Nivel


Nederlandse gezondheidszorg in internationaal perspectief

8 april 2010 | De Nederlandse gezondheidszorg is een middenmoter vergeleken met die van andere rijke landen, met gunstige uitschieters in patiëntveiligheid en de implementatie van innovaties, zo blijkt uit het Nederlandse Health System in Transition-rapport, dat vandaag voorafgaand aan de werkconferentie Health Services Research in Europe wordt aangeboden aan het ministerie van VWS.

De Health System in Transition (HiT) serie wordt gemaakt door het European Observatory on Health Systems and Policies, een samenwerkingsverband tussen de Europese tak van de Wereldgezondheidsorganisatie en een aantal Europese landen en organisaties. De rapporten beschrijven de gezondheidszorgsystemen per land volgens een vast stramien. Daarbij komen onderwerpen aan de orde zoals de organisatie, financiering en verstrekking van gezondheidszorg, de rol van de belangrijkste partijen in het systeem, het institutionele raamwerk, alsmede processen, inhoud en implementatie van gezondheid en gezondheidszorgpolitiek. Ook worden de uitdagingen van de Nederlandse gezondheidszorg belicht. Het HiT-rapport over Nederland is voor de Wereldgezondheidsorganisatie gemaakt door het NIVEL in samenwerking met het RIVM, met subsidie van het Ministerie van VWS.

Internationaal perspectief
Het HiT-rapport beschrijft onder meer de werking van het nieuwe zorgstelsel, dat is gebaseerd op gereguleerde concurrentie. Hiermee wil de overheid de efficiency en kwaliteit verbeteren en de gezondheidszorg meer laten inspelen op de zorgbehoefte van patiënten. Nederland zit nog steeds in een overgangsfase. Er vinden nog steeds aanpassingen plaats en er zijn nog steeds overgangsmaatregelen van kracht. Het HiT-rapport is de eerste Engelstalige systeembeschrijving van de Nederlandse gezondheidszorg sinds de stelselwijziging in 2006. Internationaal wordt met belangstelling uitgezien naar hoe het systeem werkt en uitpakt in de praktijk.

Sterke eerste lijn
Aan de andere kant spiegelt het rapport Nederland ook aan andere landen. Nederlanders betalen bijvoorbeeld nog relatief weinig aan gezondheidszorg: 8,9% van het bruto nationaal product. Onze buurlanden België en Duitsland geven meer uit aan gezondheidszorg, respectievelijk 10,4% en 10,6% van het bruto nationaal product. De keuze voor een sterke positie van de eerste lijn kan de komende jaren mogelijkheden bieden voor kostenbeheersing in de gezondheidszorg.

Subsidiënt

- Ministerie van VWS

Samenwerkingspartner

- RIVM