Gemeente Utrecht

2010 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
12 Vragen van de heer V.Oldenborg
(ingekomen15 januari 2010
en antwoorden door het college verzonden op 30 maart 2010)

Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst is het nieuwe stadslogo gepresenteerd in een schitterende presentatie die Utrecht neer zet als een stad van kennis en cultuur. Een stad die trots is op de vele talenten die uit de stad zijn voorgekomen.Ook een stad die zich al jaren beschouwt als een broedplaats voor talent dat zij wil koesteren. Op de nieuwssite www.dnu.nu verscheen vandaag (vrijdag 15 januari 2010) een bericht waarin melding wordt gemaakt van het werk van een Utrechtse (grafisch) ontwerper, die blijkbaar eerder (2004) voor Utrecht heeft gewerkt. Vergelijking van het "nieuwe" beeldmerk van Utrecht met het op de site van DNU getoonde werk uit 2004 deed bij ondergetekende direct de gedachte opkomen "Beter goed gejat, dan slecht bedacht". Dit leidt Stadspartij Leefbaar Utrecht tot de volgende vragen:


1. Is het College met ons van mening dat er opvallende overeenkomsten bestaan tussen de beeldmerken uit 2004 en het nu gekozen beeldmerk?

Niet echt. Natuurlijk is ook het woorddeel 'echt' in het rood gekleurd in dit logo, maar door het lettertype en de symboliek van de Domtoren is het echt een heel ander logo.


2. Heeft het College, als opdrachtgever voor het nieuwe beeldmerk, de eerdere beeldmerken uit 2004 ter beschikking van de huidige ontwerper gesteld?

Het College beschikte op dat moment niet over dit oude logo. Inmiddels heeft het College kunnen achterhalen dat in 2004 door het Comité Domkerk 750 jaar een opdracht is verstrekt voor het maken van een mapje voor ansichtkaarten van de Domkerk. Op dat mapje is een soort postzegel verbeeld en daarop was het bedoelde beeldmerk in zwart-wit geplaatst. Het was dus geen stadspromotie-logo.


3. Heeft het College voorafgaand aan het verstrekken van de huidige opdracht, nog contact opgenomen met de ontwerper van de beeldmerken in 2004?

Neen, aangezien het college zich niet bewust was dat er in 2004 een dergelijk ontwerp was gemaakt.


4. Wat is de reden geweest dat er is gekozen voor een Amsterdams ontwerpburo?

Het college heeft via een aanbesteding gekozen voor een merkadviesbureau dat allereerst de opdracht kreeg een merkpositionering voor de stad op te stellen. Vanuit deze merkpositionering kon het bureau een logo laten ontwikkelen. Het merkadviesbureau Brand Capital heeft Koeweiden Postma hiervoor geselecteerd. In een eerder traject had de gemeente twee pitches uitgeschreven voor enkel het ontwikkelen van een logo. Tijdens deze trajecten ondervond de gemeente dat een logo niet op zichzelf staat, maar dat er eerst een goede merkpositionering moest worden neergezet.


5. Is het College met ons van mening dat een ontwerp door een Utrechts ontwerpburo, beter gepast zou hebben in het streven om Utrechts talent te promoten?

Vanwege het eerdere traject dat de gemeente doorlopen had, is door Brand Capital voor een ander bureau gekozen. De campagne is wel weer met een Utrechts reclamebureau ontwikkeld en uitgevoerd. Dit traject loopt ook nog.


6. Welke maatregelen wil het College nemen om, overeenkomstig de al meermalen uitgesproken wens van de raad, Utrechtse talenten en ondernemers waar mogelijk bij gemeentelijke opdrachten de voorkeur te geven boven talenten van buiten de stad?

Vanuit de principes van het aanbestedingsbeleid hebben Utrechtse bureaus gelijke kansen. Als bureaus volledig gelijkwaardig offreren (prijs/kwaliteit) dan krijgen Utrechtse bureaus de voorkeur.

---- --