beantwoording vragen van het lid Pechtold over de mogelijkheid tot
tijdelijke opvang van voortrekkers op het gebied van mensenrechten uit
Iran
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Pechtold over de
mogelijkheid tot tijdelijke opvang van voortrekkers op het gebied van
mensenrechten uit Iran
Kamerbrief | 9 april 2010
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Justitie, de
antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid
Pechtold over de mogelijkheid tot tijdelijke opvang van voortrekkers
op het gebied van mensenrechten uit Iran. Deze vragen werden
ingezonden op 15 februari 2010 met kenmerk 2010Z02969.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid Pechtold (D66) over de mogelijkheid tot tijdelijke
opvang van voortrekkers op het gebied van mensenrechten uit Iran.
Vraag 1
Onderschrijft u de stelling dat sinds de laatste, omstreden Iraanse
presidentsverkiezingen mensenrechtenverdedigers (zoals journalisten,
wetenschappers, kunstenaars, studenten, religieuze minderheden,
etnische minderheden) en andere dissidenten in Iran systematisch
aangevallen, onderdrukt, opgepakt en/of gemarteld worden, dat
honderden dissidenten vastzitten en dat de repressie tegen de Iraanse
oppositie onder andere door het voeren van schijnprocessen en het
uitvoeren van de doodstraf steeds verder wordt opgevoerd door het
huidige regime?
Antwoord
De mensenrechtensituatie in Iran is uiterst zorgelijk. In de afgelopen
periode is onder meer sprake geweest van intimidatie en arrestatie van
prominente activisten, politici, studenten en journalisten. Het ging
daarbij vooral om personen die aan demonstraties hadden deelgenomen,
activisten die zich in het verleden tegen het regime hadden
uitgelaten, personen die informatie over de huidige situatie in Iran
hadden verstrekt (zoals journalisten en bloggers) en personen die
banden met het westen zouden onderhouden en derhalve potentieel
informatie over de situatie in Iran aan het buitenland zouden kunnen
verstrekken. Een voortduren van de repressie en intimidatie moet niet
worden uitgesloten.
Vraag 2
Bent u bereid te onderzoeken, in acht nemend het vrijwel onmogelijk
worden van effectief mensenrechtenbeleid in Iran en het aanmerken van
zestig internationale niet-gouvernementele organisaties en
mediaorganisaties als organisaties waarmee Iraniërs geen relaties
mogen onderhouden, welke mogelijkheden er zijn om enkele tientallen
dissidenten uit Iran tussen de zes en acht maanden in Nederland te
laten verblijven, bijvoorbeeld in combinatie met een persoonsgebonden
studiebeurs of stagebeurs in het kader van de Netherlands
Universities' Foundation for International Cooperation (Nuffic)? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord
Ondersteuning van mensenrechtenverdedigers is een prioriteit van de
mensenrechtenstrategie. Ik ben bereid om te onderzoeken welke
mogelijkheden Nederland heeft om, binnen de marges van het Europese en
nationale visabeleid, mensenrechtenverdedigers tegemoet te komen en
hier een verblijf aan te bieden.
Vraag 3
Wat is uw reactie op de stelling dat het in het belang van het Westen
in zijn geheel, en Nederland en de Europese Unie in het bijzonder is,
dat deze groeperingen actief zijn, en dat Nederland en de Europese
Unie de taak hebben om deze personen waar nodig en waar mogelijk te
ondersteunen?
Antwoord
Mensenrechtenverdedigers, waar ook ter wereld, die geweldloos strijden
voor bescherming van mensenrechten verdienen onze steun. De situatie
in Iran is zeer zorgelijk en individuen die zich uitspreken tegen het
regime lopen een verhoogd risico opgepakt te worden door het regime
dat in toenemende mate restrictief reageert.
Vraag 4
Zult u het voortouw te nemen in het Europese Shelter City project, dat
de mogelijkheid biedt om op Europees niveau mensenrechtenverdedigers
tijdelijk op te vangen in verschillende steden, generiek door Europees
in te zetten op een versteviging van het programma en specifiek door
de mogelijkheden te onderzoeken voor een dergelijke stad in Nederland?
Antwoord
Om tegemoet te komen aan de noden van mensenrechtenverdedigers die
tijdelijk respijt nodig hebben, is de EU bezig met de ontwikkeling van
het zogenaamde 'Shelter City Initiative', een initiatief op Europees
niveau om op gecoördineerde wijze mensenrechtenverdedigers in nood
tijdelijk onderdak te kunnen bieden in een netwerk van daarvoor
geschikte steden of regio's, de Shelter Cities. Het initiatief wordt
getrokken door Tsjechië en actief ondersteund door Nederland. De
discussies rond de implementatie van het Shelter City centreren zich
vooralsnog op de visamodaliteiten. Het ligt echter in de rede dat een
volgende stap identificatie van een Nederlandse stad zal zijn die
bereid is op te treden als gastheer voor mensenrechtenverdedigers die
in Nederland respijt zullen krijgen.
Vraag 5
Wat is uw standpunt ten aanzien van een uitwisselingssysteem dat in
doelstelling en uitvoering vergelijkbaar is met het Libertas
Noodfonds, dat kansen zou bieden voor Iraanse studenten om in
Nederland tussen de zes en acht maanden te studeren, te promoveren, of
wetenschappelijk onderzoek te verrichten, als dit om politieke redenen
onmogelijk wordt gemaakt in Iran?
Antwoord
Zoals aangegeven ben ik bereid om mogelijkheden te onderzoeken om
mensenrechtenverdedigers te ondersteunen.
Vraag 6
Vindt u dat voor alle eerdergenoemde groeperingen flexibelere
visaregelingen moeten gelden, daar het hier niet gaat om doorsnee
aanvragers, maar om personen die een voortrekkersrol spelen in de
democratisering van Iran?
Antwoord
Bij elke visumaanvraag zal binnen de huidige Europese en nationale
wetgevende kaders steeds individueel bekeken worden of een persoon die
behoort tot een van deze groepen, in aanmerking komt voor
visumverlening. Flexibelere visa-regelingen zijn daartoe niet nodig.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het onwenselijk zou zijn wanneer deze personen
in het asielzoekerstraject belanden, omdat de terugkeer naar Iran
bemoeilijkt wordt door het huidige regime, en het asieltraject een
manier kan zijn voor de Iraanse regering om dissidenten buiten de deur
te houden en dat effectuering van laatstgenoemde mogelijkheid een
aderlating is voor de bewegingen in Iran die pleiten voor
democratische hervormingen? Zo ja, op welke manier zult u voorkomen
dat zij in het asielzoekerstraject belanden?
Antwoord
Of iemand die zich in Nederland bevindt een asielaanvraag wil
indienen, staat tot zijn eigen beoordeling. Dat een Iraanse
vreemdeling een asielaanvraag heeft ingediend in Nederland, wordt door
de Nederlandse autoriteiten nimmer meegedeeld aan de Iraanse
autoriteiten.
Pagina 4 van 4
Ministerie van Buitenlandse Zaken