Reactie op het bericht dat Q-koorts bacterie ook in de melk van gevaccineerde dieren voorkomt
07 april 2010 - kamerstuk
Kamerbrief over kleinschalig onderzoek van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Er zijn geen aanwijzingen dat bedrijven onterecht zijn geruimd. Verburg en Klink hebben opdracht gegeven tot grootschalig onderzoek.
Reactie op het bericht dat Q-koorts bacterie ook in de melk van
gevaccineerde dieren voorkomt
Geachte Voorzitter,
Uit een kleinschalig onderzoek van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch
blijkt dat DNA van de bacterie die Q-koorts veroorzaakt, gedurende korte tijd, iets
meer dan een week, na vaccinatie in de melk aan te tonen is. Het is ons niet
bekend in welke mate dit fenomeen voorkomt. Wij hebben geen aanwijzingen dat
hierdoor bedrijven onterecht zijn geruimd. Bij alle besmette bedrijven is de
periode tussen vaccinatie en monstername en/of de periode tussen het nemen
van de twee monsters zodanig dat een vaccin niet beide monsters kan
beïnvloeden.
Indien er uitscheiding van C. burnetii DNA plaatsvindt na vaccinatie, zou dit als
volgt verklaard kunnen worden:
1. DNA vanuit het vaccin wordt vanaf de injectieplaats getransporteerd naar de
uiers en wordt daar via de melk uitgescheiden.
2. Het gevaccineerde dier dat reeds besmet is met C. burnetii, heeft de bacterie
tot nog toe niet uitgescheiden. Door een kortdurende verminderde afweer als
gevolg van de (stress van) vaccinatie gaat het dier C. burnetii uitscheiden.
3. Het vaccin dient alleen dode C. burnetii bacteriën te bevatten, maar zou
gecontamineerd kunnen zijn met levende bacteriën. Deze zouden zich dan
vermenigvuldigd kunnen hebben in onder ander de uiers en worden op die
manier via de melk uitgescheiden.
Wij hebben aan het Centraal Veterinair Instituut en de Gezondheidsdienst voor
Dieren B.V. opdracht gegeven tot een grootschalig onderzoek om dit fenomeen te
onderzoeken. Het doel van dit onderzoek is te onderzoeken of en hoe na
vaccinatie positief kan worden dat voorheen PCR-negatief scoorde in het
tankmelkonderzoek. Wij zullen u op de hoogte houden van de resultaten van dit
onderzoek.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN
EN SPORT,
dr. A. Klink
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit