Ministerie van Financiën

Kamervragen compensatieregelingen beleggingsverzekeringen

Geachte voorzitter,

Bijgaand treft u aan de antwoorden op de vragen van het lid Vos (PvdA) over de schikkingsvoorstellen van beleggingsverzekeringen ("woekerpolissen"). (Ingezonden 20 januari 2010).

Hoogachtend,

De minister van Financiën

mr. drs. J.C. de Jager


1
Kent u de uitzending van Tros Radar over de schikkingen van de woekerpolissen?1 Ja

2
Vindt u het redelijk door de uitwerking van de zogeheten Wabeke-regeling, waarbij een kostenpercentage wordt ingehouden op het fondsrendement, een polishouder over de gehele looptijd tot 52% kosten betaalt? Zo ja, waarom? Het is niet aan mij om hierover een oordeel te vellen, omdat het hier gaat om een civiel geschil tussen verzekeraar en polishouder. Wel heb ik mij ingespannen om zoveel mogelijk bij te dragen aan een rechtvaardige en efficiënte afwikkeling van deze problematiek en daarom heb ik de Ombudsman Financiële dienstverlening gevraagd daarin een rol te spelen. Dit heeft in 2008 geleid tot de Aanbeveling inzake de kosten van beleggingsverzekeringen en inzake de methode om teveel betaalde kosten te compenseren. Op basis van die Aanbeveling zijn door op één na alle grote aanbieders overeenkomsten gesloten met de belangrijkste vertegenwoordigers van gedupeerde polishouders, de Stichting Verliespolis en Woekerpolisclaim over compensatie die polishouders van een beleggingsverzekering ontvangen. Dat het daarbij gaat om een onderhandelresultaat tussen partijen is evident. Ik vind het van belang dat er met deze regelingen voor de meeste polishouders duidelijkheid is geschapen en een oplossing wordt geboden, zonder dat daarbij een gang naar de rechter nodig is. Beide stichtingen vertegenwoordigen een zeer aanzienlijk aantal gedupeerde polishouders. De aan die stichtingen gelieerde individuele consumenten hebben in peilingen voor aanvaarding van de voorstellen gestemd. Bovendien zitten in het bestuur van de Stichting Verliespolis belangrijke consumentenorganisaties als Vereniging Eigen Huis en Vereniging van Effectenbezitters en bij Woekerpolisclaim Vereniging Consument en Geld. Inhoudelijk zijn de verschillende compensatieregelingen zorgvuldig getoetst door de Ombudsman. Voorts wordt toepassing van die regelingen gecontroleerd door onafhankelijke accountants. Hoewel ik mij onthoud van een inhoudelijk oordeel, vind ik het in het licht van de gestelde vragen wel belangrijk om enige toelichting te geven op de methode van kostenmaximering in de Aanbeveling van de Ombudsman Financiële dienstverlening die de basis vormt voor de compensatieregelingen. Het kostenmaximum is gebaseerd op het idee dat een beleggingsverzekering na aftrek van kosten niet minder rendement mag opleveren dan een alternatief product voor vermogensopbouw, zoals sparen. Hiermee zou namelijk voor de consument de reden wegvallen om een dergelijk product af te nemen, gegeven het hogere risico van vermogensopbouw via beleggen. In de vraag wordt een kostenpercentage genoemd waarvan ik de juistheid niet kan beoordelen. Het genoemde percentage duidt vermoedelijk op kosten als een deel van de totale inleg over de gehele looptijd. Ik wil daarover een paar opmerkingen maken. Ten eerste worden van de inleg zowel kosten als (overlijdens-)risicopremies ingehouden. Tegenover een risicopremie staat ook een zekere dekking, dit vormt in die zin geen kosten. De kosten bij een beleggingsverzekering zijn kosten voor het vermogensbeheer ofwel fondskosten, advieskosten en administratiekosten. Fondskosten worden jaarlijks ingehouden van het opgebouwde vermogen en niet van de inleg. Fondskosten vormen over het algemeen het grootste deel van de totale kosten. Advies- en administratiekosten worden overigens wel ingehouden van de inleg.
1 TROS Radar, 18 januari 2009.

2 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar20072008, nr. 2098 Ten tweede is het (internationaal) gebruikelijk dat fondskosten in rekening worden gebracht als percentage van de opgebouwde waarde. Vermogensopbouw is het doel van de consument bij het afnemen van een beleggingsverzekering. Als kosten in rekening worden gebracht als percentage van de opgebouwde waarde liggen de prikkels voor de vermogensbeheerder zodanig dat hij gestimuleerd wordt gedrag te vertonen dat ook in het voordeel van de consument is: gericht op het maximaliseren van de vermogensopbouw. Dit betekent dat het voorstellen van kosten als percentage van de inleg, in plaats van opgebouwd vermogen, niet altijd een even relevant beeld geeft van de werking van het product. Dit kan des te sterker gelden bij financiële producten gericht op vermogensopbouw met een lange looptijd, zoals veel beleggingsverzekeringen. Ten derde kan er in gevallen ook sprake zijn van (een samenloop van) ongunstige productkeuze, bijvoorbeeld door combinatie van premie, duur en risicoverzekeringen vaak ten gevolge van een niet (geheel) passend advies. Het gaat daarom volgens de Ombudsman niet op de verantwoordelijkheid voor deze producten uit het verleden, waarop de compensatie ziet, geheel bij de aanbieder te leggen. Ook de adviseur en de consument zelf hebben hierin een eigen verantwoordelijkheid gehad. Ook de fiscaliteit speelde een belangrijke rol in de keuze voor deze producten. Ik wil benadrukken dat de compensatiemethodiek losstaat van wat voor de toekomst mogelijk de meest wenselijke manier van werken is. Voor de toekomst beraden wij ons momenteel op mogelijkheden om al in de bedrijfsprocessen voorafgaand aan advies en verkoop van financiële producten het belang van de klant adequaat te borgen. Ik heb u hierover in mijn brief van 27 november 2009 geïnformeerd.
3
Hoe verhoudt zich een dergelijk percentage aan kosten tot het werk dat een bank of verzekeraar daadwerkelijk verricht voor het beheren van de polis? Is een dergelijk hoog kostenpercentage niet even «idioot» als de hoge provisies die worden betaald voor polissen? Ik kan dat niet in zijn algemeenheid beoordelen.
Als we het hebben over compensatie voor te hoge kosten in het verleden, voeg ik daar wel het volgende aan toe. Omdat vermogensopbouw op de langere termijn het doel is van de consument bij het afnemen van een dergelijk financieel product, is het niet noodzakelijk problematisch dat kosten als percentage van de opgebouwde waarde in rekening worden gebracht. Om te voorkomen dat klanten benadeeld worden door te hoge kostenbeladingen en om consumenten voor hun eigen situatie in staat te stellen een goede keuze te maken heb ik wel regels gesteld ten aanzien van kostentransparantie, voor beleggingsverzekeringen vanaf 1 januari 2008 en voor alle complexe producten en hypotheken vanaf 1 januari 2010.
4
Herinnert u zich nog de antwoorden op mijn vragen over de rekenmethodiek van de Ombudsman Financiële Dienstverlening?2 Ja

5
Wat vindt u, met de kennis van nu over de hoogte van provisies, de hoogte van de beloningen en bonussen en de kosten van het werk dat als tegenprestatie verwacht mag worden, van de redenering dat het maximeren van de kosten als percentage van de waarde van de polis per jaar gerechtvaardigd is omdat beleggingsverzekeringen bedoeld zijn voor vermogensopbouw en dat daarom het uiteindelijk opgebouwde vermogen relevant is voor de consument in zijn keuze voor een bepaald product? Voor producten uit het verleden is het maximeren van kosten als percentage van de opgebouwde waarde in een polis inderdaad begrijpelijk in het licht van het doel van producten die gericht zijn op vermogensopbouw. Ik heb dit ook toegelicht onder vraag 2. Dat daarbij excessen zijn opgetreden, dat er productgedreven verkoop en advisering op basis van verkeerde prikkels heeft plaatsgevonden, zal niemand ontkennen. Ik denk dat de regelgeving de afgelopen jaren zich zodanig heeft ontwikkeld dat die excessen en verkeerde prikkels bij advisering worden geadresseerd. Ik onderzoek, zoals reeds gezegd, mogelijkheden tot verdere borging van het belang van de klant in bedrijfsprocessen van aanbieders van financiële producten.
6
Deelt u de mening dat de kosten van het beheren van een beleggingsverzekering niet gebaseerd moeten zijn op het fondsrendement, omdat dat weinig te maken heeft met de tegenprestatie van de bank en verzekeraar, maar met prestaties van de ondernemingen waarin wordt belegd en dat de kosten een weerslag moeten zijn van het werk dat daadwerkelijk gemoeid is met het beheren van de polissen? Zo nee, waarom niet? Ik heb geen inhoudelijk oordeel over de grondslag waarop de kosten van een beleggingsverzekering moeten zijn gebaseerd. Zie ook mijn antwoorden bij vraag 2 en 3.
Zie het origineel

7
Bent u de hoogte van de compensatiebrieven die door Delta Lloyd en ABN Amro de afgelopen twee maanden verstuurd zijn aan beleggingspolishouders? Ja, ik ben op de hoogte van de brieven van Delta Lloyd Levensverzekering NV en ABN AMRO Levensverzekering NV.
8
Deelt u de mening dat deze brieven niet transparant zijn en inhoudelijk geen goed beeld geven van de eventuele compensatie op einddatum van de verzekering omdat in deze brieven geen beeld wordt gegeven van de werkelijk betaalde kosten, fictieve kosten volgens de normberekening en eindkapitalen volgens beide berekeningen? Ik begrijp dat het niet eenvoudig is op basis van deze brieven een goed beeld te krijgen van de compensatie op de einddatum. Het gaat immers om ingewikkelde producten die een grote diversiteit kennen. Bovendien wordt daadwerkelijke compensatie pas duidelijk op de einddatum, zoals voortvloeit uit de Aanbevelingen van de Ombudsman Financiële dienstverlening en uitgewerkt is in de verschillende compensatieregelingen. Om te komen tot een inschatting van de compensatie moeten aannames worden gemaakt over bijvoorbeeld het rendement en de toekomstige kostenstructuur gedurende de resterende looptijd om te komen tot een inschatting van de kosten gedurende de resterende looptijd.
9
Deelt u de mening dat ook de kosten voor de TER (Total Expense Ratio) transparant moeten zijn voor de consument? De TER moet bij onder toezicht staande beleggingsinstellingen in het prospectus gepubliceerd worden op grond van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (bijlage E 6.10). Voorts heb ik geregeld dat de jaarlijkse fondskosten transparant gemaakt worden. Dit is door verzekeraars uitgewerkt in de modellen De Ruiter. Hierin worden de TER-percentages weergegeven. Bij unit-linked beleggingsverzekeringen is dat niet geregeld. Ik heb uw Kamer hierover geïnformeerd in mijn brief van 16 juni 2009. In afwachting van de voortgang op het Europese initiatief om te komen tot, onder andere informatie-eisen voor verpakte retailbeleggingsproducten (packaged retail investment products, of prips) lijkt het me niet opportuun nu nationaal hierover initiatief te ontplooien.
10
Bent u bereid om in overleg met de ombudsman Financiële Dienstverlening, banken en verzekeraars te komen tot een andere grondslag voor het berekenen van de kosten van polissen die gebaseerd is op de premie en niet op de fondsrendementen? Zo nee, waarom niet? Ik vind het niet aan mij om te bepalen op welke grondslag kosten van polissen berekend dienen te worden. Ik vind het belangrijk dat de kosten voor de consument inzichtelijk gemaakt worden, zodat klanten in staat worden gesteld om een goede keuze te maken. Daartoe heb ik ook kostentransparantie geregeld voor complexe producten en hypotheken in de laatste aanpassing van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (art. 59a). Ik volg de manier waarop deze open norm wordt ingevuld door marktpartijen met grote belangstelling en zal als ik dat nodig acht overgaan tot nadere regelgeving.