Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Ministerie van VROM
INTERVIEW - "Onder de Wro is heel goed te werken"
08-04-2010
Gemeenten zijn sinds anderhalf jaar volledig verantwoordelijk voor de
uitvoering van hun eigen ruimtelijke plannen. Hoe gaan ze hier mee om?
In deel drie van een serie over praktijkervaringen onder de Wro komt
Edwin Ketels van de gemeente Doetinchem aan het woord. "Voor ons is er
niet zo veel veranderd. Wij namen altijd al de volle
verantwoordelijkheid voor onze eigen plannen."
Ketels is als juridisch beleidsmedewerker ruimtelijke ordening nauw
betrokken geweest bij de invoering van de ruimtelijke ordening in zijn
gemeente. Daarnaast deelde hij als Wro-ambassadeur, een groep
bestaande uit vertegenwoordigers van verschillende provincies en
gemeenten, zijn ervaringen met de nieuwe wet met andere ambtenaren.
"Erg leuk om te doen. We hebben meegedacht, en gekeken hoe we de
nieuwe wet zo goed mogelijk konden invoeren."
Verbeteringen zijn wat Ketels betreft nog steeds nodig. Ook na de
invoering van de nieuwe wet. "Dat zie je altijd. De wetgever beoogt
dingen met bepaalde teksten waarvan de rechter soms meent dat het
verkeerd is opgeschreven. Daar moet je wel mee werken. Gelukkig worden
deze dingen altijd opgelost, maar dat betekent dat de eerste jaren
onder een nieuwe wet altijd een beetje wennen is."
Vrijheid binnen de stadsmuren
Ketels is tevreden over de insteek van de Wro. "De verschillende
verantwoordelijkheden van de bestuurslagen zijn veel duidelijker
geworden. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen onderwerpen.
Provincie en Rijk kunnen nu ook inpassingsplannen maken . Die bellen
ons nu op om te vragen hoe wij bestemmingsplannen maken, want dat zijn
ze helemaal niet gewend. Dat is leuk."
Ketels vindt het sowieso belangrijk dat iedereen weet wat zijn eigen
verantwoordelijkheden zijn. Co Verdaas vertelde in zijn interview met
de VROM-redactie al dat vrijheid voor gemeenten een uitgangspunt is
bij de sturing vanuit de provincie. Ketels beaamt dat. "Ik ben heel
blij met onze gedeputeerde Co Verdaas. Wij krijgen alle ruimte, ook
als de plannen misschien niet helemaal aansluiten op de structuurvisie
van de provincie. Je krijgt de ruimte en als je een goed verhaal hebt,
maak je een goede kans dat het ook doorgaat. En binnen de stadsmuren
is er sowieso heel veel vrijheid. Daar bemoeit de provincie zich zo
weinig mogelijk mee."
Blij met Crisis- en Herstelwet
Wat Ketels wel mist, is het beroemde `artikel 19' uit de oude WRO, dat
gemeenten in staat stelde om snel en gemakkelijk aan een bouwplan mee
te werken. "Dit is vervangen door het projectbesluit, maar dat vereist
nu nog dat binnen een jaar ook het bestemmingsplan wordt herzien. Dan
moet je dus twee procedures volgen en daar heeft niemand zin in. In de
Crisis- en Herstelwet wordt dat wel opgelost. Het is dan niet langer
nodig om een herziening te doen. Ik ben blij dat die wet is aangenomen
en ik hoop dat op dit punt het tijdelijke karakter van de wet ook
permanent wordt. Want veel ambtenaren verlangen echt terug naar
artikel 19."
Tijdelijke behoefte
In de Wro zit ook een bepaling dat wanneer er een tijdelijke behoefte
is, extra gebouwd mag worden. "De rechter neemt die tijdelijke behoeft
echter heel erg nauw. Eigenlijk is alleen een tijdelijk toilet op een
bouwplaats een tijdelijke behoefte. Tijdelijke uitbreiding van een
bedrijvengebouw mag niet, want de behoefte is permanent. Pas als je
bezig bent met een wet, loop je tegen dit soort dingen aan."
Ketels ziet kortom vooral voordelen in de nieuwe wet. "De verplichte
structuurvisie, waarin je plannen moet maken voor je hele gebied,
dwingt je om op de lange termijn na te denken over de ruimtelijke
ordening. De coördinatieregeling betekent dat je gemakkelijk
verschillende procedures voor hetzelfde plan tegelijk kunt voeren. Ook
de beheersverordening, die bepaalt dat voor een gebied waarin weinig
ontwikkeling is geen nieuw bestemmingsplan gemaakt hoeft te worden, is
een mooie vondst. Daarmee bespaar je veel tijd en moeite omdat in
sommige gebieden gewoon weinig gebeurt en daar is het niet nodig om
constant het bestemmingsplan te herzien. Alles bij elkaar genomen valt
met deze wet heel goed te werken."