NEN


Opleveringskeuring installaties wettelijk verplichten

dinsdag 30 maart 2010, 14:29

Het is wenselijk dat installateurs bij de oplevering van installaties in nieuwe woningen altijd beproevingen uitvoeren en dat de resultaten inzichtelijk worden voor opdrachtgevers en woningeigenaren. Het lijkt echter niet waarschijnlijk dat dit zal gebeuren zonder wettelijke verplichting. Dat zijn de belangrijkste conclusies van een onderzoek uitgevoerd door Onderzoeksinstituut OTB, in opdracht van de branchevereniging voor installatiebedrijven Uneto-VNI. De onderzoeksresultaten worden gepubliceerd in 'Bouwregels in de praktijk'.

De afgelopen jaren lijken de problemen tengevolge van niet goed werkende installaties en aansluitingen toe te nemen. De steeds scherper geformuleerde energiebesparingambities voor woningen zullen in de komende jaren de druk op goed geĂŻnstalleerde en ingeregelde installaties verder verhogen. Recente onderzoeken op kleine schaal en veel signalen uit de praktijk duiden erop dat de problemen toenemen. De kwestie met de balansventilatiesystemen in de Amersfoortse wijk Vathorst is hiervan een illustratie. De brancheorganisatie Uneto-VNI wijt de toename van problemen in belangrijke mate aan het ontbreken van systematische kwaliteitscontrole.

Structuur voor opleveringskeuring
Ten behoeve van het onderzoek door OTB is een structuur geschetst die ervoor moet zorgen dat het vanzelfsprekend wordt dat bij alle nieuwbouwwoningen de installaties worden opgeleverd. Uitgangspunt voor Uneto-VNI is dat dit op basis van vrijwilligheid gebeurt. De redenering is als volgt: als een installateur zijn werk oplevert aan de opdrachtgever (de hoofdaannemer/projectontwikkelaar/eigenaar) op basis van beproevingen volgens gestandaardiseerde methoden, dan wordt daarmee de aansprakelijkheid grotendeels verlegd van de installateur naar de opdrachtgever. Het 'opleveren' wil zeggen dat de installateur op afdoende wijze aan de opdrachtgever aantoont dat zijn werk voldoet aan eraan ten grondslag liggende eisen. Mochten er later toch problemen worden ervaren met de onderdelen van installaties die in de oplevering zijn opgenomen, dan is het aan de opdrachtgever om aan te tonen dat dit terug te voeren is op nalatigheid van de installateur. Een specifieke verwijzing naar het Burgerlijk Wetboek (artikel 758, Boek 7) voor de betekenis van oplevering en de relatie met aansprakelijkheid kan deze structuur versterken. Vervolgens is het zinvol om een uniforme en transparante werkwijze voor de oplevering van installaties vast te leggen. De aanpak bestaat onder andere uit het in het contract vastleggen welke onderdelen worden beproefd, het vastleggen en beschikbaar stellen van de beproevingsresultaten in een elektronisch en openbaar dossier en het verzorgen van instructies aan de bewoner over het gebruik en onderhoud van de installaties. Tot het beproeven wordt ook het inregelen van de installaties voor verwarming en ventilatie (en overige gebouwgebonden producten) gerekend.

Conclusie
In de huidige praktijk vindt een oplevering van alle installaties van alle nieuwbouwwoningen, waarbij feitelijke beproevingen volgens standaard methodieken worden uitgevoerd, vaak niet plaats. Dat komt ondermeer omdat niemand er naar vraagt. Het verdient aanbeveling het opleveren van installaties het afsluitende onderdeel te laten worden van de bouwvergunningsprocedures. Er kan praktische invulling aan de procedure worden gegeven . Daarnaast moet in het onderwijs meer aandacht komen voor opleveren en kwaliteitsborging. Tenslotte moet de aandacht worden gevestigd op het beter integreren van het bouwkundige en installatietechnische ontwerp

zie ook de volgende gerelateerde onderwerpen:
NEN Bouwmail (Publicatie)