Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht
PB10-024
31 maart 2010

Overheidstekort 5,3 procent in 2009

9.30 uur
· Schuld overheid boven de 60 procent van bbp · Begrotingstekort bijna 2 duizend euro per Nederlander · Sociale fondsen fors in de min · Overheidssteun financiële sector kostte 2 miljard euro Het overheidstekort is in 2009 uitgekomen op 5,3 procent van het bbp. In 2008 was er nog een overschot van 0,7 procent van het bbp. De schuld van de overheid uitgedrukt als percentage van het bbp nam 2,7 procentpunt toe tot 60,9 procent. De Nederlandse overheidsfinanciën overschreden hiermee in 2009 zowel de Europese tekortnorm van 3 procent als de schuldnorm van 60 procent. Dit blijkt uit de eerste ramingen van het CBS. Het tekort bedroeg vorig jaar 30,2 miljard euro. Dit komt neer op bijna 2 duizend euro per Nederlander. De centrale overheid gaf vorig jaar 19,6 miljard euro meer uit dan het ontving. De lokale overheid kwam 3,4 miljard euro tekort. De gemeenten hadden te maken met tegenvallende grondverkopen. Ook de inkomsten uit bouwleges vielen tegen. De sociale fondsen lieten door lagere opbrengsten uit sociale premies en hogere uitkeringen een groot tekort zien van 7,2 miljard euro. Het tekort van de sociale fondsen werd afgevlakt door extra rijksbijdragen van ruim 4 miljard euro. De rijksbijdragen bedroegen daarmee in 2009 ruim 17 miljard euro. De premies van de sociale fondsen zijn al jaren niet meer voldoende om de uitkeringen (bijv. WW, AOW en de zorg) te dekken.
De uitgaven van de overheid stegen in 2009 bijna 8 procent. De overheid investeerde ruim 10 procent meer dan in 2008. De uitkeringen stegen fors met ongeveer 8 procent. De uitkeringen waren voor ruim 40 procent verantwoordelijk voor de stijging van de overheidsuitgaven. Ook de steun aan de financiële sector droeg in 2009 sterk bij aan de stijging van de overheidsuitgaven in de vorm van extra rentelasten en kapitaaloverdrachten. De stijging van de uitgaven werd enigszins gedempt door de korting op de ln.... EU-afdrachten.
De inkomsten van de overheid daalden met bijna 5 procent. Dit kwam sbc.... voornamelijk door aanzienlijk lagere opbrengsten bij de vennootschapsbelasting, de BTW, de overdrachtsbelasting en de dividendbelasting. De opbrengsten uit de loonbelasting en sociale premies tezamen bleven bijna gelijk. De aardgasbaten brachten eenderde minder op dan in 2008. Hiertegenover stonden extra inkomsten uit rentebaten en w dividenden als gevolg van de kapitaalsteun aan de financiële sector. De steun aan de financiële sector leidde tot zowel extra uitgaven als extra w inkomsten. Per saldo kostten de steunmaatregelen in 2009 bijna 2 miljard w euro.
De overheidsschuld steeg in 2009 licht met 0,3 miljard euro. De overheidsschuld bleef nagenoeg gelijk doordat met de verkoop van CBS Persbericht PB10-024 pagina 1 van 3




staatsdeelnemingen en aflossingen van verstrekte kredieten het tekort gefinancierd kon worden. In 2008 had de overheid ruim 81 miljard uitstaan in de financiële sector. Dit is in 2009 teruggebracht tot 56 miljard euro. De schuld van de overheid als percentage van het bbp nam echter sterker toe door de daling van het bbp.
Technische toelichting
BTP-notificatie
De gepubliceerde cijfers zijn de officiële cijfers over het overheidssaldo en de overheidsschuld van Nederland. Zij worden naar de Europese Commissie gestuurd in het kader van de buitensporige-tekortenprocedure (BTP of 'Excessive Deficit Procedure', EDP). De levering vindt plaats voor 1 april van elk jaar. De cijfers in dit persbericht sluiten aan bij de BTP-notificatie van Nederland die aan de Europese Commissie is gestuurd. Gevolgen overheidsinterventies in de financiële sector op saldo en schuld Het CBS heeft als onafhankelijk statistisch instituut de taak de omvang van het overheidssaldo en de overheidsschuld van Nederland vast te stellen. Bij het vaststellen van deze gegevens is, net als in 2008, bijzondere aandacht besteed aan de overheidsmaatregelen om de financiële sector te ondersteunen. Het betreft dan in het bijzonder de kapitaalinjecties in de staatsdeelnemingen Fortis Nederland en ABN Amro, en de steun die de staat aan ING heeft verleend bij diens Amerikaanse hypothekenportefeuille. Het CBS heeft op basis van de Europese statistische boekhoudregels en onderzoek naar de precieze constructies beoordeeld hoe deze overheidsmaatregelen geboekt moeten worden. Het CBS heeft geconcludeerd dat de kapitaalinjecties in Fortis Nederland en ABN Amro in 2009 een negatief effect hadden op het overheidssaldo van 2,2 miljard euro. De steun aan ING heeft geleid tot een toename van de overheidsschuld van 15,6 miljard euro aan het eind van 2009. Het Europees statistische bureau Eurostat dat de tekort- en schuldramingen van de Europese landen verifieert heeft voorlopig ingestemd met deze boekingen in afwachting van het onderzoek van het DG Mededinging van de Europese Commissie.
Overheidssaldo en overheidsschuld
Het overheidssaldo (ook wel EMU-saldo genoemd) is het verschil van inkomsten en uitgaven van de overheid. Inkomsten en uitgaven worden daarbij geboekt in het jaar dat economische waarde tot stand komt, gewijzigd wordt of verloren gaat, of wanneer een recht dan wel verplichting ontstaat, veranderd wordt of wordt geannuleerd.
De overheidsschuld (ook wel EMU-schuld genoemd) is de schuld van de overheid gewaardeerd tegen nominale waarde (niet op marktwaarde). De zogenaamde handelskredieten en transitorische posten worden niet in de schuld meegenomen. De onderlinge schulden tussen de Nederlandse overheden tellen ook niet mee.
Methode
De gepubliceerde cijfers vormen de eerste ramingen van het CBS voor de sector overheid over 2009. De gegevens over eerdere jaren zijn gepubliceerd bij het verschijnen van de publicatie Nationale rekeningen in juli 2009. De cijfers voor 2007, 2008 en 2009 kunnen later nog worden aangepast. Eventuele aanpassingen zullen worden gepubliceerd bij de reguliere jaarlijkse publicatie van de Nationale rekeningen in juli 2010. De overheid omvat de centrale overheid (voornamelijk het Rijk), de lokale overheid (gemeenten, waterschappen, provincies, e.d.) en de sociale fondsen. CBS Persbericht PB10-024 pagina 2 van 3




Het CBS verzamelt voor de samenstelling van de cijfers gegevens bij de belangrijkste overheden en completeert deze met aanvullende ramingen voor de ontbrekende instellingen.

Tabel 1: Overheidssaldo
2005 2006 2007 2008 2009 mld euro
Totaal inkomsten 228,5 248,8 259,8 277,6 264,1 Totaal uitgaven (­) 230,0 246,0 258,8 273,6 294,3 Rentevoordeel / nadeel uit swapcontracten 0,1 0,1 0,1 0,2 -0,1 + Overheidstekort (-) / overschot (+) -1,4 2,9 1,1 4,2 -30,2 Bruto binnenlands product (bbp) 513,4 540,2 568,7 595,9 570,2 uitgedrukt als % bbp Totaal inkomsten 44,5 46,1 45,7 46,6 46,3 Totaal uitgaven (­) 44,8 45,5 45,5 45,9 51,6 Overheidstekort (-) / overschot (+) -0,3 0,5 0,2 0,7 -5,3 Bron CBS
Tabel 2: Overheidssaldo naar overheidslaag
2005 2006 2007 2008 2009 mld euro
Overheid waarvan -1,4 2,9 1,1 4,2 -30,2 Centrale overheid 0,3 4,6 2,8 2,9 -19,6 Lokale overheid -0,9 -0,3 -1,1 -2,6 -3,4 Wettelijke sociale verzekeringsinstellingen -0,8 -1,5 -0,6 3,9 -7,2 uitgedrukt als % bbp Overheid waarvan -0,3 0,5 0,2 0,7 -5,3 Centrale overheid 0,1 0,9 0,5 0,5 -3,4 Lokale overheid -0,2 0,0 -0,2 -0,4 -0,6 Wettelijke sociale verzekeringsinstellingen -0,1 -0,3 -0,1 0,6 -1,3 Bron CBS
Tabel 3: Overheidsschuld naar schuldtitel
2005 2006 2007 2008 2009 mld euro
Overheidsschuld 266,1 255,9 258,6 346,7 347,0 Chartaal geld 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 Kortlopende waardepapieren 18,0 13,9 16,7 84,0 57,6 Obligaties 201,6 196,9 191,3 198,9 210,2 Kortlopende leningen 7,0 5,7 11,5 12,6 10,7 Langlopende leningen 38,9 38,8 38,4 50,6 68,0 uitgedrukt als % bbp Overheidsschuld 51,8 47,4 45,5 58,2 60,9 Bron CBS
CBS Persbericht PB10-024 pagina 3 van 3






---- --