Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Antwoorden op de vragen van het lid Verdonk van uw Kamer inzake het feit dat
steeds meer Nederlandse studenten over de grens gaan studeren. (Ingezonden
12 maart 2010 met kenmerk 2010Z04560)
Vraag 1:
Bent u bekend met het feit dat steeds meer Nederlandse studenten over de
grens gaan studeren?
Antwoord:
Ja.
Vraag 2:
Bent u bekend met het feit dat Nederlandse studenten die in het buitenland gaan
studeren vaak maanden moeten wachten op hun beslissing van de Dienst
Uitvoering Onderwijs (DUO)?
Antwoord:
Een Nederlandse ho-student kan zijn studiefinanciering meenemen voor
opleidingen in de gehele wereld. Om voor Nederlandse studiefinanciering in het
buitenland (meeneembare studiefinanciering) in aanmerking te komen moet aan
een aantal voorwaarden worden voldaan. Een ervan is dat de buitenlandse
opleiding die de student wil volgen van voldoende niveau en kwaliteit moet zijn.
Het diploma dat de student aan het einde van de opleiding in het buitenland
behaalt moet ten minste hetzelfde niveau hebben als een diploma in het
Nederlands hoger onderwijs. Om vooraf te controleren of dit het geval is schakelt
DUO de Netherlands University Foundation For International Cooperation (Nuffic)
in. Het is niet doelmatig om de Nuffic een lijst met alle mogelijke opleidingen in
de gehele wereld op te laten stellen. Wel is er een lijst met veel aangevraagde
(goedgekeurde) opleidingen. Aanvragen voor meeneembare studiefinanciering
voor deze opleidingen kunnen snel behandeld worden. Aanvragen voor
opleidingen die niet eerder zijn beoordeeld, hebben een langere aanvraagtijd
nodig, aangezien informatie uit het buitenland verkregen moet worden. Daarbij is
de Nuffic afhankelijk van de reactiesnelheid van de buitenlandse instelling. Dit kan
enige tijd in beslag nemen.
Zie verder het antwoord op vraag 6.
Vraag 3:
Bent u bekend met het feit dat deze studenten door de bureaucratie bij DUO niet
op tijd over financiële middelen kunnen beschikken?
Pagina 1 van 3
Antwoord:
DUO en Nuffic doen hun uiterste best om alle aanvragen voor meeneembare
studiefinanciering snel en adequaat te beoordelen en af te handelen. Indien een
student tijdig de aanvraag indient kan hij of zij op tijd over de toegekende
financiële middelen beschikken. Helaas kan het in individuele gevallen voorkomen
dat een student wat langer op zijn studiefinanciering moet wachten.
Vraag 4:
Bent u bekend met het feit dat hierdoor talentvolle Nederlandse studenten
afhaken?
Antwoord:
Ik vind het belangrijk dat Nederlandse studenten een diploma behalen dat van
voldoende kwaliteit is. Het is ook de verantwoordelijkheid van de student zelf om
de aanvraag voor meeneembare studiefinanciering tijdig en volledig in te dienen.
Ik hoop dat talentvolle studenten begrijpen dat het ook voor hen belangrijk is dat
de opleiding die zij gekozen hebben, van voldoende kwaliteit is. Het proces van
toetsing moet zorgvuldig gebeuren en kost meer tijd dan de afhandeling van een
aanvraag voor studiefinanciering voor een opleiding aan een Nederlandse
instelling. De processen van DUO zijn zo ingericht dat studenten zo min mogelijk
hinder ondervinden zonder dat op de kwaliteit van de beslissing wordt ingeboet.
Een student krijgt na het indienen van een aanvraag omstudiefinanciering een
ontvangstbevestiging. Mocht de aanvraag langer duren dan de termijn van 8
weken, dan krijgt de student hierover ook bericht. Het is mij niet bekend dat
studenten afhaken door de lange behandeltijd van een aanvraag om
meeneembare studiefinanciering.
Vraag 5:
Bent u bereid om er voor te zorgen dat Nederlandse studenten geen hinder meer
ondervinden bij het studeren in het buitenland?
Antwoord:
Zie antwoord op vraag 4
Vraag 6:
Bent u bereid een maximumtermijn voor beslissingen op te leggen aan DUO?
Antwoord:
Pagina 2 van 3
De Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) geeft al een maximumtermijn aan,
waaraan ook DUO zich te houden heeft. De AWB stelt dat een primaire aanvraag
in principe binnen 8 weken moet zijn afgehandeld (art. 4.13 AWB). DUO doet zijn
uiterste best om een aanvraag voor meeneembare studiefinanciering binnen deze
termijn te behandelen en in verreweg de meeste gevallen lukt dat ook. In 2009
bedroeg de gemiddelde behandeltijd van een aanvraag voor meeneembare
studiefinanciering iets minder dan 6 weken.
Echter, er zijn verschillende situaties waarin de termijn van 8 weken niet bindend
is. Deze termijn wordt ingevolge art. 4.15 AWB verlengd op het moment dat de
DUO de aanvrager verzoekt om nadere informatie. Dit kan extra tijd kosten,
vooral als deze informatie moet worden verkregen van buitenlandse organisaties.
Ook is het mogelijk om in zeer bijzondere gevallen de termijn van 8 weken te
overschrijden, maar dan rust op het uitvoerende orgaan de verplichting dit aan de
aanvrager te melden.
Pagina 3 van 3