Het Koninklijk Huis
Toespraak van de Prins van Oranje op symposium `Voorbij de
vanzelfsprekendheid' ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van
waterschap Zuiderzeeland, Lelystad, 9 april 2010
Dames en heren,
Het watermanagement in Nederland heeft een historie van bijna duizend
jaar.
Binnen die indrukwekkende traditie, is het waterschap Zuiderzeeland
piepjong. U bestaat in deze vorm tien jaar. U komt net kijken. Toch
zou ik u heel hartelijk willen feliciteren met dit mooie jubileum.
Er is denk ik geen locatie in Nederland die binnen twee generaties zo
radicaal is veranderd als deze locatie.
Zestig jaar geleden klotsten hier de golven.
Vijftig jaar geleden was het hier een droog, maar drassig domein voor
wilde eenden, kiekendieven en baardmannetjes.
Ruim veertig jaar geleden streken hier de eerste menselijke bewoners
neer.
Dertig jaar geleden passeerde Lelystad de grens van veertigduizend
inwoners.
En vandaag de dag zijn dat er bijna twee keer zoveel.
Ik vind het heel goed dat u uw tiende verjaardag aangrijpt voor een
symposium met de titel 'Voorbij de vanzelfsprekendheid'.
Vanzelfsprekendheden bestaan immers niet.
Ook al denken we soms van wel.
Wat wel bestaat, zijn verworvenheden.
En de vraag hoe we datgene wat van waarde is - wat ons dierbaar is -
kunnen veiligstellen voor de toekomst.
Soms hebben we buitenlandse ogen nodig om ons te realiseren wat we
hier in Nederland op watergebied hebben opgebouwd.
In de nacht van 27 op 28 februari dit jaar raasde de storm Xynthia
over de Franse westkust. Het was springtij. De golven werden opgestuwd
tot wel acht meter hoog. In tal van dijken werden gaten geslagen.
Dorpen liepen onder water. Meer dan vijftig mensen kwamen om. De
materiële schade liep op tot meer dan een miljard euro.
In Frankrijk - toch bepaald geen achtergebleven land op het gebied van
publieke infrastructuur - barstte de discussie los. Hoe kon dit
gebeuren? Hoe kon het dat sommige dijken sinds de tijd van Napoleon
niet meer waren versterkt? Hoe kon het dat de afgelopen tien jaar zo'n
honderdduizend woningen zijn gebouwd in overstroombare gebieden? Hoe
kon het dat de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van dijken zo
diffuus is?
En men keek naar Nederland. Franse televisieploegen kwamen opnamen
maken van onze waterkeringen. Van onze woonwijken aan het water. En
van onze rivieren die meer ruimte krijgen in het landschap. Men roemde
de vanzelfsprekendheid waarmee het water mee weegt in al onze
besluiten.
Waarderende aandacht van Frankrijk, dat zegt wel iets.
Als we met 'vreemde ogen' naar onszelf kijken, beseffen we weer
hoezeer wij in Nederland leven met water. Heel gewoon. En
tegelijkertijd heel bijzonder.
De bijna 400.000 ingezetenen van dit waterschap, leven en werken zo'n
vier meter beneden NAP. Ze wonen temidden van de scheepswrakken,
waarvan er honderden in dit gebied zijn blootgelegd.
Al die mensen vertrouwen op uw kennis en kunde. De meeste mensen staan
er waarschijnlijk niet eens bij stil dat ze leven in een
waterstaatkundig wereldwonder. Maar wat voor ons vanzelfsprekend is,
is dat voor anderen niet. Ik merk tijdens mijn bezoeken aan het
buitenland dat men met bewondering kijkt naar de manier waarop
Nederland het waterbeheer heeft georganiseerd. Men komt hier graag
zijn licht opsteken.
Die belangstelling voor de Nederlandse aanpak zal toenemen naarmate de
gevolgen van de klimaatverandering zichtbaarder worden. De zeespiegel
stijgt en de afvoer van rivierwater kent steeds hogere pieken. Over de
precieze reikwijdte van deze mondiale ontwikkelingen zijn
wetenschappers voortdurend met elkaar in debat. Dat hoort ook zo in de
wetenschap. Maar de algemene trend is duidelijk. Waterveiligheid en
zoetwatervoorziening verdienen dan ook een stevige plek op onze agenda
voor de toekomst. Nederland is het eerste land ter wereld dat daarbij
honderd jaar vooruitkijkt. En dat trekt internationaal de aandacht.
Is die aandacht er ook in eigen land?
Een succesvol waterbeheer moet verankerd zijn in de samenleving. Het
gaat immers om beslissingen en maatregelen die kunnen ingrijpen in het
dagelijks leven van mensen.
Eerder dit jaar was ik met de Adviescommissie Water op bezoek in het
hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard. Ik stond daar met
mijn oranje hesje en gele helm op de Lekdijk, die grondig wordt
versterkt. Een complex en langdurig project. Vlak achter de dijk staan
huizen met een monumentale status. De mensen die daar wonen, zitten
voor jaren in de troep. Leg dat maar eens uit. Dat vereist een goede
communicatie.
Ook bij het maken van toekomstplannen is communicatie cruciaal. Uw
waterschap is bijvoorbeeld betrokken bij de discussie over de
peilverhoging van het IJsselmeer. Een beslissing met grote gevolgen
voor bewoners en ondernemers. Hun betrokkenheid en hun inbreng is
nodig om tot een goede oplossing te komen die recht doet aan de
diverse belangen.
De Adviescommissie Water heeft de staatssecretaris van Verkeer en
Waterstaat vorig jaar aanbevolen om communicatie een meer centrale
plaats te geven in waterbeleid en waterbeheer. Communicatie met
burgers moet bij voorkeur plaatsvinden door partijen die dicht bij
burgers staan en die weten wat er gaande is. De waterschappen horen
daarbij.
Let wel, dit is geen pleidooi om burgers te vermoeien met kilo's
glimmende brochures over uw zegenrijke werk. Communicatie is wat
anders dan reclame. Het is zelfs wat anders dan voorlichting.
Communicatie is met elkaar in gesprek gaan. Mondeling, digitaal, of op
papier. Dan moet het gaan om dingen die voor de gesprekspartner nu of
in de toekomst werkelijk relevant zijn. Liefst zo concreet mogelijk.
En met een heldere verantwoording.
Zuiderzeeland behoort tot de waterschappen die hiermee goed op weg
zijn. Ik heb bijvoorbeeld grote waardering voor de manier waarop u
kinderen en jongeren enthousiast maakt voor watervraagstukken. Gewoon,
door op scholen te vertellen over de praktijk van uw werk. Door
werkbezoeken te organiseren aan waterzuiveringsinstallaties en
waterkeringen. Door kinderen te laten meedenken over oplossingen.
Een ander goed voorbeeld, zijn de panels die u heeft opgericht om
signalen uit uw omgeving op te pikken. U beschikte al over een
klantenpanel, een digitaal panel en een jongerenpanel. Vorig jaar is
daar een agrarisch panel bijgekomen.
U beseft ook dat goed waterbeheer staat of valt met een goede
samenwerking tussen overheden onderling. In een tijd dat de
overheidsfinanciën onder druk staan, is doelmatigheid extra relevant.
Daarbij mogen we verworvenheden op het gebied van waterveiligheid en
waterkwaliteit niet op het spel zetten. Goede samenwerking - en
communicatie - tussen overheden is essentieel om te zorgen dat er geen
dubbel werk gebeurt en dat we samen het maximale uit elke euro halen.
Als het gaat om waterbeheer hebben mensen een groot vertrouwen in de
overheid. Dat blijkt uit de Watermonitor 2009 van het Ministerie van
Verkeer en Waterstaat.
Vertrouwen is nooit vanzelfsprekend.
We mogen het nooit voor zoete koek slikken.
Het komt te voet. En gaat te paard.
Communicatie helpt om dat kostbare vertrouwen vast te houden. Geen
zendingsdrang in het wilde weg. Geen informatiebombardement. Geen
project achteraf om de burger de voldongen feiten mee te delen. Goede
communicatie verbindt. Het vloeit subtiel overal doorheen en behoedt
ons voor verraderlijke vanzelfsprekendheden. Want
vanzelfsprekendheden, dames en heren, bestaan niet.
Ik wens u allen veel succes met uw belangrijke werk.
Er staat ons een fascinerende tijd te wachten waarin opnieuw
belangrijke beslissingen moeten vallen over de toekomst van dit
gebied.
U mag daaraan bijdragen.
Ik heb er het volste vertrouwen in.
Dank u wel.
* © RVD