economische
ontwikkelingen en aan de belangrijkste prioriteiten van de strategie. In oktober 2010 zal
de Europese Raad praten over onderzoek en ontwikkeling en daarbij in het bijzonder
aandacht schenken aan de vraag hoe het innovatiepotentieel van Europa in het licht van
de huidige uitdagingen kan worden gestimuleerd. Begin 2011 zal de Europese Raad het
energiebeleid bespreken, met inbegrip van de vraag hoe het de omschakeling naar een
efficiënte koolstofarme economie en een grotere voorzieningszekerheid in de hand kan
werken.
c) De algehele coördinatie van het economische beleid zal worden versterkt door de
instrumenten van artikel 121 van het Verdrag (VWEU) beter te benutten.
d) De coördinatie op het niveau van de eurozone zal worden geïntensiveerd zodat de
problemen waarvoor het eurogebied staat, kunnen worden aangepakt. De Commissie zal
nog voor juni 2010 daartoe strekkende voorstellen indienen, met gebruikmaking van de
nieuwe instrumenten voor economische coördinatie die artikel 136 van het Verdrag
(VWEU) biedt.
e) De EU moet de aandacht specifiek richten op de dringende uitdagingen van de
ontwikkeling van de concurrentieposities en de betalingsbalansontwikkelingen. De
Europese Raad zal hierop terugkomen in juni 2010.
f) De timing van de rapportage over en de evaluatie van de nationale hervormingprogramma's
en de stabiliteits- en convergentieprogramma's moet beter worden
afgestemd, teneinde de algehele consistentie van het beleidsadvies aan de lidstaten te
verbeteren. Deze instrumenten zullen evenwel duidelijk gescheiden worden gehouden.
De integriteit van het stabiliteits- en groeipact zal volledig gevrijwaard blijven, evenals
de specifieke verantwoordelijkheid van de Raad Ecofin voor het toezicht op de
uitvoering ervan.
g) Een intensieve dialoog tussen de lidstaten en de Commissie zal een hulpmiddel zijn om
de kwaliteit van het toezicht te verbeteren en aan te zetten tot een uitwisseling van beste
praktijken. Dit kan inhouden dat er deskundigen van de Commissie en de lidstaten
worden samengebracht om de situatie te beoordelen.
h) Voor een geloofwaardige en doeltreffende monitoring is het allereerst nodig dat de
statistische gegevens die de nationale bureaus voor de statistiek verstrekken van goede
kwaliteit, betrouwbaar en tijdig beschikbaar zijn. Snelle besluitvorming over de
Commissievoorstellen op dit gebied is geboden.
i) De nauwe samenwerking met het Europees Parlement en andere EU-instellingen zal
worden voortgezet. De nationale parlementen, de sociale partners, de regio's en andere
belanghebbenden zullen hierin worden betrokken, opdat de strategie een groter
draagvlak krijgt.
°
° °
7. De Europese Raad verzoekt de voorzitter van de Europese Raad om, in samenwerking met de
Commissie, een taskforce bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten, het roulerende
voorzitterschap en de ECB in te stellen, die de Raad nog dit jaar maatregelen moet
presenteren voor het bewerkstelligen van het beoogde verbeterde raamwerk voor crisisoplossing
en een betere begrotingsdiscipline, waarbij alle opties voor het versterken van het
wetgevingskader moeten worden verkend.
8. Er dient snel vooruitgang te worden geboekt met het versterken van financiële regulering en
financieel toezicht, zowel binnen de EU als in internationale fora zoals de G20, terwijl tevens
gegarandeerd moet zijn dat mondiaal voor iedereen dezelfde regels gelden. Er moet in het
bijzonder vooruitgang worden geboekt ten aanzien van kwesties zoals kapitaalvereisten,
systeemrelevante instellingen, financieringsinstrumenten voor crisismanagement, meer
transparantie inzake derivatenmarkten en bestudering van specifieke maatregelen in verband
met kredietverzuimswaps op staatsschuld, alsmede toepassing van internationaal overeengekomen
beginselen voor bonussen in de financiëledienstensector. De Commissie komt
binnenkort met een verslag over mogelijke vernieuwende financieringsbronnen zoals een
mondiale heffing op financiële transacties.
9. Dit vereist dat de EU snel intern vooruitgang boekt op al deze punten. Het Europees Comité
voor systeemrisico's (ESRB) en de drie Europese toezichthoudende autoriteiten moeten begin
2011 operationeel worden en daarom moeten met name de besprekingen over het nieuwe
Europese toezichtskader tijdig worden afgerond.
10. De Raad en de Commissie brengen in juni 2010 over al deze onderwerpen verslag uit aan de
Europese Raad, voorafgaand aan de Top van Toronto.
II. KLIMAATVERANDERING: ONZE INSPANNINGEN HERORIËNTEREN NA
KOPENHAGEN
11. Een wereldwijde, alomvattende juridische overeenkomst blijft de enige doeltreffende manier
om de overeengekomen doelstelling, namelijk de temperatuurstijging wereldwijd te beperken
tot minder dan 2°C ten opzichte van de pre-industriële niveaus, te verwezenlijken. Uitgaande
van de conclusies van de Raad van 15 en 16 maart 2010, en met inaanmerkingneming van de
mededeling van de Commissie van 9 maart 2010, moet nu een nieuwe dynamiek in het
internationale onderhandelingsproces worden gebracht.
12. Voortbouwend op het akkoord van Kopenhagen dient een stapsgewijze aanpak te worden
gevolgd, die met spoed moet worden uitgevoerd:
a) De eerste stap houdt in dat tijdens de volgende bijeenkomsten in Bonn een draaiboek
wordt opgesteld voor de verdere onderhandelingen. De nadruk dient te liggen op het in
de diverse onderhandelingsteksten integreren van de politieke sturing die het akkoord
van Kopenhagen biedt.
b) De COP-16 in Cancún moet ten minste concrete besluiten opleveren die het akkoord
van Kopenhagen verankeren in het onderhandelingsproces van de VN en voorzien in de
resterende leemten, onder meer wat betreft adaptatie, bosbouw, technologie en
monitoring, rapportage en verificatie.
13. De EU is bereid haar rol in dit proces te vervullen:
a) De EU en haar lidstaten zullen uitvoering geven aan hun toezegging om gedurende de
periode 2010-2012 jaarlijks 2,4 miljard euro ter beschikking te stellen voor snelstartfinanciering,
naast bijdragen van andere belangrijke spelers en in het kader van de
uitvoering van het akkoord van Kopenhagen. Een snelle uitvoering van deze toezegging
is van cruciaal belang. Daarom zal de EU in overleg treden over praktische manieren
om op specifieke gebieden over te gaan tot snelstartfinanciering. De EU en haar
lidstaten zullen tijdens de conferentie van het VN-Raamverdrag inzake klimaatverandering
in mei/juni 2010 een voorlopige stand van zaken met betrekking tot hun
toezeggingen presenteren en in Cancún en vervolgens op jaarbasis gecoördineerde
verslagen over de uitvoering voorleggen.
b) De EU en andere ontwikkelde landen hebben toegezegd uiterlijk in 2020 gezamenlijk
jaarlijks 100 miljard USD vrij te zullen maken om de ontwikkelingslanden te helpen bij
de bestrijding van de klimaatverandering. Financiële bijdragen op de langere termijn
moeten worden gezien in de context van zinvolle en transparante maatregelen die
ontwikkelingslanden moeten nemen om de klimaatverandering te beperken en van het
algehele evenwicht van de mondiale inspanning ter bestrijding van de klimaatverandering.
c) De Europese Raad blijft onverkort achter het proces van het VN-Raamverdrag inzake
klimaatverandering staan. De Europese Raad steunt de inspanningen die thans worden
gedaan om dit proces te versterken. Aangezien er tot Cancún niet veel tijd resteert, zou
het nuttig kunnen zijn om in aanvulling op en ter ondersteuning van dit proces
besprekingen in andere fora en over specifieke onderwerpen te organiseren.
d) De EU zal meer doen om derde landen te bereiken. Daartoe zal zij de klimaatverandering
ter sprake brengen in alle regionale en bilaterale bijeenkomsten, ook op
topniveau, en in andere fora zoals de G20. Het voorzitterschap en de Commissie zullen
met andere partners actief overleg plegen en binnenkort aan de Raad verslag uitbrengen.
e) Op gebieden zoals groene technologieën en normen, alsmede verificatietechnieken
moeten mogelijkheden tot samenwerking, ook met geïndustrialiseerde partners, worden
aangegrepen. Er moet snel worden vastgesteld welke gemeenschappelijke belangen er
bestaan met opkomende landen ten aanzien van vraagstukken die in het debat over
klimaatverandering kunnen doorwegen.
14. De aanhoudende trends van biodiversiteitsverlies en aantasting van het ecosysteem moeten
dringend worden omgebogen. De Europese Raad onderschrijft de langetermijnvisie op
biodiversiteit 2050 en de doelstelling voor 2020 als vervat in de conclusies van de Raad van
15 maart 2010.
°
° °
15. De voorzitter van de Europese Raad heeft het voornemen te kennen gegeven om in september
2010 een bijzondere bijeenkomst van de Europese Raad te beleggen, waarbij ook de ministers
van Buitenlandse Zaken aanwezig zullen zijn, teneinde na te gaan hoe de Unie het overleg
met haar strategische partners over mondiale aangelegenheden beter gestalte kan geven.
°
° °
De Europese Raad heeft de heer Vítor Constâncio benoemd tot vice-president van de ECB.
Ook heeft de Europese Raad de interneveiligheidsstrategie bekrachtigd.
__________________________
BIJLAGE
NIEUWE EUROPESE STRATEGIE VOOR BANEN EN GROEI
STAPPENPLAN
a) De Commissie zal, onder inaanmerkingneming van de kerndoelen van de EU en conform
het Verdrag, binnenkort haar voorstellen indienen voor doelgerichtere geïntegreerde
richtsnoeren, inclusief de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de globale richtsnoeren voor het
economisch beleid. Deze richtsnoeren zullen door de Raad worden besproken zodat zij,
nadat het Europees Parlement en andere instellingen over de werkgelegenheidsrichtsnoeren
zijn geraadpleegd, in juni 2010 door de Europese Raad kunnen worden bekrachtigd.
b) De voornaamste knelpunten die de groei op EU-niveau belemmeren, worden momenteel
door de Commissie geïnventariseerd en zullen door de Raad worden besproken. De lidstaten
zullen op hun niveau hetzelfde doen, in nauwe samenwerking met de Commissie. De
Europese Raad van juni 2010 zal hiervan de balans opmaken, zodat met de resultaten
rekening kan worden gehouden bij de opstelling van de nationale hervormingsprogramma's.
c) De nationale doelen als vermeld in punt 5c) van deze conclusies moeten tijdig worden
gepresenteerd zodat er rekening mee kan worden gehouden bij de opstelling van de
nationale hervormingsprogramma's.
d) In dit eerste jaar van de nieuwe strategie presenteren de lidstaten hun nationale hervormingsprogramma's
in het najaar van 2010, en zij geven daarbij uitvoerig aan welke maatregelen
zij zullen nemen om de strategie uit te voeren. Een en ander moet ten volle worden
ondersteund door alle toepasselijke EU-instrumenten, inclusief innovatieve financieringsinstrumenten
in samenwerking met de EIB-groep, als hervormingsprikkels in te zetten.
e) De Commissie presenteert uiterlijk in oktober 2010 de maatregelen voor die op EU-niveau
nodig zijn voor de uitvoering van de nieuwe strategie, met name middels de vlaggenschipinitiatieven.
f) De Raad zal de timing van de processen beter afstemmen, teneinde de algehele consistentie
van het beleidsadvies aan de lidstaten te verbeteren.
______________________
Raad van de Europese Unie