ChristenUnie


ChristenUnie schetst christelijk-sociaal perspectief in verkiezingsprogramma: `Vooruitzien'

ChristenUnie schetst christelijk-sociaal perspectief in verkiezingsprogramma: `Vooruitzien'

dinsdag 06 april 2010 14:00 Kiezen voor de samenleving, investeren in vertrouwen. De ChristenUnie wil het vertrouwen in de samenleving terugbrengen. Vertrouwen tussen mensen onderling, vertrouwen in de overheid, vertrouwen in een duurzame toekomst. Daarvoor zijn scherpe politieke, financiële en morele keuzes nodig. Zulke keuzes stelt de ChristenUnie voor in haar verkiezingsprogramma dat vandaag gepresenteerd wordt onder de titel Vooruitzien - christelijk-sociaal perspectief.

De economie, de overheidsfinanciën en de samenleving verkeren in een kritieke situatie. Het komende kabinet mag het momentum niet laten verlopen, maar moet ingrijpende stappen zetten om samenleving en economie toekomstbestendig te maken.

Rechtzetten overheid-samenleving

Allereerst moet de relatie tussen overheid en samenleving worden rechtgetrokken. In een christelijk-sociale visie zijn overheid en samenleving elkaars bondgenoten, en erkennen ze elkaars verantwoordelijkheid. De overheid moet minder met zichzelf bezig zijn, minder sturen op details en meer ruimte geven aan burgers, bedrijven en instellingen. Daartoe wil de ChristenUnie volgende kabinetsperiode 7 miljard bezuinigen op de overheidskosten.

Verder bepleit de ChristenUnie:

* Meer vertrouwen in gezinnen door meer keuzevrijheid in combineren arbeid en zorg;

* Meer vertrouwen in informele netwerken door verbinding van formele en informele zorg bij ondersteuning zorgbehoevende ouderen;
* Meer vertrouwen in buurtbewoners door hen te betrekken bij een veilige omgeving (Burgernet);

* Meer vertrouwen in het onderwijs door minder regels: overhevelen van doelsubsidies naar lumpsum scheelt verantwoordingsdruk;
* Meer vertrouwen in religieuze organisaties: de overheid maakt in haar subsidiebeleid geen onderscheid tussen maatschappelijke organisaties op basis van levensbeschouwelijke grondslag;
* Meer vertrouwen in werknemers: iedere werknemer krijgt een talentenbudget om zich te scholen;

* Meer vertrouwen in ondernemers en ZZP'ers: omlaag brengen regeldruk, toegang tot krediet, en pensioenopbouw voor ZZP'ers faciliteren;

* Meer vertrouwen in boeren: inschakelen bij natuurbeheer tegen redelijke vergoeding en met langjarige zekerheid;
* Meer vertrouwen in corporaties: zij gaan de huurtoeslag uitvoeren, en krijgen meer ruimte om huren te koppelen aan inkomen en aan de reële woningwaarde. Dit gaat scheefwonen tegen.

Kortom: een dienstbare overheid in een bloeiende samenleving. Daaronder verstaat de ChristenUnie ook dat:

* het leven van conceptie tot het levenseinde beschermwaardig is. In het verkiezingsprogramma staan 10 actiepunten vóór het leven;
* de overheid haar kerntaak uitoefent, namelijk handhaving van openbare orde en veiligheid. Daarom een investering van 400 miljoen in agenten en straatcoaches.

Duurzame economie

Geld moet verdiend worden voor het kan worden uitgegeven. Het zal de jaren na de crisis veel vragen van ondernemers om weer winst te maken, personeel vast te houden en de internationale concurrentie aan te blijven gaan. De ChristenUnie wil ondernemers als de motor van onze economie ruimte geven, maar hen ook stimuleren de weg in te slaan naar duurzame innovatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het volgende kabinet moet als ambitie uitspreken Nederland tot de meest duurzame en innovatieve economie van Europa te maken.

Daartoe bevat het programma ondernemersvriendelijke en vergroenende maatregelen:

* De ChristenUnie investeert 1,3 miljard in het onderwijs, wil betere aansluiting tussen bedrijven en beroepsopleidingen. Er komt een 6-jarige vakopleiding;

+ Subsidieaanvragen worden eenvoudiger. Het aantal afzonderlijke ondernemerssubsidies wordt door middel van samenvoeging sterk beperkt;

+ Stimuleren van private R&D-investeringen gebeurt door innovatiesubsidies te koppelen aan private R&D-uitgaven (bv voor iedere EUR 2 euro ontvangt de ondernemer EUR 0,25 subsidie);

+ Kredietverstrekking wordt gefaciliteerd door bestaande garantieregelingen onverminderd voort te zetten;
+ Pensioenopbouw door ZZP'ers wordt beter gefaciliteerd;
+ De zelfstandigenaftrek wordt verder geïntegreerd in de MKB winstvrijstelling. Er komt een basisvrijstellingsbedrag met daarboven een winstafhankelijk bedrag;
+ Minimaal 30 procent energiereductie in 2020 in de bestaande woningen;

+ Vanaf 2015 energieneutraal bouwen in de nieuwbouw;
+ Toepassing van duurzame bouwmaterialen en duurzaam bouwen minder vrijblijvend;

+ Eerlijke producten tegen eerlijke prijzen in de schappen van de winkels: de geschiedenis van de producten op het gebied van duurzaamheid en sociale impact traceerbaar en zichtbaar maken, zodat de consument een eerlijke keuze kan maken, duurzame en sociale waarden waar mogelijk in de prijs van de producten verwerken

Financiële uitgangspunten

Afhankelijk van de uitkomsten bij doorrekening door het CPB wil de ChristenUnie 16 miljard bezuinigen, waarvan 7 miljard op de kosten van de overheid, 1,3 miljard op wegenaanleg en structureel vergroenen van de energietarieven, meer dan 2 miljard op de zorg (o.a doelmatigheidswinst, salarissen medisch specialisten, overhevelen delen AWBZ naar Zvw en WMO, eigen bijdrage verblijfkosten ziekenhuizen/verpleeghuizen, inkomensafhankelijk eigen risico), 300 miljoen op cultuur, emancipatie en publieke omroep, 1 miljard overheveling huurtoeslag naar corporaties, en ruimte voor boveninflatoire huurverhoging. En nog enkele andere maatregelen.

Lastenmaatregelen

De ChristenUnie kiest voor ruimhartige ondersteuning van gezinnen. We kiezen echter niet voor het terugdraaien van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting. In plaats daarvan zetten we deze individuele fiscale korting om in een belastingvrije som per huishouden. Hierdoor vervalt het nadeel dat alleenverdieners hadden ten opzichte van tweeverdieners door de afbouw van de overdraagbaarheid.

Enkele andere lastenmaatregelen zorgen voor netto verhoging van de overheidsinkomsten, onder meer als gevolg van het aanpakken van de hypotheekrenteaftrek, de AOW-maatregelen en vergroeningsmaatregelen. De crisis- en hersteltax wordt alleen ingevoerd tussen 2011 en 2013 via een lichte BTW-verhoging, om te kunnen voldoen aan de Europese normen van het Pact voor Stabiliteit en Groei. In 2014 is deze uitzonderlijke belastingmaatregel die een beroep doet op de solidariteit weer afgeschaft.

Drie hervormingsmaatregelen in kort bestek:

Hypotheekrente aftrek

* De aftrek voor de hoogste inkomens wordt in 10 jaar (1 procent per jaar) beperkt tot 42%;

* De aftrekruimte wordt afgebouwd op basis van aflossing in 30 jaar;

* Woningschuld van boven de 750.000 euro is niet aftrekbaar. Dit bedrag wordt niet geïndexeerd.

* De overdrachtsbelasting voor starters wordt afgeschaft
* Op langere termijn wordt het eigen huis ondergebracht in box 3; vanaf 2022 wordt de aftrek in 12 jaar beperkt tot 30 procent.

AOW-maatregel

* Met ingang van 2015 wordt de AOW leeftijd verhoogd met 1 maand per jaar tot 2020. Daarna wordt de leeftijd met 2 maanden per jaar verhoogd totdat in 2026 de leeftijd tot 67 jaar is opgetrokken.
+ Werkgevers kunnen storting in het talentenbudget doen voor werknemers die een zwaar beroep hebben. Dit is een vorm van goed werkgeverschap inclusief aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden. Het geld uit het talentenbudget kan de werknemer vanaf 65 opnemen, maar kan het ook later opnemen, wanneer er doorgewerkt wordt.

+ De AOW wordt verder gefiscaliseerd over een periode van 18 jaar, door jaarlijks een procentpunt AOW-premie om te zetten in de algemene middelen. Ouderen met een inkomen tot anderhalf modaal - AOW en een fatsoenlijk aanvullend pensioen
- mogen er daarbij niet op achteruit gaan.

WW-maatregel/talentenbudget

* De WW wordt anders ingericht, waarbij de werkgever én de werknemer een gezamenlijke verantwoordelijkheid krijgen voor een snelle overgang van werk naar werk. De eerste fase van werkloosheid wordt de WW de verantwoordelijkheid van de sociale partners. Werkgevers worden verantwoordelijk voor de doorbetaling van het loon tot maximaal zes maanden bij werkloosheid. Dit wordt op sectoraal niveau geregeld, waarbij ook premiedifferentiatie wordt ingevoerd. Na een poortwachterstoets, waarin zowel de inspanning van de werkgevers als die van de werknemer wordt beoordeeld, volgt een publieke WW, gefinancierd uit de algemene middelen. Het publieke vangnet wordt uitgevoerd door gemeenten.

* Wanneer er naast WW sprake is van een ontslagvergoeding, dan dient de loondoorbetaling hiermee verrekend te worden.
* Er wordt een talentenbudget geïntroduceerd; werknemers krijgen een eigen budget voor scholing en/of het op peil houden van kerncompetenties, te financieren door eigen inbreng, bijdrage van werkgevers en fiscale facilitering door de overheid. Dit geldt ook voor flexwerkers en ZZP'ers. Het spaarloon en de levensloopregeling worden geïntegreerd in dit talentenbudget.