Datum 31 maart 2010 -
Aanbieding voortgangsrapport 26 HSL-Zuid
2
Geachte voorzitter,
Hierbij bied ik u het zesentwintigste voortgangsrapport (VGR 26) HSL-Zuid aan.
Het rapport behandelt de verslagperiode 1 juli 2009 tot en met 31 december
2009. Ik zal mij in deze brief beperken tot een weergave van de laatste stand van
zaken ten aanzien van het vervoer over de HSL-Zuid, de geluidsproblematiek, de
infrastructuur en de risicoreservering.
Tijdens het algemeen overleg van 9 februari 2010 heb ik u toegezegd uw Kamer
bij de aanbieding van het voortgangsrapport HSL-Zuid ook te informeren over de
situatie op de Beneluxlijn. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.
1. Stand van zaken vervoer
Start commercieel vervoer Amsterdam Rotterdam
HSA is op 7 september 2009 gestart met het aanbieden van reizigersvervoer over
de HSL-Zuid. Vanaf die datum rijdt de Fyra met tijdelijk HST-Prio materieel
(Traxx-locomotieven en Prio-rijtuigen) tussen Amsterdam Centraal, Schiphol en
Rotterdam Centraal. In beide richtingen voert HSA op werkdagen een uurdienst
uit. De maximale rijsnelheid bedraagt 160 km/uur, de reistijd is door de hogere
snelheid afgenomen van 1 uur en 10 minuten naar circa 41 minuten.
Ten aanzien van de bezettingsgraad dient onderscheid gemaakt te worden tussen
spits en dal. Tussen september 2009 en februari 2010 zijn er 260.000 reizen
gemaakt met de Fyra. Gemiddeld zijn er 80 klanten per trein per dag. De
verhouding tussen spits en dal is daarbij 100/50. De gemiddelde bezettingsgraad
voor de Fyra is 15%. Ter vergelijking: NS heeft na 170 jaar rijden een gemiddelde
bezettingsgraad van 29%. De Fyra rijdt voorlopig nog slechts met een frequentie
van één trein per richting per uur. Daarbij was er de afgelopen maanden om
diverse redenen sprake van onderbrekingen van de dienstregeling (o.a. een week
geen treinen vanwege een technisch defect aan de infrastructuur en de algemene
problemen vanwege het winterweer).
a
agina 1 van 6
P
De aankomstpunctualiteit van de Fyra in 2009 was cumulatief 79,2%. De
Datum
aankomstpunctualiteit van het toewijsbare deel aan HSA in 2009 was cumulatief
96,4%. De uitval van de Fyra in 2009 was 9,9%. Ons kenmerk
VenW/DGMo-2010/3763
Vanaf april 2010 zal de Fyra ook in de weekeinden gaan rijden. Voorts is het de
bedoeling dat de Fyra eind 2010 één keer per uur van en naar Brussel gaat rijden
(omklappen Benelux). Of deze planning gehaald wordt is afhankelijk van een goed
verloop van het testprogramma dat moet worden uitgevoerd. Verdere groei van
de binnenlandse bediening is voorzien in 2011, afhankelijk van de komst van het
V250 materieel.
Start commercieel vervoer Amsterdam Brussel Parijs
Met ingang van de nieuwe dienstregeling 2010 zijn op 13 december 2009 de
Thalysdiensten op Amsterdam Brussel Parijs (zeven treinen per richting per
dag) gestart. Tussen Rotterdam en Antwerpen wordt 300 km/uur gereden op
ERTMS level 2. In verband met het gelijktijdig gebruik van het tracé Schiphol
Rotterdam (Thalys èn HST-Prio) wordt hier vooralsnog gereden onder ERTMS
level 1 met een maximale snelheid van 160 km/uur. De reistijd Amsterdam
Parijs is door gebruikmaking van de hogesnelheidsinfrastructuur afgenomen van 4
uur en 9 minuten naar 3 uur en 18 minuten. De reistijd Rotterdam Antwerpen is
teruggebracht van 65 minuten naar 31 minuten.
Met de Thalys zijn tussen december 2009 en februari 2010 115.000 reizen
gemaakt. Gemiddeld zijn er 190 klanten per trein per dag. Ook bij de Thalys is de
verhouding tussen spits en dal 100/50. De bezettingsgraad voor de Thalys was in
januari 2010 60% en in februari 2010 65%. De aankomstpunctualiteit van Thalys
in december 2009 was 25,8%, het uitvalpercentage was 7,4%.
HSA is van plan de dienstregeling van de Thalys tussen Amsterdam en Parijs in
2010 als volgt uit te breiden:
- per april naar 8 treinen per richting per dag;
- per september naar 9 treinen per richting per dag;
- per december naar 10 treinen per richting per dag.
AnsaldoBreda V250
Ten aanzien van de hogesnelheidstreinen die HSA bij AnsaldoBreda heeft besteld
is de stand van zaken als volgt. De derde V250 trein heeft Nederland inmiddels
bereikt en er is goede voortgang in de productie in Italië. AnsaldoBreda heeft
bevestigd de volledige verantwoordelijkheid te hebben en te nemen voor
certificering en toelating van de treinen. Daarbij zal zwaar worden geleund op de
kennis en capaciteit van HSA en NOBO's in Nederland en België. Op dit moment
vinden er discussies plaats over de planning van de eerste trein en het ritme van
levering van de opvolgende treinen.
Overleg met België
Het moeizame overleg tussen Nederland en België over de uitvoering van het in
2005 bereikte compromis over de bediening van Den Haag en Breda en de
langere reistijden in België is in de verslagperiode voortgezet. In een gesprek met
mijn Belgische ambtsgenoot op 28 oktober 2009, waarbij ook de president-
directeur van NMBS, de heer Descheemaecker aanwezig was, zijn de afspraken
omtrent de aanschaf van het extra benodigde treinstel door België erkend. Er
werden echter meerdere juridische bezwaren aangevoerd tegen de aanschaf van
het treinstel en als grond waarom NMBS niet mee zou hoeven te werken aan de
agina 2 van 6
P
bediening van Den Haag en Breda. Deze bezwaren zijn door de Landsadvocaat
Datum
geanalyseerd. De resultaten van de analyse zijn met België gedeeld.
Ons kenmerk
Op 10 maart 2010 heeft een open en constructief vervolggesprek plaatsgevonden VenW/DGMo-2010/3763
met mijn Belgische ambtsgenoot. Naast de aanschaf van het extra benodigde
treinstel is tijdens dit gesprek ook de realisatie van een alternatief voor de
Beneluxlijn, naast de bestaande stoptrein van Roosendaal naar Antwerpen aan de
orde gekomen.
2. Stand van zaken Geluidsproblematiek
Bij brief van 9 maart 2010 (kamerstuk 22026 nr. 312) heb ik uw Kamer
uitgebreid geïnformeerd over de conclusies van de tweede serie metingen door
TNO, heb ik uw Kamer de antwoorden op 23 kamervragen doen toekomen en heb
ik maatregelen ter voorkoming van toekomstige overschrijdingen van de
geluidsnormen aangekondigd.
De belangrijkste conclusie uit het rapport van TNO is dat de geluidsproductie van
de Thalys bij hogere snelheid (285 km/uur) aansluit bij de aannames zoals
gehanteerd bij de berekeningen van het akoestisch onderzoek voor het
Tracébesluit. Bij relatief lage snelheden (160 km/uur) is de invloed van de
afwijkende spoorconstructie hoger. Dit komt doordat de effectiviteit van het
akoestisch geslepen spoor toeneemt naarmate de snelheid van de trein hoger is.
Het geluid achter de schermen is zowel voor het tijdelijke materieel bij 160
km/uur als de Thalys bij 160 km/uur hoger dan op basis van het rekenmodel
wordt berekend. Echter, bij de Thalys is het verschil aanzienlijk kleiner dan voor
het tijdelijke materieel.
Deze conclusies duiden erop dat de treinen op de HSL bij hoge snelheid, dit zijn in
de definitieve situatie de beoogde snelheden, doen wat ze moeten doen. De
berekeningen die zijn gemaakt bij het ontwerpen van de baan zijn uitgegaan van
deze hoge snelheden. Gelet op het feit dat in de tijdelijke situatie het tijdelijke
materieel meer geluid produceert dan verwacht, heb ik reeds aangekondigd dit
tijdelijke materieel stiller te maken. Dit is ook nodig om ervoor te zorgen dat in
2010 binnen de berekende geluidsbelasting uit het tracébesluit wordt gebleven.
Zie mijn brief van 13 november 2009 (kamerstuk 22026 nr. 306). Het stiller
maken van het huidige tijdelijke materieel heeft dan ook de hoogste prioriteit.
Een aantal mogelijkheden is bekeken om de HST-Prio rijtuigen stiller te maken.
Twee mogelijke opties worden uitgewerkt. Dit zijn het plaatsen van LL-blokken en
het afschakelen van de blokkenrem. Omdat bij de afgeschakelde blokkenrem
sprake is van een grotere geluidsreductie en een snelle ombouw geniet deze optie
de voorkeur. Omdat niet zeker is dat de afgeschakelde blokkenrem toegelaten
wordt, is er voor gekozen om ook het traject van ombouw met LL-blokken in gang
te zetten als terugvaloptie. Deze maatregel is al wel toegelaten.
Remproeven met de afgeschakelde blokkenrem in februari zijn goed verlopen, de
laatste veiligheidsbeschouwingen vinden nu plaats en als ook deze positief
uitvallen is de toelating door IVW na een positief advies van de NOBO voorzien
per begin april. De ombouw van het tijdelijke materieel kan daarna in twee à drie
weken plaatsvinden. Door deze snelle ombouw is het mogelijk dat eind mei vier
stammen met zeven rijtuigen die nu op de HSL-Zuid rijden, stiller zijn. Dit geldt
agina 3 van 6
P
dan ook voor het materieel dat eind 2010 extra op de HSL-Zuid, tussen
Datum
Amsterdam en Breda, zal worden ingezet. Nadat dit stiller gemaakte materieel is
ingezet zal TNO metingen uitvoeren naar de effectiviteit van de maatregel. Ook Ons kenmerk
zullen metingen aan het hogesnelheidsmaterieel (AnsaldoBreda) op het HSL-spoor VenW/DGMo-2010/3763
en metingen op diverse locaties vlak achter de geluidsschermen worden verricht.
Verder heb ik ProRail gevraagd om voor het bereiken van de volledige
dienstregeling met hogesnelheidsmaterieel de effectiviteit van de
geluidsschermen te meten.
3. Stand van zaken infrastructuur
Electro Magnetische Compatibiliteit (EMC)
Het onderzoek door ProRail naar de EMC risico's `aanraakspanning' en `directe
verstoring treindetectie' is in de verslagperiode afgerond. Om het EMC probleem
structureel te kunnen oplossen is besloten tot de bouw van een viertal extra AT
stations voor de energievoorziening van de HSL-Zuid. De oplevering hiervan is
gepland in de eerste helft van 2011. Randvoorwaardelijk daarbij is dat het NS
VIRM-1 materieel aangepast wordt, in elk geval bij gebruik van treinen tot
1.000A. Het gesprek hierover met NS Reizigers is gestart.
In afwachting van de oplevering van de AT-stations en de aanpassingen in het
VIRM-1 materieel is besloten tot een aantal aanvullende tussentijdse maatregelen
om het ingroeimodel voor het vervoer van HSA in de komende twee jaar te
kunnen faciliteren.
Naast de hierboven beschreven EMC risico's leidde in de verslagperiode een
aanvullend EMC risico tot het per 30 september 2009 stilleggen van het vervoer
op de HSL-Zuid ten noorden van Breda. Na het treffen van tijdelijke maatregelen
is vanaf 6 oktober 2009 voor het noordelijke deel en vanaf 16 oktober 2009 voor
het zuidelijke deel de baan weer vrijgegeven en kon het vervoer worden hervat.
Claims van de Staat inzake Rijpwetering
Ten aanzien van de claim Rijpwetering heb ik besloten deze niet verder door te
zetten. De kansen op succesvolle afronding zijn te gering.
4. Stand van zaken risicoreservering
In de verslagperiode van VGR 26 is het potentiële beroep (50% waarde) op de
risicoreservering toegenomen van 41 mln naar 51 mln. Deze toename wordt
hoofdzakelijk veroorzaakt door aanvullende maatregelen voor EMC, potentiële
kosten voor geluidswering en hogere schade-uitkeringen
(Schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4). Voor de Betuweroute is het
potentiële beroep op de risicoreservering niet gewijzigd.
Dit leidt tot het volgende beeld van de per 31 december 2009 naar verwachting
nog aan de risicoreservering te onttrekken middelen:
90% waarde 50% waarde Betuweroute 0 mln. 0 mln.
HSL-Zuid 84 mln. 51 mln.
Totaal 84 mln. 51 mln.
agina 4 van 6 P
Datum Per einde van de verslagperiode was in de risicoreservering1 nog een ruimte van
76 mln. De lopende ontwikkelingen in beide projecten zijn voor mij aanleiding om Ons kenmerk deze ruimte van 76 mln te handhaven. VenW/DGMo-2010/3763
In de hierboven gerapporteerde prognose is een bedrag voor EMC maatregelen begrepen van circa 25 mln. In het eerste kwartaal van 2010 is duidelijk geworden dat de voorziene maatregelen duurder uitvallen dan per eind 2009 werd voorzien. Daarnaast is uit de onderzoeken gebleken dat nog aanvullende maatregelen vereist zijn. Volgens de actuele inzichten leiden de hogere kosten en de extra maatregelen tot een toename van circa 12 mln. De totale kosten van de nu voorziene noodzakelijke EMC maatregelen bedragen derhalve volgens de actuele inzichten 37 mln. Ik verzoek de Kamer derhalve in te stemmen met een onttrekking uit de risicoreservering voor dit bedrag, zodat gedurende 2010 en 2011 de verplichtingen voor het treffen van EMC maatregelen kunnen worden aangegaan.
Het valt niet uit te sluiten dat nog verdere aanvullende EMC maatregelen moeten worden getroffen, maar hierover bestaat nog onzekerheid ten aanzien van de aard, de noodzaak en de omvang.
5. Stand van zaken Beneluxlijn
Tijdens het algemeen overleg van 9 februari 2010 heb ik uw Kamer toegezegd u te informeren over de stand van zaken op de Beneluxlijn. NS Internationaal heeft mij de volgende informatie verstrekt over de treindienst.
Verbetermaatregelen
NS Internationaal heeft inmiddels de volgende acties uitgevoerd om de punctualiteit van de Beneluxlijn te vergroten en de uitval van treinen te verminderen:
- Om de betrouwbaarheid te vergroten en (daardoor) meer ruimte te maken voor het benodigde extra onderhoud, zijn alle verouderde locomotieven type 11 vervangen door Traxx-locomotieven. In het begin kenden deze Traxx-locomotieven veel kinderziektes, maar dankzij intensieve inspanningen zijn de kinderziektes vrijwel overwonnen. Om de laatste storingen te verhelpen zal er op korte termijn een software update geïnstalleerd worden.
- De op de Benelux geïnstalleerde `bio-bak' toiletten kennen nog enkele technische problemen, wat in het ergste geval kan leiden tot uitval van treinen indien alle toiletten niet meer functioneren. Inmiddels zijn de problemen inzichtelijk gemaakt en wordt gezamenlijk met NedTrain en de leverancier van de bio-bakken gewerkt aan oplossingen. De verwachting is dat de problemen in het tweede kwartaal 2010 verholpen zullen zijn.
1 De risicoreservering heeft betrekking op de aanleg van de HSL-Zuid. Hierin wordt geen rekening gehouden met vervoersrisico's.
agina 5 van 6 P
-
Nedtrain heeft maatregelen getroffen om het onderhouds- en keerproces Datum in Watergraafsmeer robuuster en meer punctueel te maken. Dit heeft geleid
tot een product met minder uitval als gevolg van technische issues. Ons kenmerk
- Een lage startpunctualiteit leidt tot meer punctualiteitverlies op de rest VenW/DGMo-2010/3763 van het traject. Samen met de NMBS zijn maatregelen genomen om de eerste drie startende treinen vanuit Brussel te verbeteren. Inmiddels hebben deze maatregelen geleid tot een stijging van de vertrekpunctualiteit. In het tweede kwartaal 2010 zullen de maatregelen afgerond worden.
Punctualiteit
De gemiddelde punctualiteit van de uitgaande treinen richting Brussel is in 2009 uitgekomen op 82,6%. De gemiddelde punctualiteit van de binnenkomende treinen richting Amsterdam is uitgekomen op 74,5%. In de maanden december 2009 en januari 2010 is ook de Beneluxlijn door het winterweer getroffen. In de maand februari is de stijgende lijn weer gevonden. Voor een totaaloverzicht van de maandelijks gerealiseerde punctualiteitscijfers op de Beneluxlijn verwijs ik u naar de bijlage 2.
Aanvullende maatregelen
NS Internationaal is blij met de stijgende lijn, maar nog niet tevreden over de huidige punctualiteit van de Benelux. Een aantal vervolgacties is daarom inmiddels in gang gezet. Zo is in overleg met Prorail en NSR gezocht naar een oplossing voor een conflict tussen de Beneluxtrein en een binnenlandse reizigerstrein. Dit heeft geleid tot een meer punctuele afhandeling van de treindienst voor beide partijen. Daarnaast is door NS Internationaal aan de Belgische collega's de nodige documentatie geleverd met betrekking tot het verhelpen van storingen aan rijtuigen en locomotieven.
Ik blijf met NS Internationaal de punctualiteit van de Beneluxlijn nauwlettend volgen.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
agina 6 van 6 P