Gerechtelijke organisatie

Vrijstelling fly-over 24 Oktoberplein in Utrecht mocht worden verleend

Den Haag, 31 maart 2010 - Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht mocht vrijstelling verlenen voor een zogenoemde fly-over en het reconstrueren van het 24 Oktoberplein in Utrecht. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (31 maart 2010).

De Raad van State is van oordeel dat 'de omstandigheid dat de realisering van het project gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit niet aan de verlening van vrijstelling in de weg kan staan', omdat het project inmiddels is opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). In dit programma staan compenserende maatregelen die in de agglomeratie Utrecht worden getroffen om op termijn aan de normen voor stikstofoxiden en zwevende deeltjes te voldoen. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat deze doelstellingen niet worden gehaald, aldus de hoogste bestuursrechter. Daarom mocht het gemeentebestuur van Utrecht vrijstelling verlenen voor de fly-over en de reconstructie. De rechtbank in Utrecht had al eerder geoordeeld dat vrijstelling kon worden verleend, hoewel het gemeentebestuur bij het onderzoek naar de luchtkwaliteit oude milieuregels had gebruikt.

Twee inwoners van Utrecht kwamen tegen de vrijstelling in hoger beroep bij de Raad van State, omdat het gemeentebestuur naar hun mening de vrijstelling niet had mogen verlenen. Volgens hen staat niet vast dat het project voldoet aan de normen voor stikstofoxiden en zwevende deeltjes, omdat het gemeentebestuur de gevolgen van het project voor de luchtkwaliteit onvoldoende heeft onderzocht. Op dit punt stelt de Raad van State hen nu dus in het ongelijk.

De Raad van State is het wel met de inwoners eens dat de rechtbank op hun bezwaren had moeten ingaan met betrekking tot geluidsoverlast, visuele hinder, strijd met het gemeentelijk verkeersbeleid en de kap van een aantal bomen. De Raad van State heeft in hoger beroep alsnog deze bezwaren inhoudelijk beoordeeld, maar ongegrond verklaard. Verder had de rechtbank de inwoners een hogere proceskostenvergoeding moeten toekennen, aldus de hoogste bestuursrechter.

Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.

LJ Nummer

BL9581

Zie het origineel
Bron: Centrale redactie rechtspraak.nl Datum actualiteit: 31 maart 2010 Naar boven