De Nederlandse Bank

DNB publiceert Statistisch Bulletin maart 2010

Persbericht

Datum 31 maart 2010

In dit nummer: Herstel emissies op financiële markten in 2009, De financiële steunmaatregelen in de statistiek van de overheidsfinanciën, Indexatie pensioenen blijft achter bij loon- en prijsstijging, Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken.

Herstel emissies op financiële markten in 2009

De financiële markten hebben drie turbulente jaren achter de rug, waarin stagnatie en opleving elkaar afwisselden. Zo groeide in de loop van 2007 de onzekerheid over de kredietwaardigheid van banken, zowel bij beleggers als bij banken onderling en droogden de netto emissies van obligaties door banken op. In de tweede helft van 2008 werd netto zelfs voor EUR 15 miljard afgelost. Pas in de eerste helft van 2009 trad een herstel van emissies op tot bijna EUR 40 miljard, dankzij door de overheid gegeven garanties. De crisis werd ook zichtbaar in emissies van obligaties door zogeheten special purpose vehicles, ter financiering van hypotheken die gelieerde banken er aan overdroegen. In 2007 en 2008 waren deze emissies gemiddeld zo'n EUR 70 miljard hóger dan in de jaren vlak ervoor en erna, mede doordat banken de obligaties zelf kochten, als onderpand voor eventuele extra leningen in geval van liquiditeitskrapte. De problemen bij banken kwamen indirect ook tot uitdrukking in de emissies van bijna EUR 60 miljard door de overheid, in de tweede helft van 2008, ter financiering van steunmaatregelen.

In 2009 echter keerde het vertrouwen weer voorzichtig terug. De emissie activiteit herstelde zich, ook bij niet-financiële bedrijven, al vroegen beleggers aanvankelijk wel extra risicopremies. Een deel van de overheidssteun (EUR 31 miljard) werd nu terugbetaald, maar de overheid moest later in het jaar weer emitteren om een inmiddels door de economische crisis opgelopen overheidstekort te financieren. Het aandeel korte schuld bleef hoog, bij zowel overheid als banken, door de toegenomen voorkeur voor kort papier, dat goedkoper geworden was dankzij renteverlagingen door de ECB.

De financiële steunmaatregelen in de statistiek van de overheidsfinanciën

In een groot aantal landen, binnen de Europese Unie en daarbuiten, hebben overheden omvangrijke steunmaatregelen voor de financiële sector afgekondigd om deze te beschermen tegen de gevolgen van de financiële crisis die in de herfst van 2008 uitbrak. Deze maatregelen beïnvloeden het overheidssaldo en de overheidsschuld. Vanwege afspraken binnen de EU dat deze grootheden bepaalde grenswaarden niet mogen overschrijden, heeft de correcte statistische waardering van deze transacties een bijzonder belang gekregen. In Nederland hadden de financiële steunmaatregelen een aanzienlijk effect op de overheidsschuld, maar het effect op het overheidstekort bleef beperkt. De Nederlandse Staat boekte een positief rendement op de meeste steunmaatregelen.

Verliescompensaties leidden er evenwel toe dat van de steunmaatregelen per saldo een negatief effect op het overheidstekort uitging van 0,4% van het BBP in 2008 en 2009. Daarmee hebben de financiële steunmaatregelen slechts voor een klein deel bijgedragen aan de sterke omslag van het overheidstekort tussen 2008 (overschot van 0,3% van het BBP) en 2009 (tekort van 4,9% van het BBP). De overschrijding van de grenswaarde van 3% in 2009 was vooral te wijten aan de terugval in de overheidsinkomsten en uitgavenstijging onder invloed van de economische crisis. De financiële steunmaatregelen hebben daarentegen wel de overheidsschuld in 2008 sterk opgestuwd (met 13,5% van het BBP) tot een waarde van 58,2% van het BBP. In 2009 ging van de financiële steunmaatregelen een verminderend effect (van 3,5% van het BBP) op de overheidsschuld uit doordat aflossingen hoger uitvielen dan nieuwe steunmaatregelen. Door het hoge tekort liep de overheidsschuld desondanks verder op tot 61,8% van het BBP, boven de grenswaarde van 60%. Tegenover de toeneming van de overheidsschuld stond evenwel ook een sterke stijging van het bezit van financiële activa.

Indexatie pensioenen blijft achter bij loon- en prijsstijging

In 2010 worden pensioenaanspraken- en uitkeringen naar verwachting gemiddeld met 0,4 procent verhoogd om te corrigeren voor gestegen lonen en prijzen. Daarmee blijft de omvang van deze zogenoemde indexering achter bij de ambitie van pensioenfondsen, die gebaseerd is op de in het voorgaande jaar gerealiseerde loon- en prijsstijging. De financiële positie van pensioenfondsen staat een grotere indexering vooralsnog niet toe. Sinds de zomer van 2007 is deze positie aangetast door koersdalingen van beleggingen en de gevolgen van de lagere rente. Dankzij hogere beurskoersen was 2009 financieel gezien overigens wel een beter jaar voor pensioenfondsen. De nominale dekkingsgraad steeg van 95 naar 109 procent. De gezamenlijke afdracht van pensioenpremies door werkgevers en werknemers stijgt in 2010 van 16,0 naar 16,4 procent van de salarissom.

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

De vorderingen van Nederlandse banken op het buitenland bedroegen eind september 2009 EUR 1100 miljard. Dat was 35% minder dan twee jaar eerder, deels door het uiteenvallen van ABN Amro, deels door de financiële crisis. Zo daalden de vorderingen op Zuid-Amerika door de verkoop van Banco Real met 71% en halveerden de vorderingen op de Verenigde Staten (tot EUR 200 miljard). Met EUR 700 miljard bleef de Europese markt de grootste, ondanks een daling van de vorderingen met 29%, met name door een halvering in Frankrijk. Groot was ook de daling in België, maar Nederlandse banken bleven vooral daar sterk vertegenwoordigd in vergelijking met banken uit andere landen. Groeimarkten waren Turkije en Polen, dankzij acquisities en expansie vanuit lokale vestigingen.

Correctie inhoud Statistisch Bulletin
Het artikel 'De financiële steunmaatregelen in de statistiek van de overheidsfinanciën' bevat op pagina 19 een zinsnede (Als geen dividend is uitgekeerd, wordt de verschuldigde rente aan de hoofdsom toegevoegd) die als niet geschreven moet worden beschouwd.