Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)
Softenon helpt bij afwijking aan de bloedvaten
Publicatiedatum: 6 april 2010 | PERSBERICHT
Aandachtsgebieden: Patiënt en zorg, Research
Patiënten met de zeldzame erfelijke ziekte HHT, die door een afwijking aan
de bloedvaten buitensporig veel bloedneuzen hebben, kunnen baat hebben bij
Softenon. Dat schrijft een internationale groep onderzoekers, onder wie
prof. Christine Mummery van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC),
in Nature Medicine. Met deze nieuwe inzichten is verder onderzoek mogelijk
naar gebruik van Softenon bij de behandeling van vaatlijden, bijvoorbeeld
bij diabetespatiënten of bij kankerpatiënten die bestraald worden.
De publicatie toont aan hoe Softenon op drie manieren ingrijpt op de
vorming van bloedvaten. Het middel versnelt de groei van gladde
spiercellen om bloedvaten heen, daarnaast grijpen de spiercellen zich
steviger met een soort vingertjes aan de bloedvaten vast. Ten slotte
heeft Softenon ook een effect op de bloedvaten zelf, die meer PDGF
aanmaken. Deze groeifactor trekt gladde spiercellen aan zodat die
dichter tegen de bloedvaten aan komen te liggen. Dit alles leidt tot
bloedvaten die stabieler zijn en minder snel lek gaan.
Nieuwe toepassingen
Softenon oftewel thalidomide werd eind jaren vijftig geïntroduceerd
als slaapmiddel en medicijn tegen ochtendmisselijkheid bij zwangere
vrouwen. Toen bleek dat ongeboren kinderen door effecten van Softenon
op de bloedvaten misvormde ledematen ontwikkelden, werd het middel van
de markt gehaald. De laatste jaren zijn er echter nieuwe toepassingen
ontdekt, onder andere bij de behandeling van lepra en kanker. Zo kan
Softenon de werking van chemotherapie verbeteren, doordat de
bloedvaten naar de tumor onder andere meer vertakkingen hebben. Dat
Softenon ook invloed heeft op neusbloedingen bij HHT-patiënten, werd
ontdekt doordat een HHT-patiënt met een maagtumor als aanvullende
behandeling Softenon slikte. Hij ontdekte toen dat zijn neusbloedingen
afnamen.
Osler-Weber-Rendu
Ongeveer één op de tienduizend mensen lijdt aan hereditary hemorrhagic
telangiectasia (HHT), ook wel bekend als de ziekte van
Osler-Weber-Rendu. Door een genetische afwijking hebben deze patiënten
plaatselijk heel dunne vaatwanden. Ze krijgen daardoor vaak wel
tientallen malen per week een bloedneus. Sommige patiënten ondergaan
meerdere malen per jaar een bloedtransfusie en lijden aan
bloedarmoede. Behalve bloedneuzen ontstaan incidenteel ook bloedingen
in hersenen of longen, met veel ernstigere gevolgen. Toch hebben de
bloedneuzen, ook al zijn ze niet levensbedreigend, de grootste impact
op de kwaliteit van leven. Behandeling met medicijnen zoals
ontstekingsremmers of stollingsmiddelen werkt niet bij iedereen. Een
alternatief is een huidtransplantatie die het neusslijmvlies vervangt
of het dichtnaaien van de neus. Nu is er ook Softenon.