Ministerie van Economische Zaken
Meer groene banen, minder groene subsidies
30 maart 2010 | nieuwsbericht | Duurzame energie
Deze week vindt in Mexico het 12e International Energy Forum plaats.
Ik zit daar een bijeenkomst voor over de relatie tussen duurzaamheid
en voorzieningszekerheid. Een betrouwbare energievoorziening is van
levensbelang voor onze economie.
Duurzame energie draagt daar aan bij, maar is vooral nodig voor
economische groei en groene werkgelegenheid. Voorzieningszekerheid en
duurzame energie vragen dus om een economische invalshoek.
Energiepolitiek is economische politiek. Juist in het licht van de
economische crisis en de uitdaging om het overheidstekort terug te
dringen, is een economische benadering van duurzame energie nu
dringend nodig.
Een economische benadering is in de eerste plaats een benadering die
houdbaar is op de lange termijn. Omdat energiemarkten niet ophouden
bij de landsgrenzen is daarnaast een internationale insteek nodig.
Verder moeten economische groei en werkgelegenheid een centrale rol
spelen bij de inzet van duurzame energie. Dit betekent dat we niet
onbeperkt en tot in lengte van dagen het verschil tussen marktprijs en
kostprijs moeten blijven subsidiëren. Dat kost de overheid gedurende
tientallen jaren miljarden euro's en maakt bedrijven lui. Daar moeten
we dus vanaf. Een slimme combinatie van internationaal beleid,
industriebeleid en innovatiebeleid levert voor de economie veel meer
op en kost de overheid minder geld. Het creëren van groene banen is
beter dan het strooien met groene subsidies.
Concurrentie op de markt in plaats van subsidieoorlog
Een internationale aanvliegroute betekent dat we geen nationale doelen
maar Europese doelen als uitgangspunt nemen. Om die doelen efficiënt
te realiseren moeten we in de eerste plaats werken aan een
internationale markt, waarop bedrijven met elkaar concurreren op alle
vormen van energie, dus ook duurzame energie. Nu heeft ieder land niet
alleen eigen doelen voor duurzame energie, maar ook nog eens
verschillende stimuleringssystemen. Daardoor werkt de markt niet goed
en loop je het risico van subsidieoorlogen tussen lidstaten. De
windparken worden daar gebouwd waar de subsidies het hoogst zijn. Dat
kan Europa zich zeker in deze tijd van economische malaise niet
permitteren.
Om economisch optimaal te profiteren van de ontwikkeling van duurzame
energie, kunnen we niet meer van alles een beetje doen, maar moeten we
een paar dingen goed doen. Het innovatieplatform heeft er recent ook
voor gepleit dat Nederland inzet op die opties die innovatieve
werkgelegenheid creëren en waarbij Nederland ten opzichte van andere
landen in het voordeel is. Ik deel die mening. Vanwege de lange
kustlijn, goede havens, sterke offshore sector en chemische industrie,
zijn vooral bio-energie en windenergie kansrijke opties. Daar liggen
grote verdienmogelijkheden en met deze opties kan de EU-doelstelling
gehaald worden. Deze opties hebben nog wel enige tijd subsidie nodig
om door te groeien, maar aan het einde van een volgende
kabinetsperiode zou de overstap naar een verplichting onherroepelijk
ingezet moeten worden. Verdere koppeling van Europese markten is
hierbij onontkoombaar. Enorme subsidie-infusen, al dan niet in de vorm
van een feed-in systeem zoals in Duitsland, kosten heel veel maar
zorgen niet voor de beste versterking van de economie.
Meer energiebesparing en innovatie
Waar we in mijn ogen veel meer op kunnen inzetten dan nu gebeurt is
energiebesparing, bijvoorbeeld in de industrie. Energiebesparing is de
allerbeste vorm van energiebeleid. De Nederlandse industrie is al
behoorlijk efficiënt, maar het kan nog beter. Om nog extra energie te
besparen en daarmee tegelijk de concurrentiepositie te versterken,
hebben de bedrijven kapitaal nodig voor het doen van grote innovatieve
investeringen. Dat is in deze economisch zware tijden een knelpunt. De
overheid zou daar moeten helpen met garanties of kredieten. Dat is
goed voor de economie en voor het milieu. Met veel minder middelen kan
hier meer worden bereikt dan met de huidige stimulering van duurzame
energie.
Ook op het gebied van onderzoek en innovatie kan Nederland geld
verdienen. We hebben een sterke kennisinfrastructuur en er liggen
kansen bij bijvoorbeeld zonne-energie, groen gas, blue energy, slimme
netwerken en de verdere ontwikkeling van windenergie op zee. Innovatie
moet niet worden gesubsidieerd met exploitatiesubsidies, maar vraagt
om innovatieve instrumenten die per optie verschillend kunnen zijn.
Omdat het duurzaam maken van de energievoorziening een kwestie van
lange adem is, moet juist nu worden geïnvesteerd in de technieken van
morgen.
Internationaal, industrie en innovatie zijn in mijn ogen voor de
komende periode de drie terreinen waar we de puntjes op de i moeten
zetten. Een slimme combinatie zorgt voor groene banen, een betrouwbare
energievoorziening en minder CO2-uitstoot. Dit laatste moet niet
voorop staan in het beleid voor duurzame energie. Duurzame energie is
de komende jaren nog een te beperkte en te dure optie voor
CO2-reductie. Voor een effectief klimaatbeleid is een combinatie van
emissiehandel en fiscale prikkels de beste aanpak en zijn bijvoorbeeld
energiebesparing en kernenergie goedkoper. Ook hier geldt: energie
politiek is economische politiek.
Meer informatie
* Video: Van der Hoeven over duurzaam energiebeleid nieuwsbericht |
30 maart 2010 | Duurzame energie Video - maart 2010