Universiteit van Amsterdam

Museum Willet-Holthuysen kampte groot deel 20ste eeuw met negatieve beeldvorming


woensdag 31 maart 2010, 10:00 uur


Promotie

Dhr. H. Vreeken/ Cultuurgeschiedenis
'Bij wijze van museum'. Oorsprong, geschiedenis en toekomst van Museum Willet-Holthuysen, 1853-2010

In 1895 legateerde Louisa Willet-Holthuysen (1824-1895) haar woonhuis Herengracht 605, de inboedel en de kunstverzameling van haar overleden echtgenoot Abraham Willet (1825-1888) aan de stad Amsterdam onder voorwaarde dat het een museum werd dat hun beider naam zou dragen. Een jaar later opende Museum Willet-Holthuysen zijn deuren en begon een uiterst wisselvallig bestaan. Hubert Vreeken deed onderzoek naar Museum Willet-Holthuysen. Wat hem vooral opvalt, is de negatieve beeldvorming die het museum, de verzameling én de erflaters een groot deel van de twintigste eeuw ten deel is gevallen. Dit staat in schril contrast met de waardering die Willet tijdens zijn leven voor zijn culturele bemoeiingen ondervond, een gunstige beoordeling waarin ook zijn collectie deelde. Het waarom van deze omslag heeft volgens Vreeken een aantal redenen: een algemene afkeer van de negentiende eeuw, veranderende museale inzichten en een noodlotsroman van Frans Coenen, de eerste conservator van het museum . Pas in de laatste decennia van de twintigste eeuw is een hernieuwde interesse ontstaan voor het negentiende-eeuwse karakter van het museum. Dit past in de internationaal toegenomen belangstelling voor verzamel- en museumgeschiedenis in het algemeen en voor huis- en verzamelaarsmusea in het bijzonder.


Promotor

mw. prof. dr. M.T.C. Mathijsen-Verkooijen


Locatie

Aula van de UvA
Singel 411
1012 WN Amsterdam

Deelname

Toegang vrij