Ministerraad
Bij komende verkiezingen mogen maximaal vijf jaar verlopen ID-documenten
worden gebruikt
Persbericht | 09-04-2010
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris
Bijleveld-Schouten van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van de evaluatie van de
gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart 2010.
Het kabinet stelt vast dat gemeenten stembureauleden zorgvuldiger
moeten selecteren en beter moeten instrueren. Daarnaast komt het
kabinet tegemoet aan oudere kiezers die niet meer maatschappelijk
actief zijn en daardoor vaak geen geldig paspoort, identiteitskaart of
rijbewijs meer hebben. Om deze groep kiezers te helpen, kunnen bij de
verkiezingen op 9 juni 2010 en bij de Provinciale Statenverkiezingen
in maart 2011 ook identiteitsdocumenten worden gebruikt die maximaal
vijf jaar zijn verlopen. In het kader van het aankomend wetsvoorstel
verkiezingsproces zal worden gezocht naar een structurele oplossing
van dit knelpunt.
Voor de evaluatie hebben 228 van de 394 gemeenten waar op 3 maart
gemeenteraadsverkiezingen zijn gehouden, een enquête ingevuld en
teruggestuurd aan BZK. In de evaluatie is vooral gekeken naar de
identificatieplicht en de instructie van stembureauleden. Uit de
gemeentelijke basisadministratie blijkt dat 1,4 procent van de
Nederlanders boven de 18 jaar niet beschikt over een paspoort of een
Nederlandse identiteitskaart. Daarnaast heeft 4 procent een verlopen
paspoort of identiteitskaart. Een deel van deze mensen heeft mogelijk
wel een rijbewijs.
Zo'n zes miljoen kiezers brachten hun stem uit. Volgens de verzamelde
schattingen van stembureauvoorzitters hadden 44.000 mensen bij
volmacht hun stem willen uitbrengen maar konden zij dit niet doen
vanwege het ontbreken van een kopie van hun identiteitsdocument. Het
is onbekend hoeveel van deze mensen alsnog hun stem hebben laten
uitbrengen met een geldige kopie. Van de geschatte 60.000 mensen die
werden weggestuurd uit het stemlokaal omdat zij zich niet konden
identificeren, kwamen er 30.000 terug naar hetzelfde stemlokaal om met
een identiteitsbewijs alsnog hun stem uit te brengen.
Uit de TNS/NIPO-evaluatie blijkt dat 85 procent van de mensen
identificatieplicht bij verkiezingen een goed idee vindt. Van de
kiesgerechtigden was 90 procent op de hoogte van de
identificatieplicht bij de gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart 2010.
Mensen die helemaal niet beschikken over een identiteitsdocument
kunnen gebruik maken van de mogelijkheid een schriftelijke volmacht te
geven. Deze mogelijkheid bestond altijd al. Een schriftelijke volmacht
moet van tevoren worden aangevraagd bij de gemeente.
In de evaluatie staat dat veel aandacht uitging naar de gang van zaken
in een beperkt aantal gemeenten, maar dat de verkiezingen in het
overgrote deel van de gemeenten goed zijn verlopen. Met het oog op
incidenten in een beperkt aantal gemeenten stelt het kabinet dat de
selectie van stembureauleden zorgvuldiger moet en dat gemeenten meer
inspanningen moeten doen om stembureauleden op te leiden. Uit de
evaluatie blijkt dat slechts 42 procent van de gemeenten de instructie
cd-rom van BZK heeft gebruikt bij de gemeentelijke
instructiebijeenkomsten. Gemeenten wordt opgedragen het aangereikte
materiaal bij komende verkiezingen optimaal te gebruiken.
In de digitale instructie voor stembureauleden zal nog dieper worden
ingegaan op:
* de inrichting van het stemlokaal zodat het stembureau overzicht
heeft;
* de handhaving van de orde in het stemlokaal en met name het
voorkomen van meerdere kiezers in een stemhokje;
* het controleren van volmachten;
* het voorkomen van telfouten bij het invullen van het
proces-verbaal.
Gemeenten blijken behoefte te hebben aan meer praktische uitleg over
de toepassing van wet- en regelgeving. BZK zal voor de komende
verkiezing regiobijeenkomsten organiseren op 21 en 22 april.
BZK heeft een steekproef gehouden in 49 stembureaus met betrekking tot
het tellen van de stemmen. Het tellen van de stemmen duurde gemiddeld
1 uur en 49 minuten. Het kabinet beveelt gemeenten aan na sluiting van
de stemming tellers toe te voegen zodat er minimaal zes tellers zijn.
Ook moeten stembureauleden gedurende de dag worden gewisseld om de
belasting te verminderen. Het tellen moet in het openbaar
plaatsvinden. Gemeenten worden daar nog eens nadrukkelijk op gewezen
omdat is gebleken dat er bij de gemeenteraadsverkiezingen stemlokalen
om 21.00 uur dicht gingen.
Fouten in stembiljetten en fouten in de distributie van stempassen
hadden kunnen worden voorkomen als leveranciers en gemeenten hierop
hadden gecontroleerd. Ook als taken zijn uitbesteed, houdt de gemeente
een eigen verantwoordelijkheid en daar zullen gemeenten op worden
aangesproken.