Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Datum 9 april 2010 2010Z04223

Kamervragen over de beschonken Bob

-

Geachte voorzitter,

Mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, antwoord ik hiermee op de vragen van de leden Bouwmeester en Roefs over de beschonken Bob.


1. Bent u ook zo geschrokken van het bericht "De Bob zelden nuchter"? 1


1. Ik betreur de negatieve beeldvorming over de effectiviteit van de Bob- campagne die als gevolg van deze publiciteit is ontstaan. De suggestie dat de meeste Bobs ,,beschonken achter het stuur zitten, strookt niet met mij bekende informatie uit recent onderzoek. Ik herken mij daarom niet in dat beeld. Ik wil benadrukken dat het kabinetsstandpunt is én blijft dat alcohol en verkeer niet samengaan.


2. Is het waar dat mannelijke Bob's gemiddeld vier alcoholische drankjes op hebben voordat ze in de auto stappen?


2. Het artikel in De Telegraaf is gebaseerd op een online thuis-enquête van Club Judge, naar eigen zeggen ,,het officiële keurmerk voor clubs. Deze organisatie heeft geen automobilisten bij horecagelegenheden ondervraagd. Evenmin is ter plekke middels blaastesten vastgesteld of c.q. hoeveel alcohol door Bobs is gedronken.

De ministeries van Verkeer en Waterstaat en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn op geen enkele wijze betrokken geweest bij het onderzoek. De enquête van Club Judge is uitgevoerd onder 18-34 jarigen die s nachts discotheken en dance-clubs bezoeken. Op basis van de door Club Judge bekend gemaakte informatie is het niet mogelijk de kwaliteit van het onderzoek en de deugdelijkheid van de gepresenteerde resultaten te beoordelen.

In opdracht van de Rijksvoorlichtingsdienst wordt de Bob-campagne jaarlijks geëvalueerd middels landelijk representatieve enquêtes. Uit de laatste evaluatie2


1 De Telegraaf, 8 maart 2010
a
agina 1 van 3 P





blijkt dat 1/4 van alle Bobs en 1/3 van de 18-34 jarige mannelijke Bobs zich soms Datum niet aan de afspraak houdt om geen alcohol te drinken. Van deze minderheid zegt

ruim 90% maximaal 2 glazen alcohol te hebben gedronken. Deze uitkomst Ons kenmerk verschilt sterk van het beeld van Club Judge dat 9 van de 10 discobezoekers met VENW/DGMo-2010/3154 gemiddeld 4 glazen alcohol op gaan autorijden.

Overigens blijkt uit het onderzoek Rijden onder invloed in Nederland 1999-2008 (juni 2009) dat de laatste jaren steeds meer automobilisten niet of nauwelijks alcohol drinken. In 2008 had 93,2% van de gecontroleerde automobilisten een Bloed Alcohol Gehalte van minder dan 0,2 promille. De positieve trend lijkt voor een belangrijk deel te verklaren door de samenhangende inzet van regelgeving, handhaving en voorlichting (onder meer de Bob-campagne).


3. Is het bekend waarom met name mannelijke Bob's denken dat ze met een hoger alcoholpromillage dan wettelijk is toegestaan in de auto kunnen stappen? Zo nee, bent u bereid dit te onderzoeken?


4. Is bij u bekend waarom vrouwelijke chauffeurs zich wel aan de norm houden?

3 en 4. Uit wetenschappelijk onderzoek3 naar de achtergronden van ongewenst verkeersgedrag komt het algemene beeld naar voren dat mannen een lager risico- en normbesef hebben dan vrouwen. Ten aanzien van jonge mannen is dit voor een belangrijk deel verklaarbaar door leeftijdsgebonden factoren zoals hormonale invloeden en groepsgedrag.

Het verschil in risico- en normbesef tussen mannen en vrouwen wordt bevestigd in de effectevaluatie van de recente Bob-campagne.4 Op de vraag ,,Hoe gevaarlijk vindt u het als iemand na gebruik van 1 of 2 glazen alcohol gaat rijden? antwoordt 46% van de mannen ,,(zeer) gevaarlijk tegenover 59% van de vrouwen. Rijden na 3 of 4 glazen alcohol vindt 89% van de mannen en 95% van de vrouwen (zeer) gevaarlijk. Vrouwen scoren daarbij significant hoger op de categorie ,,zeer gevaarlijk: 64% tegenover 47% voor de mannen. Op de vraag ,,Zou u zich schuldig voelen als u zou gaan rijden na gebruik van 1 of
2 glazen alcohol? antwoordt 42% van de mannen ,,zeker niet/waarschijnlijk niet tegenover 24% bij de vrouwen. Bij dezelfde vraag ten aanzien van rijden met 3 of 4 glazen alcohol antwoordt 93% van de mannen en 96% van de vrouwen ,,zeker wel/waarschijnlijk wel. Opvallend is dat vrouwen significant hoger scoren op de categorie ,,zeker wel: 83% tegenover 69% bij de mannen.

2 Rijksvoorlichtingsdienst Dienst Publiek en Communicatie/Intomart, Campagne ,,Bob, alcohol in het verkeer winter 2009-2010: eindrapportage campagne-effectonderzoek (maart 2010)

3 Zie o.a. de SWOV-Factsheets ,,Rijden onder invloed van alcohol, ,,Snelheidskeuze: de invloed van mens, weg en voertuig, ,,Jonge beginnende automobilisten en ,,Brom- en snorfietsers

4 Rijksvoorlichtingsdienst Dienst Publiek en Communicatie/Intomart, Campagne ,,Bob, alcohol in het verkeer winter 2009-2010: eindrapportage campagne-effectonderzoek (maart 2010)

agina 2 van 3 P






5. Welke conclusies verbindt u aan de uitkomsten van dit onderzoek voor de BOB- Datum voorlichtingscampagne? Is het tegen die achtergrond te overwegen meer

voorlichting te geven over het maximaal aantal te drinken consumpties in plaats Ons kenmerk van over de BOB? VENW/DGMo-2010/3154

5. Aan het onderzoek van Club Judge verbind ik geen specifieke conclusies, aangezien ik de kwaliteit van het onderzoek en de deugdelijkheid van de uitkomsten niet kan beoordelen.

Het kabinetsstandpunt is en blijft dat alcohol en verkeer niet samengaan. In de Bob-campagne wordt deze sociale norm consequent gecommuniceerd. Desondanks blijken sommige Bobs een beperkte hoeveelheid alcohol te drinken. Mede naar aanleiding van aandacht hiervoor tijdens het Algemeen Overleg Verkeersveiligheid van 2 september 2009 is in de campagne meer accent gelegd op strikte naleving van de Bob-afspraak. In landelijke massamediale uitingen is dat gebeurd met de slogan ,,Bob blijft Bob tot hij weer thuis is en de toevoeging ,,Bevat 0% alcohol. Op lokaal niveau is deze boodschap actief gecommuniceerd door promotieteams in de horeca en bij evenementen. Jongerenorganisatie Team Alert heeft zich daarbij specifiek gericht op het clubcircuit (discotheken, danceparties etc.). Ik ben voornemens deze communicatieaanpak voort te zetten.

Voorlichting over het maximaal aantal te gebruiken alcoholische consumpties wijs ik af, omdat die haaks staat op het kabinetsstandpunt dat alcohol en verkeer niet samengaan. Dergelijke informatie leidt tot verwarring bij de burger over het gewenste gedrag en verhoogt de kans op rijden onder invloed en daarmee samenhangende ongevallen.


6. Is bij u bekend dat mensen niet weten na hoeveel uur ze weer mogen rijden in het geval dat ze alcohol hebben gedronken? Hebt u dit ooit onderzocht? Zo nee, bent u bereid de voorlichting hierop aan te passen?

6. Voor zover mij bekend is niet onderzocht na hoeveel uur mensen denken dat ze weer mogen rijden na gebruik van alcohol. Ik vind het niet wenselijk dit te onderzoeken, gezien het bij 5 genoemde kabinetsstandpunt ten aanzien van alcohol in het verkeer en de daaruit voortvloeiende kernboodschap van de Bob- campagne. Met het oog daarop ben ik niet bereid de voorlichting aan te passen.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

ir. Camiel Eurlings

agina 3 van 3 P